Barend Barendse
Naam | Barend Barendse |
Geboren | Amsterdam, 14 oktober 1907 |
Gestorven | Amsterdam, 5 februari 1981 |
Functies | omroeper, tekstschrijver, sportverslaggever, presentator |
Bekend van | wielersport, Zeskamp, NCRV Stedenspel, Mini-voetbalshow |
Periode actief | 1929-1979 |
Trivia | Gebruikt pseudoniem Bob Nelson |
Gallery | Gallery |
Barend Barendse in de media Oeuvre Barend Barendse |
Barend Barendse is vernoemd naar zijn grootvader, een vermaard toneelspeler. Hij komt uit een creatieve familie, Barends vader is violist. Vanaf 1929 is Barend Barendse actief in de amusementssector. Hij begint als conferencier en tekstschrijver onder de naam Bob Nelson.
Barend Barendse noemde zichzelf animator. Hij vond de omschrijving presentator of commentator te onpersoonlijk. Enthousiasme moest in de stem doorklinken en de nadruk moest liggen op de menselijke toets. Befaamd is zijn reactie in 1958 tijdens Olympia’s Tour door Nederland. Gezeten in een auto die voor de renners reed, deed Barendse verslag van de koers. Zijn informatie kwam via de mobilofoon van de wagen die bij de renners reed. Vanwege de gebrekkige techniek was afgesproken dat hij niet de namen, maar de rugnummers zou doorkrijgen. Op een gegeven moment kreeg hij door: “Pflimlin is gevallen”. Barendse, in de veronderstelling dat het om een wielrenner ging reageerde met “Aan namen heb ik niks, rugnummers moet ik hebben”. Bleek achteraf dat Pflimlin de leider van het Franse kabinet was.
Na de oorlog maakt Barend in 1945 zijn debuut bij Radio Herrijzend Nederland. Zijn omroeptalent wordt door wijlen Tom Schreurs ontdekt tijdens een wielerwedstrijd waar Barendse als speaker optreedt. Komt in 1946 in dienst bij de AVRO als wielersportverslaggever. In dat jaar werkt hij ook mee aan De bonte dinsdagavondtrein.
Barendse schrijft ook enkele liedjes, zoals “We leven mee met de jongens overzee”. In 1952 verschjiny hij voor het eerst op televisie. Barendse houdt zich in die jaren ook bezig met sportverslaggeving en dan vooral wielrennen (ook Journaalitems). Hij volgt tien, elf maal de Tour de France (tot 1969) en wereldkampioenschappen. Vanaf 1952 maakt hij als ook tv-verslagen van wielersportevenementen; Jean Nelissen is zijn opvolger.
Vanaf 1966 is hij verbonden aan de NCRV. Is voor de televisie actief in amusementsprogramma’s als Zeskamp en Spel zonder grenzen. Van het beeldscherm is hij vooral herkenbaar door zijn specifieke stemgebruik en woordkeuze; karakteristiek is zijn geruite pet.
Zijn grootste populariteit behaalt hij echter met zijn zaterdagse radioprogramma Bij Barend (1972 – 1979). Zijn welkomstwoord is karakteristiek voor de wijze van presenteren:
“ Tetterdetet!! Goeiemiddag allemaal thuis of waar u ook bent: vriendelijk welkom bij Barend. U kunt er naar luisteren, u kunt er bij luieren, u kunt er bij werken, u kunt er bij niksen, waar u ook staat, zit of ligt: vriendelijke welkom bij…Barend!!”
Een vast onderdeel van het programma is ‘de schoolbel’ waarin Barend een kinderliedje draait. Hij haalt vaak 3,5 miljoen luisteraars per uitzending! De 327 afleveringen leveren meer dan 100.000 brieven op. Dit zaterdagse NCRV-programma moet hij na 327 uitzendingenvanwege ziekte beëindigen. In het seizoen 1976 – 1977 is “Bij Barend” ook op de televisie te zien.
Op 18 november 1980 wordt hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.