Hans Keller

Uit B&G Wiki

[[Image:Bestand:HansKeller.JPG|center|thumb|250px|]]

NaamHans Keller
GeborenHaarlem, 1937
Functiesjournalist, tv-recensent, scriptschrijver, regisseur, documentairemaker
Bekend vanKijk op kunst, Het gat van Nederland, Nederland C, Tegenlicht
Periode actief1962-heden
Werkt samen metRemco Campert, H.J.A. Hofland, Hans Verhagen
TriviaEén van de initiatiefnemers van de zilveren Nipkowschijf





Hans Keller vertelt graag, veel en gepassioneerd. Hij is in zijn werk altijd op zoek naar verhalen. Zijn loopbaan als maker en eindredacteur kent een grote continuïteit in zowel kwantiteit als visie en aanpak. Zijn oeuvre, dat geen onderscheid maakt tussen film en televisie, beperkt zich voornamelijk tot onderwerpen die met geschiedenis dan wel kunst (vaak literatuur) te maken hebben. Hij werkt in een geheel eigen stijl, die met recht Kelleriaans genoemd kan worden. Zijn programma’s, documentaires en reisverslagen zijn het resultaat van zijn onbevangen maar vorsend oog enerzijds en zijn associatieve vermogen anderzijds, die in zijn programma’s tot beeldende montages en persoonlijke, vaak poëtische commentaren leiden. De commentaren spreekt hij vrijwel altijd zelf in, steeds herkenbaar aan zijn donkere timbre. Journalistieke en essayistische eigenschappen gaan bij hem samen. Het is een stijl waarin zijn oordeel, zijn evaluatie, onlosmakelijk met het onderwerp wordt verbonden.

Kellers werk kent liefhebbers en critici. De laatste werpen op, dat zijn programma’s te pretentieus en vooral vorm-georiënteerd zouden zijn. Vorm en inhoud zijn bij Keller echter moeilijk te scheiden. Keller heeft niet alleen oog voor zijn personages maar ook voor hun letterlijke en figuurlijke omgeving; hij maakt als het ware omtrekkende bewegingen. De kracht van de herinnering, de suggestie, de (al dan niet spontane) reflectie of de afwezigheid krijgen tijdens zijn reizen een natuurlijke plaats. Reizen is volgens Keller vaker verdwijnen dan ergens naar toe gaan. Het zoeken is volgens hem een doel om de blik schoon te maken. Zijn documentaires gaan vaak over de eruditie maar zoeken ook regelmatig de gewone man op en beide worden altijd in een grotere cultuurhistorische context geplaatst. Zijn zoektocht naar de ziel van zijn personages of hun werk brengt hem regelmatig naar onder andere Italië, Rusland en Amerika.

Met zijn oeuvre geeft hij op een zeer individuele wijze inhoud aan de culturele opdracht van de omroepen. Zijn filmische geschiedschrijving betreft geen schematische vereenvoudiging maar onthult eerder de welhaast onkenbare complexiteit van het verleden.


"'Biografie"'

Hans Keller wordt in 1937 in Haarlem geboren en groeit op in wat hij noemt de benauwde jaren veertig en vijftig. Zijn katholieke ouders hebben een winkel in lampen en elektriciteitsartikelen. Hans heeft een jongere zus. Vanuit de eetkamer van het ouderlijk huis kan hij de artiesteningang van de Haarlemse schouwburg zien. Het theater trekt. Als hij bevriend raakt met een jongen wiens vader werkt in het Rembrandttheater, de grootste bioscoop van Haarlem, krijgt hij gratis toegang tot alle films. Na de middelbare school wil hij aanvankelijk naar de toneelschool. Na zijn militaire dienst, in 1957, kiest hij echter voor de journalistiek. “De journalistiek was een droom voor iedereen die de wereld in wilde”, beweert hij.

Keller begint zijn loopbaan als leerling-journalist van De Volkskrant in Haarlem en omstreken. Al snel stroomt hij door naar de kunstredactie en wordt hij televisie-recensent. Samen met Henk Schaafsma (NRC) en Han G. Hoekstra (Het Parool) initieert hij in 1961 de uitreiking van de Zilveren Nipkowschijf. In 1961 begint hij als scriptwriter bij de AVRO. Spoedig volgen zijn eerste tv-programma’s. Gehuwd met Geertje Lammers (vertaler). Drie kinderen: twee zoons en een dochter. Zoon Casper is werkzaam als hoofd eindregie bij de publieke omroep.


Omroeploopbaan

1962 – 1967

In 1962 regisseert hij de documentaire “Het dorp moet er komen”, voorafgaand aan de eerste Nederlandse televisiemarathon en geldinzamelingsactie, waarin Mies Bouwman 12 miljoen gulden ophaalt voor de bouw van een speciale woonvorm voor gehandicapten in het Dorp bij Arnhem. Met H.A. Gomperts als presentator en interviewer maakt hij tussen 1962 en 1964 voor de AVRO een vijftiental afleveringen van het kunstprogramma “ Literaire Ontmoetingen”. Een conflict over het woord ‘naaien’ in een gedicht dat Remco Campert voor zal gaan lezen en dat de AVRO gecensureerd wil zien, maakt dat Keller ontslag neemt.

