Kid Dynamite
Periode | 2002 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 2000-2009 |
Lengte | 75 minuten |
Medium | Televisie, 16mm |
Beschrijving
In 1995 verschijnt een biografie over Kid Dynamite (1911-1963) van de hand van jazzkenner Herman Openneer. Deze publicatie is mede aanleiding voor Hans Hylkema om een film over de saxofonist te maken. Er wordt veel van de inventiviteit van de maker gevraagd, want afgezien van foto’s en geluidsopnamen is er slechts één filmfragment van de musicus bewaard gebleven. Het is trouwens een curieuze opname, afkomstig uit een NSB propagandafilm uit 1943, waarin het optreden van Kid Dynamite en zijn band als een voorbeeld van ‘ontaarde muziek’ wordt gepresenteerd. Hylkema maakt in de film gebruik van zowel speelfilm als documentaire om het verhaal van Kid Dynamite te vertellen.
De film schetst niet alleen een beeld van het leven van de musicus, maar ook van de wintigodsdienst, het racisme in de Nederlandse samenleving en de geschiedenis van de jazz.
De film is uitgezonden in het kader van Het uur van de wolf.
Makers
Regie en scenario Hans Hylkema
Camera Deen van der Zaken
Geluid Bert van den Dungen
Montage Ot Louw
Mixage Harold Jalving
Muziek Kid Dynamite
Uitvoerend producent Hetty Krapels
Productie Pieter van Huystee
Productiemaatschappij Pieter van Huystee Film & TV voor de NPS
Achtergrondinformatie
In 1935 arriveert de zwarte Amerikaanse tenorsaxofonist Coleman Hawkins in Nederland. Hij treft er enkele andere zwarte muzikanten aan, zoals trompettist Teddy Cotton (Theodoor Kantoor) en tenorsaxofonist Kid Dynamite (Arthur Parisius). Het zijn Creoolse Surinamers die naar Nederland zijn afgereisd om daar hun geluk te beproeven. Ze spelen in clubs als de Negro Kit Kat Club in Amsterdam en de Negro Palace in Rotterdam. Hawkins prijst het spel van Kid Dynamite: ‘This guy is allright’. De Amsterdamse hoofdcommissaris van politie deelt die mening echter niet. Hij waarschuwt de burgemeester dat ‘tal van minderjarige vrouwen door deze lieden sexueel ten val [worden] gebracht.’ Ondanks tegenwerking van de autoriteiten lukt het Dynamite om te blijven spelen, ook tijdens de bezetting. Na de oorlog wordt hij vaste bespeler van de dancing Casablanca aan de Amsterdamse Zeedijk.
Hylkema is een groot jazzliefhebber die onder meer Last days (1991), een documentaire over de legendarische Eric Dolphy, op zijn naam heeft staan. Hij voelt zich evenzeer thuis in het genre van de speelfilm als in dat van de documentaire.
Kid Dynamite begint met beelden van de Surinaams-Nederlandse groep Fra Fra Sound die in een geluidsstudio opnamen voor de CD Kid Now aan het maken is. Er volgen beelden van een wintiritueel in Hannover, Suriname. Een klein jongetje kijkt gefascineerd toe. De commentaarstem maakt duidelijk dat tachtig jaar eerder de jonge Lodewijk Rudolf Arthur Parisius een soortgelijk ritueel bijwoonde, dat van grote invloed zou zijn op zijn verdere leven. Vervolgens wordt gesneden naar beelden van de huidige Zeedijk, gevolgd door een mini-speelfilmscène waarin een zwarte musicus de Casablanca binnenstapt, zijn sax uit de koffer haalt en er het mondstuk opzet. Hierna volgen zwart-wit foto’s van Casablanca in de jaren vijftig. Deze menging van documentaire en geënsceneerde opnamen, van heden en verleden is typerend voor de film. Hylkema laat ook een groot aantal getuigen aan het woord: familieleden, tijdgenoten, musici en deskundigen. Zo vertelt Hans Dulfer dat hij destijds de muziek van Dynamite heel vervelend vond, omdat hij geen bebop speelde. Zijn zonen herinneren zich hun vader vooral als iemand die, voor zover hij niet op tournee was, helemaal geobsedeerd was door het mondstuk van zijn sax, waaraan hij voortdurend zat te vijlen.