Theo van Haren Noman: verschil tussen versies
k (hernoemde Theo van Haren Norman naar Theo van Haren Noman) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 5: | Regel 5: | ||
| geboorte_datum = 29 april 1917 | | geboorte_datum = 29 april 1917 | ||
| geboorte_plaats = Amsterdam | | geboorte_plaats = Amsterdam | ||
| overlijden_datum = | | overlijden_datum = 6 februari 2021 | ||
| overlijden_plaats = | | overlijden_plaats = Bussum | ||
| functies = [[:category:regisseur|regisseur]] | | functies = [[:category:regisseur|regisseur]] | ||
| bekend_van = ''[[Leger van gehouwen steen]]'' | | bekend_van = ''[[Leger van gehouwen steen]]'' | ||
Regel 42: | Regel 42: | ||
In 1970 filmt Van Haren Noman de restauratie van de Boroboedoer, de Boeddhistische tempel op Java. Ook maakt hij in de periode van 1969 tot 1973 in totaal acht [[TITAN]]-spots. Voor de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Erasmus Universiteit Rotterdam vervaardigt Van Haren Noman in de periode van 1974 tot 1979 diverse onderwijsfilms. De laatste film van Theo van Haren Noman is over mond-op-mond-beademing en is een tweede deel van [[Laat nooit iemand stikken]] die hij in 1981 vervaardigt in opdracht van de Stichting Maatschappij tot Redding van Drenkelingen. | In 1970 filmt Van Haren Noman de restauratie van de Boroboedoer, de Boeddhistische tempel op Java. Ook maakt hij in de periode van 1969 tot 1973 in totaal acht [[TITAN]]-spots. Voor de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Erasmus Universiteit Rotterdam vervaardigt Van Haren Noman in de periode van 1974 tot 1979 diverse onderwijsfilms. De laatste film van Theo van Haren Noman is over mond-op-mond-beademing en is een tweede deel van [[Laat nooit iemand stikken]] die hij in 1981 vervaardigt in opdracht van de Stichting Maatschappij tot Redding van Drenkelingen. | ||
Van 1963 tot 1969 is Theo van Haren Noman lid van de Raad van de Kunst, van 1971 tot 1975 van de Amsterdamse Kunstraad en van 1981 tot 1985 van de Culturele Raad Noord-Brabant. Ook is hij actief lid van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers (NBF). Na 1982 wijdt Theo van Haren Noman zich aan de schilderkunst. | Van 1963 tot 1969 is Theo van Haren Noman lid van de Raad van de Kunst, van 1971 tot 1975 van de Amsterdamse Kunstraad en van 1981 tot 1985 van de Culturele Raad Noord-Brabant. Ook is hij actief lid van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers ([[NBF]]). Na 1982 wijdt Theo van Haren Noman zich aan de schilderkunst. | ||
Huidige versie van 11 feb 2021 om 12:13
Naam | Theodoros Josephus van Haren Noman |
Geboren | Amsterdam, 29 april 1917 |
Gestorven | Bussum, 6 februari 2021 |
Functies | regisseur |
Bekend van | Leger van gehouwen steen |
Periode actief | 1945-1979 |
Werkt samen met | Louis van Gasteren Ytzen Brusse,Erik de Vries |
Externe info | Site Theo van Haren Noman |
Theo van Haren Noman in de media Oeuvre van Theo van Haren Noman |
Theo Van Haren Noman groeit op in Amsterdam. Na 5 jaar HBS volgt hij een opleiding voor handel en economie in Londen. Na enkele baantjes brengt een test bij het Psychotechisch Bureau hem op het spoor van fotografie en film. In 1939 gaat hij naar Parijs naar de École de Photographie et Cinémaphotographie. De studie moet hij afbreken door de Tweede Wereldoorlog.
Gedurende de oorlog werkt hij voor verschillende fotografen, waaronder Menno Huizinga te Den Haag. Huizinga is actief in het verzet (hij zou door de Duitsers worden opgepakt) en laat Van Haren Noman foto's maken van landkaarten ten behoeve van geallieerde droppingen. Na de oorlog meldt hij zich zonder succes bij de Film Unit van het Militair Gezag, die onder leiding staat van John Fernhout. Op 15 juli 1945 begint Theo van Haren Noman als reportage-fotograaf bij ANEFO (Algemeen Nederlands Fotobureau). De foto's die hij in de perio¬de 1945-46 heeft gemaakt, zijn te vinden in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag in de collectie van het voormalige Film- en Fotoarchief van de Rijks Voorlichtingsdienst (RVD).
Op 6 januari 1947 begint Van Haren Noman zijn filmcarrière bij de NV Filmfa-briek Polygoon te Haarlem. In het begin werkte hij als leerling-cameraman. Na enige tijd maakt hij zijn eerste eigen journaalonderwerp: het openbreken door ijsbrekers van het Noordhollands kanaal. Theo van Haren Noman heeft ruim vier en een half jaar bij Polygoon-Profilti gewerkt en er zijn filmtechnische opleiding gekregen. Naast talloze journaalreportages heeft hij ook aan documentaires meegewerkt en later ook zelf gemaakt, bijvoorbeeld voor de Nederlandse Spoorwegen en twee opdrachtfilms voor de Marine. In de eerste, over de MARVA, de Marine Vrouwen Afdeling te Leyduin Vogelenzang, is een hoofdrol weggelegd voor Kitty Knappert. De tweede, waaraan hij samen met cameraman Piet Out werkt, gaat over het Hulpvliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman tijdens oefeningen in de Schotse Wateren.
