Jac Hey
Naam | Jac Hey |
Geboren | , |
Functies | decorontwerper, maquettebouwer |
Bekend van | |
Periode actief | 1951- 1974 |
Werkt samen met | Tijmen de Bree, Martien van den Dijssel |
Jac Hey in de media Oeuvre Jac Hey |
Jac Hey is vanaf de vroege jaren vijftig bij de NTS werkzaam als decorschilder en bouwer onder leiding van Peter Zwart. Sinds 1959 gaat Hey zich specifiek bezig houden met het maken van maquettes van decors. In eerste instantie zijn die maquettes bedoelt voor de nieuwe en onervaren televisieregisseurs. Aan de hand van een maquette kunnen ze gemakkelijker de cameravoering en de mise en scene voorbereiden. Bovendien geeft het de regisseur en de decorontwerper nog de mogelijkheid om aanpassingen te maken voordat het decor echt gebouwd gaat worden. Als snel gaan regisseurs ook maquettes gebruiken in de programma's zelf, een bekend voorbeeld is het dorp van Swiebertje dat ter inleiding van het programma uitgebreid in beeld is.
De verhuizing van de afdeling Ontwerp van de Ambachtschool in Bussum naar de Emmastraat in Hilversum in 1960 is een hele verbetering qua werkomgeving. Maar de Hey kan alle aanvragen niet alleen af. De decorontwerpers schieten dan te hulp, zo maken bijvoorbeeld Hans Chr. van Langeveld, Peter Keesom en Jan van der Does maquettes. Al in 1961 vraagt Hey om versterking van "bijvoorbeeld een binnenhuisarchitect, tevens handig schilder" en een "minder zware hulp met grote handvaardigheid". In plaats daarvan krijgt de eigenzinnige Hey een collega die tevens chef wordt en die het reilen en zeilen van de kleine afdeling in de gaten moet gaan houden. Gerard Buurman krijgt deze taak en dat is niet gemakkelijk. Hey is een ondeugende man, hij veroorlooft zich nogal wat vrijheden en zijn werkhouding is niet altijd heel correct, wat tot veel conflicten leidt tussen Hey en Buurman (en Zwart).
In 1964 wordt de maquette afdeling versterkt met Tijmen de Bree en in 1968 met Martien van den Dijssel die beide bij de NTS begonnen als decorschilder. Deze collega's kunnen het overigens heel goed vinden met Hey. Begin jaren zeventig gaat Hey met zeer grote tegenzin met pensioen. Hij blijft echter decorsontwerer voor een amateurtheater club en komt regelmatig bij de NOS langs om spullen te lenen.