Bob Scholte
Naam | Hijman Scholte |
Geboren | Amsterdam, 21 februari 1902 |
Gestorven | Amsterdam, 3 november 1983 |
Functies | zanger |
Bekend van | Bonte dinsdagavondtrein, Waar blijft de tijd, Goedenacht en welterusten |
Periode actief | 1931-1941, 1945-heden |
Werkt samen met | Wieteke van Dort, Aart Staartjes |
Trivia | Bekend onder zijn pseudoniem Bob Scholte sinds 1916 |
Bob Scholte in de media Oeuvre Bob Scholte |
Hijman Scholte volgt anderhalf jaar de opleiding van voorzanger aan het Nederlands-Israeliëtisch Seminarium. Debuteert als jongenssopraan bij het Hollandsch Operettegezelschap in een uitvoering van Frans Léhars operette De Marskramer. Sindsdien maakt hij furore als ‘de kleine Caruso’ tot hij de baard in de keel krijgt. Scholte werkt overdag op een fabriek van regenjassen, later als magazijnbediende. In de avonduren neemt hij muzieklessen tot hij het aandurft bij een orkestje op te treden.
In 1927 wordt hij drummer in een dansorkestje. Om op te vallen begint hij er liedjes bij te zingen door een megafoon. In 1928 maakt hij zijn eerste grammofoonplaat. In 1932 beleeft hij zijn grote doorbraak: hij wordt zanger bij het populaire amusementsorkest van de AVRO, de band van Kovacs Lajos. Bovendien treedt hij vaak op in De Bonte Dinsdagavondtrein. Aan het einde van elke AVRO-uitzenddag is hij steevast te horen als zanger met het lied “De AVRO gaat nu sluiten”. In 1939 gaat hij vaker in Vlaanderen optreden.
Tijdens de bezetting brengen de Duitsers zijn vrouw en twee kinderen om. Scholte zelf overleeft het concentratiekamp Auschwitz. Op 30 juni 1945 maakt hij zijn comeback in een variétéprogramma met Henriëtte Davids. Opnieuw werkt hij hoofdzakelijk in België. Van 1950 tot 1958 woont hij er zelfs. Het overlijden van zijn tweede vrouw in 1975 maakt hem depressief. Scholte zingt vervolgens alleen nog joodse liederen op joodse feesten en plechtigheden.