Cees Hagenbeek: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{ Infobox Persoon | illustratie = | naam = | geboorte_datum = 3 juli 1942 | geboorte_plaats = Leiden | overlijden_datum = | overlijden_plaats = | func...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{ Infobox Persoon
{{ Infobox Persoon
| illustratie =  
| illustratie =  
| naam      =   
| naam      =  C.J. Hagenbeek
| geboorte_datum  = 3 juli 1942
| geboorte_datum  = 3 juli 1942
| geboorte_plaats = Leiden
| geboorte_plaats = Leiden
Regel 14: Regel 14:
| onderschrift =  
| onderschrift =  
}}
}}
Cees Hagenbeek studeerde aan de HTS Haarlem Elektrotechniek en vervolgens aan de TU Delft Elektrotechniek met als specialisatie Telecommunicatie en Informatica.
Tijdens zijn studie volgde hij in de jaren ’67 tot ‘68 colleges Filosofie en Psychologie aan de Rijksuniversiteit Leiden.
===NOS===
Hij is afgestudeerd in het vak Omroeptechniek bij prof. dr. ir. J.J. Geluk, hoofd van het NRU/NTS (later NOS) laboratorium aan de ’s-Gravelandseweg in Hilversum op een nieuw systeem voor videorecorders. Hij stapte naadloos over van het laboratorium naar de NOS Technische dienst.
 
Hij vervulde verschillende functies bij de NOS zoals, groepsleider videoafdeling Metingen en Beproevingen in studio Irene in Bussum, de bakermat van de Nederlandse televisie, gaf les op Santbergen en schreef de tekst van het programma ''[[Truuk '73]]'' en produceerde dit samen met [[Frits Butzelaar]], [[Freek Biesiot]], [[Gerard van Buuren]] en [[Jan As]]. Een seminar-achtig dagprogramma voor regisseurs, assistenten en technici over de mogelijkheden van het door het Facilitair Bedrijf ontwikkelde Kleur Effect Schakeling KES.
Hagenbeek werd lid van de eerste Ondernemingsraad van de NOS waar hij samen met Paul Hendriksen, chef van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek, de problematiek van art. 25 van Omroepwet aan de orde stelde. Dat betrof de verplichte afnamen van faciliteiten door de zendgemachtigden.
Hij werd manager Dekorproduktie in een nieuwe organisatiestructuur die een betere samenwerking tussen dekor- en grafisch ontwerpers, regisseurs, producers en technici beoogde.
Hij reorganiseerde de Regionale Omroep Noord & Oost en splitste deze eerst in drie en later in vijf regionale omroepen.
Als directeur Divisie Televisiefaciliteiten was hij verantwoordelijkheid voor het televisieproductieproces en uitzendproces; een bedrijf met 1200 medewerkers. Aandachtspunten daarbij waren:
Het toepassen van moderne managementtechnieken met accent op de processen en het introduceren van een bedrijfsmatige aanpak in productieprocessen met specifieke afstemmingsvraagstukken naar de 30 zendgemachtigden onder dynamische omgevingscondities. En het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden tussen zeer uiteenlopende mentaliteiten, culturele en artistieke milieus en vakinteressen.
In die periode regelde hij met [[Erik Jurgens]], [[Carel Enkelaar]] en [[Rudolf Spoor]] in het diepste geheim de faciliteiten voor de verslaglegging van de abdicatie van Koningin Juliana.
Daarna werd hij directeur van het Facilitair Bedrijf. Onder zijn verantwoordelijkheid werd het grote Schakel- en Uitzendcentrum op het Mediapark afgerond en in gebruik genomen.
Hij werd lid van de Technical Committee van de EBU (European Broadcasting Union), de Europese Omroep Unie en de Technische Kommission ARD/ZDF/ORF/SRG; Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland en vervolgens Kroonlid in het NOS bestuur. In de laatste functie deed hij ervaring op in besluitvormingsprocessen met variabelen van niet uitsluitend rationele aard.
Als lid van het dagelijks bestuur, de Raad van Beheer van de NOS, was hij eindverantwoordelijk voor het Facilitair Bedrijf. Dat omvatte de radio- en televisieproductie, de uitzendprocessen, de Fonotheek en muziekbibliotheek, de technische diensten, de audiovisuele archieven alsmede de omroeporkesten, ensembles en het Groot Omroepkoor.
Hij verleende medewerking aan de voorbereiding en de totstandkoming van de Mediawet, waarin de door zendgemachtigden niet gewenste verzelfstandiging van het Facilitair Bedrijf.
De toenmalige minister van OC&W, Brinkman, vroeg hem de belangen van het Facilitair Bedrijf veilig te stellen in een omroeppolitiek vijandig klimaat.
Hij was één van de formele oprichters van het Nederlands Omroepproductie Bedrijf op 31 december 1987 en werkte hij als lid van de hoofddirectie van het NOB tot 1989.
Hij bekleedde qualitate qua vele omroep nevenfuncties, waaronder lid van de raad van commissarissen van NOZEMA, het omroep zenderpark, het pensioenfonds van de omroep PNO en de CCA, de Commissie Collectieve Arbeidsvoorwaarden.
In 1982 wordt hij lid van de raad van toezicht van het OLVG. In die hoedanigheid haalde hij in 1996 Emile Lohman in dit bestuur.
===Na de NOS===
Van 1989 tot 1992 was hij zakelijk directeur bij het Koninklijk Concertgebouworkest te Amsterdam met als opdracht het orkest uit de rode cijfers te halen.
Van 1992 tot 2003 tot zijn pensioen was hij Algemeen Directeur bij het intussen Koninklijk CB, Centraal Boekhuis B.V. in Culemborg. Dit bedrijf is wereldwijd toonaangevend op het terrein van logistiek en integrale dienstverlening. Hij reorganiseerde de ICT-afdeling tot een web-georiënteerde werkomgeving voor zowel interne toepassingen als voor de aangesloten uitgevers en boekhandelaren. Uniek daarbij is de scope van het supply chain management van uitgever tot boekverkoper. Ook was hij de initiatiefnemer van de ontwikkeling van printing on demand en de invoering van de RFID chip voor interne logistieke doeleinden en als beveiligings-chip voor de boekhandel.


