De zaak Litvinenko: verschil tussen versies
k (→Makers) |
|||
Regel 43: | Regel 43: | ||
In november 2006 overleed oud FSB-agent Aleksander Litvinenko aan de gevolgen van een vergiftiging met polonium-210 na zijn vlucht naar London vanwege zijn felle kritiek op het Russische beleid in Tsetsjenië. In 2004 was vertelde de Russische spion in een open interview zijn levensverhaal aan Jos de Putter. Binnen enkele weken van zijn vergiftiging met radioactief materiaal werd de zaak wereldnieuws met politieke proporties. | In november 2006 overleed oud FSB-agent Aleksander Litvinenko aan de gevolgen van een vergiftiging met polonium-210 na zijn vlucht naar London vanwege zijn felle kritiek op het Russische beleid in Tsetsjenië. In 2004 was vertelde de Russische spion in een open interview zijn levensverhaal aan Jos de Putter. Binnen enkele weken van zijn vergiftiging met radioactief materiaal werd de zaak wereldnieuws met politieke proporties. | ||
Op zijn sterfbed wees Litvinenko Vladimir Poetin aan als mogelijke opdrachtgever. Vóór zijn vergiftiging wees Litvinenko hem al eerder aan als verdachte, bij de moord op journaliste Anna Politkovskaja. Na onderzoek door de Britse recherche, klaagt Groot-Brittannië Andrej Loegovoj aan en wordt Rusland verzocht hem uit te leveren. Loegovoj reageert in de pers met het verhaal dat Groot-Brittannië zelf schuldig is aan de moord en Rusland eist in ruil voor Loegovoj, uitlevering van zakenman Boris Berezovski en Ahmed Zakayev, de Tsjetsjeense president in ballingschap. De Britten verklaren dat het uitleveringsverzoek niets te maken heeft met hun geheime dienst en werken niet mee aan de eis van Rusland. In november 2009 zegt Loegovoj op een persconferentie dat Litvinenko een Britse spion was. De zaak Litvinenko is dus nog steeds niet afgesloten en vormt een doorn in het oog in de Brits-Russische betrekkingen. | Op zijn sterfbed wees Litvinenko Vladimir Poetin aan als mogelijke opdrachtgever. Vóór zijn vergiftiging wees Litvinenko hem al eerder aan als verdachte, bij de moord op journaliste Anna Politkovskaja. Na onderzoek door de Britse recherche, klaagt Groot-Brittannië Andrej Loegovoj aan en wordt Rusland verzocht hem uit te leveren. Loegovoj reageert in de pers met het verhaal dat Groot-Brittannië zelf schuldig is aan de moord en Rusland eist in ruil voor Loegovoj, uitlevering van zakenman Boris Berezovski en Ahmed Zakayev, de Tsjetsjeense president in ballingschap. De Britten verklaren dat het uitleveringsverzoek niets te maken heeft met hun geheime dienst en werken niet mee aan de eis van Rusland. In november 2009 zegt Loegovoj op een persconferentie dat Litvinenko een Britse spion was. De zaak Litvinenko is dus nog steeds niet afgesloten en vormt een doorn in het oog in de Brits-Russische betrekkingen. | ||
Versie van 26 sep 2010 20:21
Periode | 2007 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 2000-2009 |
Lengte | 50'32 |
Medium | televisie |
Beschrijving
In mei 2007 brengt openbaar aanklager Sir Ken Macdonald de conclusies van een langdurend onderzoek naar de zaak Litvinenko naar buiten, waarmee hij Andrej Loegovoj beschuldigd van moord. Naar aanleiding hiervan zendt VPRO's Tegenlicht een update uit van de al eerder uitgezonden documentaire (In memoriam: Aleksander Litvinenko) over de omstreden moord op de oud FSB-agent Aleksander Litvinenko.
Te zien zijn oude beelden van het interview met Aleksander Litvinenko in 2004, een bezoek aan zijn graf met zijn vader Walter Litvinenko en gesprekken met de Tsjetsjeense premier in ballingschap, Achmed Zakajev en vriend, Vladimir Boekovsky een oud-dissident in de Sovjet-Unie. Nieuwe beelden van een interview met de weduwe, Marina Litvinenko worden afgewisseld met de oudere interviews. Tussen de gesprekken met vrienden en familie van Aleksander Litvinenko zijn televisiebeelden van nieuwsuitzendingen van de Britse televisie te zien die recente ontwikkelingen in de zaak Litvinenko tonen. Alex Goldfarb vertelt daarin als woordvoeder van de familie over het ziektebed van Aleksander Litvinenko. Hiernaast worden ook nog archiefbeelden van president Poetin op persconferenties getoond en is journaliste Anna Politkovskaja in een interview te zien met beelden over de nasleep van haar moord in oktober 2006.
In deze documentaire wordt Franz Schuberts', opus 959, uitgevoerd door Alfredo Brendel, gebruikt als achtergrondmuziek. Het beeld wat wordt gecreëerd kan worden beschreven als intiem, door het gebruik van veel close-ups.
Makers
Regie Jos de Putter, Masja Novikova
Productie Miriam Bos
Research Carine Eijsbouts
Camera Erik van Empel, Adri Schrover, Maarten Kramer
Montage Patrick Minks, Paul Delput
Geluidsmixage Piet Rodenburg
Kleurcorrectie Xandra ter Horst
Eindredactie Roel van Broekhoven, Doke Romeijn, Jos de Putter
VPRO
Achtergrondinformatie
In november 2006 overleed oud FSB-agent Aleksander Litvinenko aan de gevolgen van een vergiftiging met polonium-210 na zijn vlucht naar London vanwege zijn felle kritiek op het Russische beleid in Tsetsjenië. In 2004 was vertelde de Russische spion in een open interview zijn levensverhaal aan Jos de Putter. Binnen enkele weken van zijn vergiftiging met radioactief materiaal werd de zaak wereldnieuws met politieke proporties.
Op zijn sterfbed wees Litvinenko Vladimir Poetin aan als mogelijke opdrachtgever. Vóór zijn vergiftiging wees Litvinenko hem al eerder aan als verdachte, bij de moord op journaliste Anna Politkovskaja. Na onderzoek door de Britse recherche, klaagt Groot-Brittannië Andrej Loegovoj aan en wordt Rusland verzocht hem uit te leveren. Loegovoj reageert in de pers met het verhaal dat Groot-Brittannië zelf schuldig is aan de moord en Rusland eist in ruil voor Loegovoj, uitlevering van zakenman Boris Berezovski en Ahmed Zakayev, de Tsjetsjeense president in ballingschap. De Britten verklaren dat het uitleveringsverzoek niets te maken heeft met hun geheime dienst en werken niet mee aan de eis van Rusland. In november 2009 zegt Loegovoj op een persconferentie dat Litvinenko een Britse spion was. De zaak Litvinenko is dus nog steeds niet afgesloten en vormt een doorn in het oog in de Brits-Russische betrekkingen.