Keetje Tippel
Periode | 1975 |
Beschikbaar in archief | Niet beschikbaar |
Genre | Speelfilm, Drama |
Decennia | 1970-1979 |
Lengte | 100'00" |
Medium | Televisie |
Beschrijving
De film begint in Stavoren in 1881, in een tijd waar veel mensen van het platteland naar de stad trekken in de hoop op een beter leven. Samen met haar arme familie verhuist de jonge Keetje om deze reden naar Amsterdam. De mooie en intelligente Keetje kan niet goed overweg met haar familie, omdat ze moreel steeds meer aftakelen. Haar zus Mina gaat bijvoorbeeld in ruil voor twee boterhammen met een man naar bed. Zij krijgt een baan bij een wasfabriek, maar dit blijkt hard werk te zijn. Bij haar gemene collega's vindt ze ook geen steun en ze krijgt al de eerste dag ruzie met een van de wassers. Ze denkt dat haar baas seks met haar wil en besluit de fabriek te verlaten.
Keetje gaat vervolgens werken als loopmeid in een hoedenwinkel. Op een dag moet ze hoeden brengen bij een bordeel, waar haar zus Mina blijkt te werken. Ze kijkt op alle prostituees neer, maar laat zich door haar zus overtuigen om ook een klant te helpen. Als ze die nacht de hoedenwinkel aan het afsluiten is, wordt ze verkracht door haar baas. Vanaf dat moment hecht ze minder waarde aan moraal. Ze steelt brood, maar wordt neergeknuppeld door de politie en belandt in het ziekenhuis van de kerk. Daar toont ze de eerste symptomen van tuberculose. De dokter heeft de juiste medicijnen, maar die kan ze enkel krijgen in ruil voor seks.
Ze gaat niet in op zijn avances en verlaat het ziekenhuis. Al haar familieleden zijn ontslagen en daarom wordt Keetje gedwongen de prostitutie in te gaan. Haar tweede klant is kunstschilder George, die haar wil als model. Tijdens het poseren ontmoet ze bon vivant Hugo en André, de zoon van een rijke notaris. Ze laat zich door hen mee uit eten nemen in een chic restaurant. Ze geniet met volle teugen van de luxe en brengt de nacht door met Hugo. De volgende ochtend laat ze zich wassen en koopt ze dure kleding op zijn kosten. Ze lijkt vanaf dat moment op een rijke jongedame en besluit voor een onbepaalde tijd bij Hugo te blijven.
Hij verstrekt leningen van de bank en overtuigt haar te bespioneren bij zaken om te kijken of ze een lening verdienen. Ze wordt betrapt en krijgt ruzie met een vrouw wiens bedrijf failliet is verklaard. Eenmaal thuisgekomen vertelt Hugo haar dat hij zal trouwen met de dochter van de directeur, omdat zij schatrijk is. Ze verlaat hem en doet mee aan een opstand van werklozen, die met veel geweld wordt beëindigd door de politie. Ze komt hierbij George en André tegen en vlucht ternauwernood aan de dood. Als André wordt geraakt, is het Keetje die bij zijn landhuis intrekt en voor hem zorgt.
Deze film is gebaseerd op de dagboeken van de 19de-eeuwse prostituee Neel Doff.
Makers
Productie Rob Houwer
Regie Paul Verhoeven
Scenario Neel Doff, Gerard Soeteman
Muziek Rogier van Otterloo
Cast
Keetje Tippel - Monique van de Ven
Hugo - Rutger Hauer
George - Peter Faber
André - Eddie Brugman
Moeder van Keetje - Andrea Domburg
Zus van Keetje - Hannah de Leeuwe Mina
Vader van Keetje - Jan Blaaser
Eigenaar hoedenwinkel - Walter Kous Pierre
Cheffin hoedenatelier - Mart Gevers
Klant - Fons Rademakers
Vrouw in wasfabriek - Carry Tefsen
Antoinette - Jennifer Willems
Dokter - Theu Boermans
Zingende wasvrouw - Jenny Arean
Directeur wasfabriek - Paul Meijer
Man in toilet - Leo Beyers
Harenwasster - Nelly Frijda
Moeder van André - Dora van der Groen
Bespioneerde winkeleigenares - Riek Schagen
Zangeres - Riet Henius