Profilti

Uit B&G Wiki


De Haagse Filmfabriek Profilti NV werd oorspronkelijk in 1922 opgezet als filmtechnisch bedrijf ter ondersteuning van de bioscoopketen Nederlandse Bioscoop Trust (NBT). Het bedrijf groeide echter in zeven jaar tijd uit tot een zelfstandige filmfabriek, waarvan de voornaamste bezigheid het maken van reclamefilms was. Ook beheerde Profilti het Koninklijk Archief, waarin opnamen van de koninklijke familie waren opgeslagen sinds 1901.


1922-1940 Nederland in klank en Beeld

Profilti was echter niet de enige speler in het veld die zich bezig hield met het vervaardigen van reclamefilms. De grootste concurrent op dit vlak was het in Haarlem gevestigde filmproductiebedrijf Polygoon, dat zich naast het produceren van de wekelijkse bioscoopjournaals eveneens bezig hield met het vervaardigen van films, commercials en fotografie. Een minder grote, maar eveneens geduchte rivaal op dit vlak was de uit Den Haag afkomstige firma Orion NV.

Orion was met haar Orion-Revue bioscoopjournaal een doorn in het oog van Polygoon, maar vormde voor het grote filmbedrijf niet echt een bedreiging. Hier kwam verandering in toen Profilti en Orion in 1931 besloten de handen ineen te slaan en de twee bedrijven onder één noemer te scharen. De filmfabriek zou vanaf dat moment als "Orion-Profilti" verder gaan.

Tot aan de late jaren twintig van de vorige eeuw hadden de Nederlandse filmproductiebedrijven geluidsloze films geproduceerd, waarbij men gebruik maakte van titelkaarten. De komst van de geluidsfilm eind jaren twintig betekende voor Polygoon en Orion-Profilti het begin van de strijd om de markt te veroveren met de primeur van de eerste Nederlandse geluidsfilm. Buitenlandse journaals met geluid waren al geruime tijd in de Nederlandse bioscoop te zien, waarbij de stomme films van Polygoon en Orion-Profilti nu ouderwets afstaken. Polygoon won de race ternauwernood toen zij op vrijdag 29 mei 1931 in vijf bioscopen de première toonde van de eerste Nederlandse geluidsfilm Het Pinksterfeest der AJC te Verhouten en Sportfeest der NASB te Arnhem. Orion-Profilti volgde de firma echter op de voet met de vertoning van het eerste Nederlandse geluidsjournaal Nederland in Klank en Beeld op 3 juli 1931. Naast de productie van dit geluidsjournaal ging Orion-Profilti nog tot 6 februari 1933 door met het produceren van de geluidloze versie Orion-Revue.

Ondanks het feit dat Orion-Profilti met het bioscoopjournaal Nederland in klank en Beeld een betere marktpositie had verworven ten opzichte van de grote concurrent, besloot Orion op 21 november 1932 toch zich terug te trekken uit het samenwerkingsverband met Profilti.

Het filmproductiebedrijf voerde voortaan alleen nog de naam "Profilti" en veranderde per september 1933 de naam van het bioscoopjournaal in "Profilti Nieuws." Na het verlies van haar zakenpartner raakte de firma langzamerhand in de financiële problemen. Het kapitaal was door het opstappen van Orion verminderd en ook verloor Profilti de bioscoopketen ‘City’ als afnemer van de bioscoopjournaals. Dit gebeurde mogelijkerwijs vanwege het feit dat de voornaamste aandeelhouder van de bioscoopketen tevens commissaris was bij Orion. Filmfabriek Orion legde haar activiteiten echter volledig stil en werd in 1947 officieel uit de Kamer van Koophandel geschreven.

In 1933 ging het bergafwaarts met Profilti, wat tot gevolg had dat de directeur door de aandeelhouders gesommeerd werd te vertrekken. De raad van commissarissen van Profilti zocht de oplossing voor de problemen in onverwachte hoek: in de zomer van 1933 namen zij contact op met de directeur van concurrent Polygoon, de heer Brand Dirk Ochse en vroegen hem of hij bereid zou zijn het bedrijf te kopen. Na overleg met zijn eigen raad van commissarissen besloot B.D. Ochse een nieuwe vennootschap op te richten onder de noemer ‘NV Vereenigde Nederlandsche Filmfabrieken’ (VNF), waar Profilti voortaan onder zou vallen. De overname werd echter geheimgehouden uit economische en bedrijfspolitieke overwegingen. Profilti kon dus voortaan weer zelfstandig bioscoopjournaals en films produceren, maar viel wel onder hetzelfde financiële stelsel als Polygoon. Op 1 augustus werd 1933 werd C.S. Roem tot nieuwe directeur van Profilti benoemd. Doordat Profilti en Polygoon nu in handen waren van dezelfde aandeelhouders verbeterde de positie van de beide bedrijven sterk. De eerdere concurrentiestrijd ruimde in de loop van de jaren dertig het veld voor vreedzame coëxistentie en langzaamaan werd er zelfs in zekere zin samengewerkt doordat men journaalitems uitwisselde.