In 1964 gaat hij naar de KRO waar hij voor het maandelijkse kunstprogramma “Kijk op Kunst” (1961-1968) verschillende afleveringen verzorgt over schrijvers, architecten, kunstenaars. Het programma ondergaat in de loop der tijd een aantal naamswisselingen. Ook maakt Keller documentaires over onder andere Louis Paul Boon, Günter Grass en Heinrich Boll. Daarin is in toenemende mate de invloed van de Amerikaanse Direct Cinema te bespeuren, met een vrij gebruik van de lichtgewicht 16mm camera met synchroon geluid die het mogelijk maakt de personages in hun doen en laten te observeren. Hiertoe engageerde Keller fotograaf Ed van der Elsken als cameraman, omdat deze net zolang aan zijn filmcamera had geknutseld dat hij in staat was deze nieuwe stijl van filmen te beheersen.

1968 – 1978

In 1972 komt Keller met het idee om een Nederlandse versie van het programma “The Great American Dream Machine” te maken. Dit wordt “Het gat van Nederland”, waarvan hij zelf de eindredactie voor zijn rekening neemt. Met korte documentaires gemaakt door een keur aan filmmakers, sketches van Wim de Bie en Kees van Kooten en artwork van Jaap Drupsteen maakt het snel naam. Het is de belichaming van de “VPRO stijl”. In 1974 volgt het experimentele programma “Zorgvliedt”, eveneens onder eindredactie van Keller, waarin de stilistische verworvenheden van “Het Gat” verder uitgediept werden. In 1975 start hij samen met Roelof Kiers de buitenlandrubriek “Machiavelli”. In 1979 verlaat Keller, tegelijk met Jan Blokker, de VPRO. Zijn jongste documentaire, over de Amerikaanse anarchiste Emma Goldman (1979), heeft dan net een ongekend hoge kijkerswaardering gekregen.

1979 – 1983

In 1979 volgt Keller Adriaan van der Staaij op als directeur van de Rotterdamse Kunststichting, de organisatie die verantwoordelijk is voor het kunstbeleid in de havenstad. Het blijkt een functie te zijn, die hem niet echt ligt. Er is heimwee naar het regisseurschap. Na twee jaar vestigt hij zich als onafhankelijk filmmaker om programma’s en documentaires te maken voor in eerste instantie de VPRO maar – na een aanvaring met die omroep - ook voor Veronica, NOS of IKON. Hij werkt hiertoe samen met onder meer Remco Campert, H.J.A. Hofland, Hans Verhagen en Cees Nooteboom.

1984 – 2005

Van 1984 tot 1987 is Hans Keller als eindredacteur en interviewer bij het kunstprogramma “Nederland C” betrokken. Talloze schrijvers, architecten, beeldend kunstenaars, schilders en regisseurs uit binnen- en buitenland, al dan niet in leven, worden geportretteerd. Keller besteedt bovendien aandacht aan het Nederlandse kunst- en cultuurbeleid. In 1986 wordt hij hoofdredacteur van het Engelstalige culturele kwartaalschrift “Dutch Heights” (1986-1990). Ook waagt Keller zich aan een opdrachtfilm voor de KLM, “Geschiedenis van een toekomst” (1989), ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de vliegtuigmaatschappij. Vanaf 1987 maakt Keller documentaires waarin geschiedenis, kunst, kunstenaars en reisverslagen op een typisch Kelleriaanse manier samenkomen. Zijn reisverslagen brengen hem ook steeds weer in Amerika. Zo keert hij na 31 jaar terug naar de Amerikaanse provincieplaats Franklin in Tennessee, waar hij in 1971 een documentaire had gemaakt. Het vervolg heet “Twee weken in een ander stadje Revisited” (2002).

Keller maakt portretten van 20ste eeuwse schrijvers als Konstantin Paustovskij, Joseph Roth en Cesare Pavese. Een magnum opus is de vierdelige documentaire “Hotel Atonaal; Rendez-vous der Vijftigers” (1993, samen met Remco Campert), waarin via herinneringen van en aan de dichters uit deze stroming en hun poëzie vriendschappen herbeleefd worden en een literair tijdsbeeld onstaat. Vanaf 1998 doet hij de redactie van “Dode Dichters Almanak”, een VPRO programma dat als dagsluituing fungeert, waarin telkens een overleden dichter een door hem of haar zelf geschreven gedicht werk voorleest.

Kellers onafgebroken fascinatie voor de geschiedenis en het menselijk geheugen krijgt in 1995 vorm in de twee delen die hij verzorgt voor VPRO’s Thema “Herinneringen aan Nederland”, waarbij hij gebruik maakt van amateurfilms, foto’s en persoonlijke getuigenissen. In 1998 waagt Keller zich naar een idee van Hofland in de serie “Verhalen uit het Land van de voldongen Feiten” (VPRO) aan dramatische constructies die, afgewisseld met archiefbeelden, precaire of veelbetekende gebeurtenissen uit de recente vaderlandse geschiedenis aan de orde stellen.

Voor “Het Uur van de Wolf” (een serie wekelijkse documentaires op het gebied van kunst en cultuur, portretten van kunstenaar en registraties van voorstellingen) maakt Keller vervolgens enkele schrijversportretten. Voor een van die documentaires, “Daar, aan het eind van de gang” over de Italiaanse auteur Giorgio Bassani, ontvangt hij in 2001 de L.J. Jordaanprijs. In 2004 treedt Hans Keller op als eindredacteur bij “Tegenlicht”, een serie wekelijkse informatieve programma’s van de VPRO over de actualiteit, die in wisselende vorm wordt toegelicht. In 2005 wordt aan hem de Laurens Janszoon Costerprijs uitgereikt wegens zijn verdienste als maker van literaire televisieprogramma’s.