Weerstand

Uit B&G Wiki

In de elektronica worden veel weerstanden gebruikt. Een weerstand is een component dat de hoeveelheid stroom moet beperken. Weerstanden zijn er in veel maten en soorten. De vaste weerstand kan bestaan uit een staafje koolstof dat precies zo is gedimensioneerd dat het een bepaalde weerstand heeft. Aan de uiteinden van het staafje worden twee draadjes gekneld waarmee de weerstand op een plek in een schakeling kan worden gesoldeerd.

De sterkte van de weerstand wordt gemeten in Ohm, genoemd naar G. S. Ohm, en wordt aangeduid met de Griekse letter omega. Een weerstand kan de waarde hebben van tien ohm, honderd, duizend ohm en meer. Duizend ohm is een kilo-ohm, een mega-ohm is een miljoen ohm. Om te weten welke weerstand het object heeft wordt deze met een kleurcode op het staafje aangegeven. Elke kleur stelt een getal voor. Een weerstand van bijvoorbeeld 220 kilo-ohm heeft als kleurcode rood, rood,geel. Een twee, een twee en dan de vermenigvuldigingsfactor 10.000. Geel betekent vier, De vierde ring is dus de factor tien tot de vierde macht.

Weerstanden moeten soms veel vermogen tegenhouden. Dan worden ze zwaarder geconstrueerd. Ze bestaan van 1/8 Watt tot vele Watts. De variabele weerstand wordt meestal uitgevoerd als een strip weerstandsmateriaal waarover een glijcontact bewogen kan worden. Dit glijcontact is verbonden aan een draaibare staaf waar een knop aan wordt bevestigd. DIt is bijvoorbeeld de volumeknop van een radio. Deze weerstand, met de naam potentiometer, heeft drie contacten. Het middelste contact zit aan het beweegbare deel en kan door schuiven de weerstand van het totale component varieren. De luidsprekers van onze radio's en televisies hebben allemaal een bepaalde weerstand. Die is, afhankelijk van het type, over het algemeen 4 of 8 Ohm.

Georg Simon Ohm was een Duitse natuurkundige die leefde van 1789 tot 1854. Hij ontdekte het verband tussen stroomsterkte, elektrische spanning en weerstand. daarmee formuleerde hij de "Wet van Ohm". Spanning (U) is gelijk aan het produkt van stroomsterkte (I) en weerstand (R), U=IxR.