In 1948 krijgen Theo van Haren Noman, Johan Blansjaar en Anton Koolhaas de opdracht om een compilatiefilm te maken ter gelegenheid van het vijftigjarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. Bijzonder aan deze film, Moeder des lands, is dat in de openingsscène Philip Bloemendal en Jeanne Roos samen het bed delen. Later treedt Theo van Haren Noman met deze journaliste, die onder meer voor het dagblad Het Parool werkt, in het huwelijk.
In 1949 maakt Van Haren Noman samen met Leen van Dijk in op¬dracht van de RVD een film over de feestdagen van december, Licht en warmte in koude en duisternis. Zijn eerste contact met de wereld van de speelfilm doet hij op als cameraman van de film De dijk is dicht van Anton Koolhaas.
In 1951 gaat Van Haren Noman zelfstandig films maken. Zijn eerste film als 'freelancer' is in samenwerking met Louis van Gasteren. Het is een opdracht van Van Houten’s Chocoladefabriek, Bruin goud. Voor deze film maken ze een reis naar Accra, de hoofdstad van de Goudkust. De samenwerking en reis leidt vervolgens tot nog twee andere films, Dwars door de Sahara en Accra, haven zonder kranen.
Van Haren Noman heeft verschillende opdrachten, onder andere filmt hij de Watersnoodramp in 1953 en maakt hij een film voor het Centraal Bureau in 1954, De zekere weg. In 1955 werkt hij als chef-cameraman op de manifestatie E55 onder leiding van Erik de Vries. Na de E 55 gaat Van Haren Noman op reis naar Nederlands Nieuw-Guinea, waar hij samen met Alan Pendry in opdracht van Shell Nederland een film maakte over de olieboring in moeilijk toegankelijk gebied, Luchtbrug Salawati. De film wordt geproduceerd door Ytzen Brusse. Twee documentaires die Van Haren Noman ook voor Shell maakt, over brandpreventie in laboratoria, zijn nooit extern vertoond.
In 1957 ontvangt Theo van Haren Noman voor de vrije film Een leger van gehouwen steen in zeven verschillende landen prijzen, waaronder ook de Staatsprijs voor de Nederlandse film. Deze film is over de gehele wereld, van Warschau tot New York, enthousiast ontvangen. Bovendien is hij tot ver in de jaren zestig jaarlijks tijdens de Dodenherdenking van 4 mei op televisie getoond. Na dit grote succes maakt hij in 1958 Gisteren komt nooit weerom…, over de lotgevallen van een Joodse jongen uit de Amsterdamse Jodenbuurt. Na twee opdrachtfilms maakt Van Haren Noman in 1962 zijn derde vrije film. Deze toont met behulp van vele tekeningen, gemaakt door kinderen uit de lagere school, Sint Nicolaas en hoe hij leeft in Spanje, ’T was een vreemdeling zeker.
In 1967 tekent Theo van Haren Noman met Brievenbus voor het eerste commerciële spotje dat in Nederland op televisie is uitgezonden. Het is de eerste STER reclame, gemaakt in opdracht van de Verenigde Nederlandse Dagbladpers. In 1968 maakt Van Haren Noman dertien voorlichtingsfilms over de verschillende aspecten van het leven in de Middeleeuwen. Deze korte filmpjes zijn voorafgaande aan de populaire jeugdserie Floris uitgezonden. In 1969 volgt Van Haren Noman een opleiding tot TV-regis-seur, die werd gegeven in het gebouw Santbergen in Hilversum.
In 1970 filmt Van Haren Noman de restauratie van de Boroboedoer, de Boeddhistische tempel op Java. Ook maakt hij in de periode van 1969 tot 1973 in totaal acht TITAN-spots. Voor de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Erasmus Universiteit Rotterdam vervaardigt Van Haren Noman in de periode van 1974 tot 1979 diverse onderwijsfilms. De laatste film van Theo van Haren Noman is over mond-op-mond-beademing en is een tweede deel van Laat nooit iemand stikken die hij in 1981 vervaardigt in opdracht van de Stichting Maatschappij tot Redding van Drenkelingen.
Van 1963 tot 1969 is Theo van Haren Noman lid van de Raad van de Kunst, van 1971 tot 1975 van de Amsterdamse Kunstraad en van 1981 tot 1985 van de Culturele Raad Noord-Brabant. Ook is hij actief lid van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers (NBF). Na 1982 wijdt Theo van Haren Noman zich aan de schilderkunst.
Bron: Harco Gijsbers, Theo Van Haren Noman - een filmografisch overzicht, Nederlands Audiovisueel Archief, Werkuitgave nummer 15.