Willy Alberti
| Naam | Carel Verbrugge |
| Geboren | Amsterdam, 14 oktober 1926 |
| Gestorven | Amsterdam, 18 februari 1985 |
| Functies | zanger |
| Bekend van | Bonte dinsdagavondtrein, Marina, Zaterdagavond met Willy en Willeke |
| Periode actief | 1941-1984 |
| Werkt samen met | Cor Steyn, Tom Manders, Willeke Alberti |
| Externe info | Muziekencylopedie.nl] |
Willy Alberti (geboren als Carel Verbrugge) treedt in de voetsporen van zijn vader, die bekend staat als de zingende kelner. Hij zet zijn zoontje al op 6-jarige leeftijd op het cafébiljart om voor de bezoekers te zingen. In 1940 komt hij als jongenssopraan in de operette Rosemarie in theater Carré. Begin 1941 maakt hij zijn eerste plaatopname, begeleid door organist Cor Steyn (“Alleen is maar alleen”).
In de bezettingsjaren zingt hij vaak bij het volkstoneelgezelschap van Henvo. Ruim na de bevrijding schakelt hij over op Italiaans repertoire. Een optreden in De bonte dinsdagavondtrein van de AVRO betekent een grote doorbraak. Zijn dochter Willeke ontwikkelt zich tot een tienersterretje. In 1965 en 1966 treden ze samen op in het televisieprogramma Zaterdagavond met Willy en Willeke (AVRO). Het tweetal heeft groot succes. Het platenrepertoire van Willy Alberti bestaat intussen uit gevoelige Nederlandse liedjes, Italiaanse wijsjes en zelfs enkele opera-aria’s. In 1984 wijdt Mies Bouwman een aflevering van haar televisieprogramma In de hoofdrol aan de toen al zieke Alberti. Een paar maanden later overlijdt de zanger.
