Fietswielantenne: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Idzerda_raamantenne_fietswiel_BG0121434_r_con.jpg|thumb| | {| class="wikitable" | ||
|- valign="top" | |||
| width="100" | [[Bestand:Idzerda_raamantenne_fietswiel_BG0121434_r_con.jpg|thumb|x250px| Raamantenne fietswiel (bron: Fotocollectie Beeld en Geluid)]] | |||
| width="100" | [[Bestand:Raamantenne_vierkant_BG0121614_r_con.jpg|thumb|x280px|Raamantenne vierkant (bron: Fotocollectie Beeld en Geluid)]] | |||
|} | |||
== Profiel == | == Profiel == | ||
Regel 12: | Regel 16: | ||
In gebruik tot = | In gebruik tot = | ||
Beeld en Geluid archiefnummer = BG0121434 | Beeld en Geluid archiefnummer = BG0121434 (fietswiel), BG0121614 (vierkant) | ||
Versie van 16 mrt 2016 16:02
Profiel
Naam = Fietswielantenne
Vervaardigd door = zelfbouw Hans Idzerda
Functie = draadloze ontvangst
In gebruik vanaf = jaren dertig 20e eeuw
In gebruik tot =
Beeld en Geluid archiefnummer = BG0121434 (fietswiel), BG0121614 (vierkant)
Ronde raamantenne
De fietswielantenne is een raamantenne. De meeste raamantennes zijn hoekig of vierkant, deze is rond. In de jaren dertig van de twintigste eeuw bouwt een Franse radio-amateur een antenne door een houten fietswiel te omwikkelen met draad. In Nederland gaat radiopionier Hans Henricus Schotanus à Steringa Idzerda met dit idee aan de slag. Hij koopt enkele houten fietswielen en maakt zijn eigen fietswielantenne. Aan de buitenkant van de hoepel bevestigt hij pennetjes op een afstand van ongeveer vijf centimeter. Daaromheen spant hij om en om, vijftig wikkelingen. In totaal vijfenenegentig meter draad, een lengte die past bij de lange golf. Door de antenne op een draaibare voet te plaatsen kan hij met de rand in de richting van de zender worden gedraaid voor een optimale ontvangst. Deze antenne is een voorloper van de ferrietantenne, die later in veel radio’s is toegepast.
Kruispeiling
De fietswielantenne is ook gebruikt om de locatie van zenders te peilen. Door vanaf twee verschillende posities de richting te meten en op een kaart een lijn te trekken mag worden aangenomen dat de zender zich op het punt bevindt waar de lijnen elkaar kruisen. Dit heet een kruispeiling.