Superreg 5 meter

Na de periode van grofrastertelevisie rond 1930 wordt het rond 1935 duidelijk dat, om een betere beeldkwaliteit te verkrijgen, de mechanische beeldaftasting plaats moet maken voor elektronische beeldaftasting. Dit vergt echter een veel bredere frequentieband waarvoor de zend/ontvangactiviteiten van de middengolf naar het gebied van metergolven (30 MHz en hoger) moeten verhuizen. Het Algemeen Televisie Genootschap (G.J. Eschauzier, W. Metzelaar, H. Stoet, H. Veenstra en J. Corver) stelt zich ten doel om door middel van “amateur-actie” het gebruik van de metergolven te populariseren. Men wil via het stimuleren van ontvangerbouw komen tot het installeren van zogenaamde ‘relais- zenders’ voor de omroepprogramma’s en uiteindelijk voor televisie. Een eerste aanzet is het realiseren van de ontvangst van zendende amateurs in de 5-meter band. Het hier beschreven voorzetapparaat is een éénlamps superregeneratieve ontvanger volgens het zogenaamde “roosterblokkeringsprincipe”. Als laagfrequentversterker en stroombron dient het destijds gangbare 3-lamps toestel. Hiervan wordt de detectorlamp vervangen door een in de lampvoet passende aansluitplug voor het voorzetapparaat. Het apparaat is gebouwd op een stukje triplex van 20x10 cm.