1940-1945 Bezettingsjaren

Nadat in september 1939 de Duitsers Polen waren binnengevallen en de geallieerden de oorlog aan Duitsland hadden verklaard, begon al snel de mobilisatie in Nederland. Een deel van het bij Polygoon en Profilti werkzame personeel werd voor het leger opgeroepen. Eind 1939 was Polygoon directeur B.D. Ochse voor een bezoek naar de Verenigde Staten afgereisd. De intentie was om in 1940 alweer terug te keren, maar vanwege de oorlog in Nederland besloot hij zijn bezoek te verlengen. C. van der Wilden, die sinds 1931 als commissaris en later als bestuurslid betrokken was geweest bij Polygoon, nam de functie van directeur over. De twee filmfabrieken werden door de oorlogssituatie steeds meer van elkaar afhankelijk en dit versterkte de band.

De bezetter besloot dat er in Nederland geen plaats meer was voor twee bioscoopjournaals. Er ontstond een werkgemeenschap tussen Polygoon en Profilti, waarbij Profilti het produceren van films op zich zou nemen en Polygoon het wekelijkse nieuws zou verzorgen. De productie van de films en journaals stond vanaf dat moment echter onder volledig toezicht van de bezetter. Men moest reportages maken over Duitsgezinde onderwerpen, zoals nationaal-socialistische parades en toespraken en NSB-bijeenkomsten. Al snel waren de films en journaals die door Polygoon en Profilti werden gemaakt niet meer dan Nazi-propaganda. In juni van 1940 besloten de Nazi’s dat de twee filmfabrieken niet meer zelfstandig het journaal mochten produceren, maar moesten samenwerken met het Duiste filmverhuurkantoor ‘Tobis’. Voortaan zou het wekelijkse journaal verder gaan onder de naam Tobis Nieuws. Beide filmfabrieken gingen akkoord met deze samenwerking om in beslagneming van apparatuur en laboratoria te voorkomen.

Uiteindelijk kwam de productie van films en bioscoopjournaals in het najaar van 1944 volledig stil te liggen. De firma’s waren door gebrek aan elektriciteit niet meer in staat om films te produceren, bovendien werden aan de vooravond van de hongerwinter vrijwel alle bioscopen gesloten. Van groot belang voor de filmfabrieken was nu het beschermen van de archieven; men wilde koste wat kost voorkomen dat de films door de Nazi’s geconfisqueerd zouden worden. Helaas kwam niet alle archiefmateriaal ongeschonden uit de oorlog. Toen de Geallieerden op 3 maart 1945 per ongeluk de Haagse wijken Bezuidenhout en Malieveld bombardeerden, waarbij 511 mensen om het leven kwamen, werd ook het pand van de filmfabriek Profilti geraakt. Het gebouw was, op de voorgevel en linkerzijgevel na, volledig verwoest en daarmee ook een groot deel van het filmarchief.

1945-1959 Polygoon Profilti Productions

Na de bevrijding van Nederland in 1945 werden Polygoon en Profilti beide onder streng toezicht geplaatst en kwam er een onderzoek wegens de samenwerking met de Duitsers in de oorlog. De directeuren van beide bedrijven, C.S. Roem en C. van der Wilden, werden beschuldigd van collaboratie en op non-actief gesteld. Volgens de medewerkers van de filmfabrieken was er echter nooit sprake geweest van sympathieën voor de nationaal-socialistische ideologieën. Er waren voor de oorlog veel Joodse medewerkers in dienst geweest. Uit angst voor zowel het lot van de eigen werknemers, als de inbeslagname van apparatuur, laboratoria en archiefmateriaal en verlies van banen besloot men, met tegenzin, medewerking te verlenen aan de bezetter. De filmbedrijven hadden zich tijdens de oorlog, zo bleek uit latere onderzoeken, geenszins verrijkt.

Op 22 mei 1945 besloot Profilti, mede geïnitieerd door het nieuwe overheidsbeleid, de samenwerking met Polygoon voort te zetten en uit te breiden. Het resultaat was de oprichting van een nieuw coöperatie onder de naam ‘Polygoon Profilti Productions’ (PPP). Beide bedrijven bleven echter wel gescheiden fiscale eenheden. Het verwoeste Profilti-gebouw in Den Haag werd opnieuw opgebouwd en weer in gebruik genomen. Nadat zijn periode van schorsing erop zat, keerde C.S. Roem weer terug als directeur van Profilti. In de jaren na de oorlog groeide de bedrijfstak van Profilti uit tot een afdeling waar veertig mensen werkzaam waren. Bovendien bezat de afdeling een eigen laboratorium, geluidsafdeling en cameraploeg.

In de jaren vijftig liep door de komst van de televisie het bioscoopbezoek sterk terug, bovendien kozen steeds bioscopen ervoor geld te verdienen met het uitzenden van reclame in plaats van te betalen voor het uitzenden van bioscoopjournaals. Het werd voor de verschillende filmbedrijven onmogelijk om met elkaar te concurreren. Hiertoe besloten de vier filmfabrieken Polygoon-Profilti, Multifilm, Telefim en Interfilm in 1959 hun krachten te bundelen en één groot overkoepelend filmbedrijf te starten onder de nam ‘Cinecentrum.’ Het bedrijf verenigde alle diensten voor film en televisie onder één dak, in Hilversum. Driehonderd werknemers vonden hun intrek in het grote nieuwe pand, dat op 27 april 1959 door de burgemeester van Hilversum werd geopend.