[[Category:personen|Hagenbeek, Cees]] [[Category:Omroepbestuurder|Hagenbeek, Cees]]
[[Category:personen|Hagenbeek, Cees]] [[Category:Omroepbestuurder|Hagenbeek, Cees]]

Huidige versie van 3 jun 2021 om 09:17

PersoonPlaceholder.png

NaamC.J. Hagenbeek
GeborenLeiden, 3 juli 1942
FunctiesOmroepbestuurder
Bekend vanNOS bestuur NOB-, NOS Televisie
Periode actiefVan 1969 tot 1989


Cees Hagenbeek studeerde aan de HTS Haarlem Elektrotechniek en vervolgens aan de TU Delft Elektrotechniek met als specialisatie Telecommunicatie en Informatica.

Tijdens zijn studie volgde hij in de jaren ’67 tot ‘68 colleges Filosofie en Psychologie aan de Rijksuniversiteit Leiden.

NOS

Hij is afgestudeerd in het vak Omroeptechniek bij prof. dr. ir. J.J. Geluk, hoofd van het NRU/NTS (later NOS) laboratorium aan de ’s-Gravelandseweg in Hilversum op een nieuw systeem voor videorecorders. Hij stapte naadloos over van het laboratorium naar de NOS Technische dienst.

Hij vervulde verschillende functies bij de NOS zoals, groepsleider videoafdeling Metingen en Beproevingen in studio Irene in Bussum, de bakermat van de Nederlandse televisie, gaf les op Santbergen en schreef de tekst van het programma Truuk '73 en produceerde dit samen met Frits Butzelaar, Freek Biesiot, Gerard van Buuren en Jan As. Een seminar-achtig dagprogramma voor regisseurs, assistenten en technici over de mogelijkheden van het door het Facilitair Bedrijf ontwikkelde Kleur Effect Schakeling KES.

