Thoma Adelaar: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11: Regel 11:
| werkt_samen_met = [[Marie-Cécile Moerdijk]]
| werkt_samen_met = [[Marie-Cécile Moerdijk]]
| trivia = Zus van actrice [[Christel Adelaar]]
| trivia = Zus van actrice [[Christel Adelaar]]
| gallery =  
| gallery = [[Gallery: Thoma Adelaar|Gallery]]
| externe_info =  
| externe_info =  
| onderschrift = Thoma Adelaar
| onderschrift = Thoma Adelaar

Versie van 11 jan 2013 08:12

Thoma Adelaar

NaamThoma Adelaar
GeborenUtrecht, onbekend
Functies omroeper, presentator
Bekend vanKRO
Periode actief1966-1968
Werkt samen metMarie-Cécile Moerdijk
TriviaZus van actrice Christel Adelaar
GalleryGallery


Oeuvre Thoma Adelaar

Thoma Adelaar is de derde van vier dochters. Als enig kind in de familie is zij geboren in Utrecht, tijdens verlof van haar ouders. De familie woont in Nederlands-Indië waar haar vader een aanstelling heeft aan het lyceum in Batavia. Tijdens de Tweede Wereldoorlog komt de familie in een jappenkamp terecht. Ze hebben het allemaal overleefd en direct na de oorlog zijn ze met de boot naar Nederland vertrokken. De opvang verloopt slecht en de kinderen worden bij hun grootouders ondergebracht. Die zijn echter snel vertrokken aangezien ze de kinderen niet aankunnen. Het heeft een tijdje geduurd eer de kinderen zich aan Nederland hebben aangepast. School is bijvoorbeeld nieuw voor ze. Toch hebben ze de school netjes afgemaakt en zijn naar het St. Bonifaciuscollege in Utrecht gegaan. Thoma kiest er vervolgens voor om Frans te studeren uit liefde voor die taal. Ze trouwt en krijgt een zoon.

Haar zus Christel volgt een kleinkunst opleiding vanuit de KRO. Ze wordt bekend door haar vertolking van Mamaloe in de kinderserie Pipo de clown en is kind aan huis bij de televisiestudio’s. In 1966 gaat Thoma eens met haar zus mee en wordt kennelijk opgemerkt. Op een gegeven moment staat een meneer van de KRO bij haar op de stoep. Hij heeft haar gezien tijdens het bezoek aan de studio en ze zoeken een omroepster. Hij nodigt haar uit voor een screentest. Tijdens de test is iedereen verbaasd dat ze het zo gemakkelijk doet. Dit schrijft ze toe aan de voordrachtslessen die ze van haar moeder heeft gekregen en wat toneelervaring. Ze mag gelijk beginnen. Hoewel het toeval is dat ze bij de KRO terecht is gekomen heeft ze wel een katholieke achtergrond. Haar ouders typeert ze echter als vrijgevochten en onderzoekende mensen.

Als omroepster is Thoma twee avonden per week te zien. Daarnaast doet ze ook op woensdag- of zaterdagmiddag het kinderprogramma. Ze krijgt geen begeleiding en er is weinig commentaar, hoewel men vindt dat ze wel wat meer mag glimlachen. Echt uitdagend vindt ze het werk niet. Op een gegeven moment wordt ze gevraagd om op woensdagmiddag in het kinderprogramma op te treden. In Narretje Notedop voert ze een gesprek met de hoofdpersoon. Later mag ze een muziekprogramma met volksliedjes en chansons presenteren. Daarin werkt ze samen met Marie-Cécile Moerdijk en de nog onbekende Marco Bakker. Ze vindt dit werk een stuk leuker dan het omroepen, omdat het meer inhoud heeft en omdat ze met andere mensen te maken heeft. Het omroepen is immers een eenzaam beroep. Ze combineert het omroepen met de zorg voor twee kinderen en het inlezen van leesboeken voor blinden, voorlopers van de luisterboeken. Een eigen boekenprogramma lijkt haar mooi, maar uiteindelijk zit ze te kort bij de televisie. In 1968 stopt ze met het omroepen om voor haar kinderen te zorgen.

Een paar jaar combineert ze de zorg voor haar vier kinderen met het geven van Franse les op een middelbare school. De drukte op de school in combinatie met haar bezigheden thuis worden haar uiteindelijk teveel. Bovendien wordt Frans facultatief en daarmee neemt de vraag naar leraren af. Ze wil meer doen met haar interesse voor literatuur. Daarom besluit ze een leeskring op te zetten, die vijfentwintig jaar later nog bestaat. Drie jaar volgt ze een vakopleiding voor de boekhandel en uitgeverij. Ze is bijzonder gemotiveerd om haar papieren te halen omdat ze graag een boekhandel wil beginnen. Na de opleiding zet ze Literaire Boekhandel Lijnmarkt op in Utrecht. Het wordt haar aanvankelijk sterk afgeraden om naast de reeds bestaande grote boekhandels in de stad een nieuwe zaak te beginnen. Ze zet toch door en volgt daarbij haar eigen behoefte aan een boekhandel gespecialiseerd in literatuur, met een eigen duidelijk assortiment van Nederlands (vertaalde) literatuur, poëzie en goede kinderboeken en goed opgeleid personeel. Na vier jaar is het wel duidelijk dat haar zaak bestaansrecht heeft en een specifiek publiek weet te trekken. Hoewel haar omroepverleden verder geen rol heeft gespeeld in haar loopbaan denkt ze dat ze er wel wat meer zelfvertrouwen door heeft gekregen.