De toestand in Marokko

Uit B&G Wiki
Periode1998
Beschikbaar in archiefBeeld en Geluid
Genredocumentaire
Decennia1990-1999
Lengte30'
Mediumtelevisie

Toestand in Marokko.jpg

In augustus van 1997 vertrokken Theo Uittenbogaard en Kefah Allush getweeën met een videocamera in een boodschappentas naar de Rif, het berggebied van Noord-Marokko waar de meesten van de Nederlandse/Marokkanen vandaan komen. Door als duo en zo onopvallend mogelijk te opereren trachtten zij zo het dagelijks leven in het Berber-gebied in beeld te brengen en door spontane gesprekken met vooral de Nederlandse-Marokkaan-op-vakantie diens motieven te achterhalen om te vertrekken uit de Rif, weg te blijven of juist terug te keren. Zij komen terug met een 4-tal afleveringen, die door Berber-specialst en regeringsadviseur Paolo de Mas, als "zeer representatief' en "onthullend' worden beschouwd.

In aflevering 1

komen zij er in het pittoreske en toeristische bergdorpje Chechaouen achter, dat zij geenzins onopvallend te werk kunnen gaan, want na enkele dagen blijkt hen, dat plotseling iedereen waarmee zij afspraken maakten om thuis, of op hun werk te filmen, niet-thuis is of geeft. Als een lopend vuurtje heeft zich het gerucht verspreid dat er mannen met een camera in de stad zijn, en dat is voldoende om hen met argwaan te beschouwen en zo mogelijk te mijden. Alleen de 'hit-and-run'-methode blijkt te werken: direct de camera tevoorschijn halen en opnemen voordat iemand de kans heeft te weigeren. Na een week nemen zij zonder een spoor -denken zij- achter te laten een anonieme taxi voor een dodenrit door het hooggebergte van de Rif over 350 kilometer naar de badplaats Al-Hoceima aan de kust van de Middellandse Zee

In aflevering 2

besluiten zij naar Had-Rouadi te gaan, een piepklein, stil en stoffig dorpje in de bergen waar, naar horen zeggen, 70 procent van de bevolking zich tijdelijk of blijvend in Nederland heeft gevestigd. "Nee, opwindend is het niet in Had-Rouadi", schrijft Uittenbogaard in zijn commentaartekst, "Acht man in een taxi is wel het maximum". De taxichauffeur blijkt een bron van informatie en spreekt vrijmoedig over zijn 72-jarige vader, die zijn moeder na zijn pensionering en terugkeer uit Nederland, heeft verlaten voor een 15-jarige bruid. Ook brengt hij de filmers graag naar de marihuana-plantages in de buurt, waar een dagloner/boer en diens opdrachtgever, een slim jongetje uit Tetuan, hen uitgebreid vertellen over de 'contra-bande', en de 'kif', die volgens de autoriteiten helemaal niet worden verbouwd in Marokko. In Had-Rouadi worden de programmamakers overigens voor de eerste keer opgebracht door de plaatselijke politieagent, die hen meeneemt naar het bureau, de hulpofficier van justitie van enige dorpen verderop uit zijn bed belt, die, na urenlang bestuderen van de stempels op het papier uit Rabat met de officiële toestemming om 'overal in het Koninkrijk' te mogen filmen, besluit dat zij mogen gaan.

In aflevering 3

filmen zij het strandleven aan de kust van de Middellandse Zee in het 'Nice van de Rif': Al-Hoceima en spreken met -Nederlands/Marokkaanse- vakantiegangers over hypocrisie in het algemeen enin het bijzonder die van de omgang met meisjes, vooral op deze zomerse bruidsmarkt. Zij reizen mee met een leraar uit Tilburg, naar zijn vader, die teruggekeerd uit Nederland en gepensioneerd, weer gelukkig is in zijn kleine, geisoleerde dorpje in de bergen. Intussen -maar dit wordt niet vermeld in de film- worden de Uittenbogaard en Allush in het hotel Mohammed V waar zij verblijven, met grote vasthoudendheid opgebeld en lastig gevallen, enerzijds door mannen uit Ketama, het centrum van de 'kif'handel in de Rif, die willen bemiddelen bij het filmen van de wiet-velden in de bergen, en anderzijds door geheimzinnige vertegenwoordigers van de overheid (van het Deuxieme Bureau -de geheime dienst- ?) die hen uiteindelijk overhalen om een gesprek te hebben met de Gouverneur van Al-Hoceima, die graag blijkt te willen weten wat de heren hier uitspoken, en na bestudering van het papier uit Rabat formeel zijn medewerking toezegt, maar weigert zijn telefoonnummer te geven, waar Uittenbogaard om vraagt, voor het geval dat hij en collega, weer eens lastig gevallen zouden worden door overheidsdienaars.

In aflevering 4

worden de filmers in Nador, een zusterstad van de nabij gelegen Spaanse enclave, de havenstad Melilla, -en bron van smokkelinkomsten voor de regio- nogmaals om hun papieren gevraagd door een duo politieagenten, het filmen van een straatruzie veboden door een stadswacht, en opgebracht naar het 'commisariat' door de grenspolitie, als zij aanstalten maken grensgangers te aan te spreken. Niettemin lukt het hen smokkelaars te filmen, die in groten getale, bepakt en bezakt om de grenspatrouilles heenlopen en, in de beslotenheid van hun woning, een Arabische moeder en dochter te spreken, die uitleggen hoe het smokkelen in zijn werk gaat, en vertellen over de corruptie van de overheidsdienaren en de terreur van hun Berberse huisbaas, die in Nederland woont.

Trivia

De titel is ontleend aan de uitdrukking van algemene machteloosheid en ontreddering, die in de jaren 60 in Nederland in zwang was: "Wat een toestand in Marokko!"

Makers

Presentator Kefah Allush

Samensteller, regisseur Theo Uittenbogaard

Eindredacteur Huub Spall

Camera Theo Uittenbogaard

Montage Vera Jong, Patrick Minks (online)

Geluidsmixage Huibert Boon

De leader is gemaakt door Theo Uittenbogaard en Patrick Minks.

NPS.