Multifilm Batavia

Uit B&G Wiki


In 1938 wordt filmmaker en oprichter van de Haarlemse filmfabriek Multifilm, Jan Cornelis Mol door de Rotterdamse Lloyd gevraagd een kleurenfilm te maken over het leven in Nederlands-Indië. De kleurenfilm is nog volop in ontwikkeling en Mol, die altijd te porren is voor het werken met nieuwe technieken, stort zich op het project.

In 1939 vertrekt hij naar Nederlands-Indië en bezoekt aldaar West-Java en Bali. Wanneer in 1940 de oorlog in Nederland uitbreekt, is de filmmaker genoodzaakt in Indië te blijven. Om zijn werkzaamheden toch te kunnen voortzetten richt hij daar met financiële steun van de Rotterdamse Lloyd en Radio Holland het filiaal Multifilm Batavia op. Samen met filmmaker Max de Haas, die eveneens naar Nederlands Indië is vertrokken, werkt hij aan anti-Japanse propagandafilms. Als de Japanners in 1942 Nederlands-Indië binnenvallen staken de filmmakers hun activiteiten. Mol wordt door de Japanners gedwongen als technicus te werken aan Japanse propagandafilms en wordt uiteindelijk in een interneringskamp geplaatst.

Na de oorlog wordt Mol door de Netherlands-Indies Government Information Service (NIGIS) naar Australië gehaald om te herstellen van de schade die hij in het kamp heeft opgelopen. Aldaar onderhandelt hij over het verspreiden van Nederlandse filmpropaganda in Nederlands-Indië. Er ontstaat een fusie tussen de film- en fotografie afdeling van de NIGIS en Multifilm Batavia, dat voortaan het Gouvernementsbedrijf Multifilm-Batavia zal heten. Onder deze noemer produceert het bedrijf vanaf eind 1946 het wekelijkse bioscoopjournaal Wordende wereld, met daarin allerlei actualiteiten uit de omgeving. Het journaal wordt eveneens door enkele Nederlandse bioscopen vertoond. Naast het bioscoopjournaal vervaardigt de firma een aantal films waarvoor in de Nederlandse bioscopen helaas weinig aandacht bestaat. In 1949 besluit J.C. Mol Multifilm Batavia aan het Gouvernement te verkopen, waarna hij naar Nederland terugkeert.