Beeldbuis
Jarenlang komt het televisieprogramma tot ons via de beeldbuis. Het zwaarste onderdeel van het televisietoestel is een grote luchtdichte glazen fles die op zijn kant ligt. In de fles heerst een vacuum. De bolle bodem is naar de kijker gericht de hals is het smalle gedeelte waar aansluitingen zijn bevestigd.
In die hals bevindt zich het elektronenkanon. Daar wordt een straal elektronen uitgestoten die naar de voorkant van de beeldbuis gaat. Bij een kleurentelevisie zijn er doorgaans drie verschillende elektronenstralen nodig. De binnenzijde van de buis is bedekt met een fosforiserende laag die oplicht op de plek die geraakt wordt door de elektronenstraal. De buitenzijde van de buis, behalve het gedeelte waar het beeld zich bevindt, is bedekt met een geleidende laag die met de laag aan de binnenzijde van de buis als het ware een condensator vormt die geladen is met een hoge spanning van wel 30.000 volt. Hierdoor worden de elektronen naar het scherm getrokken. Raakt men deze laag van de beeldbuis aan wanneer de televisie aan staat of kort geleden is uitgezet dan krijgt men een onaangename en gevaarlijke elektrische schok te verwerken. De voorkant van de beeldbuis is dik glas, zonder geleidende laag. Daar bestaat geen gevaar voor schokken bij aanraking.
Om de hals van de beeldbuis zijn spoelen aangebracht die de richting van de straal veranderen. De intensiteit van de straal wordt aangestuurd door het door de antenne ontvangen signaal. De schakeling met de spoelen beweegt de straal 625 keer per seconde van links naar rechts en van boven naar beneden. Zo ontstaan er per seconde 625 beeldlijnen die allemaal onder elkaar liggen. Onder invloed van het opgenomen beeld verandert de straal elektronen van intensiteit. Hoe sterker de elektronenstraal, hoe helderder het lichtpuntje dat te zien is. Alle punten samen maken zo een afbeelding op het scherm van dat wat door de camera is "gezien". Alle puntjes worden na elkaar gemaakt. Omdat ons oog niet snel genoeg de verschillende wisselingen kan volgen krijgen we de indruk dat het televisiebeeld een stilstaand plaatje is. Het wisselt echter honderden keren per seconde. De zware glazen beeldbuis is langzamerhand een steeds zeldzamer onderdeel geworden met de komst van het LED scherm en het plasmascherm.