Nico van Baarle
Naam | Nico van Baarle |
Geboren | onbekend, 31 oktober 1920 |
Gestorven | onbekend, 2 april 1984 |
Functies | decorontwerper, omroepbestuurder |
Bekend van | |
Periode actief | 1942-1984 |
Werkt samen met | Max Douwes, Peter Holland, Gerard Rekers |
Trivia | ook bekend als Nic van Baarle |
Externe info | Vormvanvermaak.nl |
Oeuvre Nico van Baarle |
Nic van Baarle werkt in de jaren veertig en vijftig in de Nederlandse film en reclame branche als cameraman, artdirector, decorontwerper en set dresser. Daarna werkt hij twintig jaar bij de NTS als decorontwerper.
Van Baarle volgt zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam van 1937 tot 1940. In 1942 werkt hij samen met John van der Meulen en Joop Bekker in het vaste camerateam in de animatiestudio van Joop Geesink en Marten Toonder. Daar ontmoet hij ook zijn toekomstige vrouw, Miep, die daar als illustratrice werkt aan de Tom Poes strips. In de jaren daarna werkt Van Baarle afwisselend voor Toonder Studio's en Geesink's Dollywood Studio's.
In 1947 treedt hij in dienst bij Multifilm lab en in 1952 gaat hij naar Cinetone. Daar verzorgt hij de trucages voor de Cinetone-productie Secret file USA in 1954 en is hij artdirector bij speelfilms als Ciske de Rat (1955), Lust for life (1956), A dog of Flanders en Bert Haanstra's film Fanfare (1958). Voor de Cinetone-film De vliegende Hollander (1957) werkt hij samen met decorontwerper Eppo Doeve en wordt hij 'filmarchitect' genoemd. In 1958 gaat Van Baarle werken voor de Anglo-Dutch Group van Harold Mack, een reclamebureau dat zich specialiseert in reclamefilmpjes voor de bioscoop.
Via Cinetone kent Van Baarle decorontwerper Fokke Duetz die in 1954 bij de televisie is gaan werken, zij werkten onder meer samen aan de Amerikaanse tv-serie Secret file USA. In 1962 start Van Baarle als freelance decorontwerper bij de Afdeling Decorontwerp van de NTS. Op 1 januari 1964 treedt hij in vaste dienst.
Omstreeks 1974 maakt Van Baarle de overstap van decorontwerp naar een managementfunctie in de afdeling decorbouw. Deze twee afdelingen functioneren sinds 1962 als twee gelijkwaardige hoofdafdelingen ressorterend onder de Dienst Programma Faciliteiten. Hij is maar een korte periode chef van de afdeling Decoruitvoering, want het leiding geven en de bureaucratie die daarbij komt kijken bevalt hem niet.
Vanaf 1974 ontwerpt hij zodoende weer decors, bijvoorbeeld voor Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan en Dagboek van een herdershond. In 1984 moet hij tegen zijn zin met pensioen. Hij heeft moeite met het afscheid nemen van zijn werk en tot blijft tot aan zijn dood in hetzelfde jaar decors ontwerpen voor de Toneelclub.
Twee van zijn drie kinderen zijn ook bij de televisie gaan werken. Zijn zoon Bart-Jan werkt tot eind jaren tachtig bij Decorproductie als decorateur en dochter Xandra volgde de regiecursus bij NOS opleidingsinstituut Santbergen.