Cees de Lange
| Naam | Cornelis Albert Petrus Michielsen |
| Geboren | Den Haag, 26 augustus 1913 |
| Gestorven | Amsterdam, 10 februari 1974 |
| Functies | cabaretier, zanger |
| Bekend van | De bonte dinsdagavondtrein, Showboat, Plein 13, Draaien maar |
| Periode actief | 1947-1972 |
| Werkt samen met | Luc Willink |
| Trivia | Trivia |
| Media |  |
Cees de Lange in de media Oeuvre Cees de Lange | |
Na de HBS en Mo-akte lichamelijke opvoeding wordt Cees de Lange gymnastiekleraar en leidt een sportschool. Hij doet aan amateur-cabaret en werkt af en toe bij het semi-professionele cabaretgroepje ‘De Vuurpijl’ van Luc Willink.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog duikt de Lange onder. In zijn onderduikperiode schrijft hij liedjes, waarvan er enkele op het repertoire komen van het populaire zangduo Scholten en Van ’t Zelfde.
Aangemoedigd door de grote vraag naar amusement na de bevrijding besluit De Lange beroepsartiest te worden. Eerst zingt hij voornamelijk liedjes aan de piano, maar allengs verlegt hij het accent naar de conférence. In 1947 maakt hij een tournee langs de Nederlandse troepen in Nederlands Indië. Een paar keer treedt hij op in De Bonte Dinsdagavondtrein van de AVRO en Karel Priors ziekenrubriek De Regenboog. In 1951 stapt Prior over naar het zaterdagavondprogramma De Showboat. De Lange treedt daarin wekelijks op, onder andere met gesprekken met prominente gasten met als uitgangspunt de vraag: ‘Wat wilt u nooit meer horen?’.
In 1955 debuteert De Lange voor de VARA-tv met een reeks maandelijkse amusementsprogramma’s, maar die worden geen succes. Aan het eind van de jaren vijftig stelt hij een eigen cabaretgezelschap samen, waarmee hij het land intrekt. Af en toe treedt hij op voor Nederlandse clubs in het buitenland en werkt hij mee aan reclameacties. In 1960 keurt de Programmacommissie onder andere het liedje Tante Nel van De Lange af, waardoor de voorbereidingen van het Nationaal Programma van 5 mei op televisie in het water vallen.
De Lange werkt ook mee aan Plein 8.13, Draaien maar en Steiger B. In 1972 wordt hij voor de radio herontdekt: voor de TROS presenteert hij het zaterdagmiddagprogramma Revue 3.33. Door ziekte komt hieraan al vrij gauw een eind.
