Mexicaanse Hond
De uitdrukking Mexicaanse Hond is nog bij veel mensen bekend. Het begrip stamt uit de beginperiode van het opkomende radiotijdperk. Het luisteren naar omroepstations neemt sterk toe en het type luisteraar verandert. In het begin zijn het vooral technisch onderlegde amateurs die zelf hun ontvanger bouwen. Er komen echter steeds meer mensen die alleen maar willen luisteren, zonder technische poespas.
Omstreeks 1923 komt een nieuw type ontvanger op de markt, de zogenaamde Koomansontvanger. In veel huizen komt deze ontvanger in de kamer te staan. Met een goede antenne, die wel veertig meter lang kan zijn en hoog boven het dak wordt gehangen, kan, met de juiste bediening een groot deel van de toenmalige Europese omroepstations worden ontvangen. Toch gaat niet alles probleemloos. Door de bouw van de ontvanger is de afstemming een beetje lastig. Het kan voorkomen dat de ontvanger zich als zender gaat gedragen. Dat komt omdat het toestel gaat genereren, een toon opwekken.
Stel dat een luisteraar een station op de middengolf wil ontvangen dat uitzendt op een frequentie van 1000 kHz. Hij gaat afstemmen met een genererend toestel dat een frequentie van 999 kHz opwekt. Wanneer hij wordt afgestemd op 1000 kHz, de zenderfrequentie, dan beïnvloeden de beide frequenties elkaar en het resultaat is dat een interferentietoon van 1000 Hz, 1kHz, gehoord wordt. Zo ontstaat de typische janktoon. Die toon is niet alleen in het eigen toestel te horen maar ook luisteraars in de wijde omgeving die hun radio op 1000 kHz hebben afgestemd horen het op hun radio omdat de frequentie van 999 kHz via de antenne van het genererende toestel wordt uitgezonden.
Er zijn mensen geweest die dit verschijnsel hebben gebruikt om in de buurt een ‘loeiconcert’ te geven. Buren pesten? In de jaren dertig verbetert de techniek en het probleem van de Mexicaanse Hond is verleden tijd geworden.