Hagenbeek werd lid van de eerste Ondernemingsraad van de NOS waar hij samen met Paul Hendriksen, chef van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek, de problematiek van art. 25 van Omroepwet aan de orde stelde. Dat betrof de verplichte afnamen van faciliteiten door de zendgemachtigden.

Hij werd manager Dekorproduktie in een nieuwe organisatiestructuur die een betere samenwerking tussen dekor- en grafisch ontwerpers, regisseurs, producers en technici beoogde.

Hij reorganiseerde de Regionale Omroep Noord & Oost en splitste deze eerst in drie en later in vijf regionale omroepen. Als directeur Divisie Televisiefaciliteiten was hij verantwoordelijkheid voor het televisieproductieproces en uitzendproces; een bedrijf met 1200 medewerkers. Aandachtspunten daarbij waren: Het toepassen van moderne managementtechnieken met accent op de processen en het introduceren van een bedrijfsmatige aanpak in productieprocessen met specifieke afstemmingsvraagstukken naar de 30 zendgemachtigden onder dynamische omgevingscondities. En het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden tussen zeer uiteenlopende mentaliteiten, culturele en artistieke milieus en vakinteressen. In die periode regelde hij met Erik Jurgens, Carel Enkelaar en Rudolf Spoor in het diepste geheim de faciliteiten voor de verslaglegging van de abdicatie van Koningin Juliana.

Daarna werd hij directeur van het Facilitair Bedrijf. Onder zijn verantwoordelijkheid werd het grote Schakel- en Uitzendcentrum op het Mediapark afgerond en in gebruik genomen.

Hij werd lid van de Technical Committee van de EBU (European Broadcasting Union), de Europese Omroep Unie en de Technische Kommission ARD/ZDF/ORF/SRG; Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland en vervolgens Kroonlid in het NOS bestuur. In de laatste functie deed hij ervaring op in besluitvormingsprocessen met variabelen van niet uitsluitend rationele aard.

Als lid van het dagelijks bestuur, de Raad van Beheer van de NOS, was hij eindverantwoordelijk voor het Facilitair Bedrijf. Dat omvatte de radio- en televisieproductie, de uitzendprocessen, de Fonotheek en muziekbibliotheek, de technische diensten, de audiovisuele archieven alsmede de omroeporkesten, ensembles en het Groot Omroepkoor.

Hij verleende medewerking aan de voorbereiding en de totstandkoming van de Mediawet, waarin de door zendgemachtigden niet gewenste verzelfstandiging van het Facilitair Bedrijf. De toenmalige minister van OC&W, Brinkman, vroeg hem de belangen van het Facilitair Bedrijf veilig te stellen in een omroeppolitiek vijandig klimaat.

Hij was één van de formele oprichters van het Nederlands Omroepproductie Bedrijf op 31 december 1987 en werkte hij als lid van de hoofddirectie van het NOB tot 1989.

Hij bekleedde qualitate qua vele omroep nevenfuncties, waaronder lid van de raad van commissarissen van NOZEMA, het omroep zenderpark, het pensioenfonds van de omroep PNO en de CCA, de Commissie Collectieve Arbeidsvoorwaarden. In 1982 wordt hij lid van de raad van toezicht van het OLVG. In die hoedanigheid haalde hij in 1996 Emile Lohman in dit bestuur.

Na de NOS

Van 1989 tot 1992 was hij zakelijk directeur bij het Koninklijk Concertgebouworkest te Amsterdam met als opdracht het orkest uit de rode cijfers te halen.

Van 1992 tot 2003 tot zijn pensioen was hij Algemeen Directeur bij het intussen Koninklijk CB, Centraal Boekhuis B.V. in Culemborg. Dit bedrijf is wereldwijd toonaangevend op het terrein van logistiek en integrale dienstverlening. Hij reorganiseerde de ICT-afdeling tot een web-georiënteerde werkomgeving voor zowel interne toepassingen als voor de aangesloten uitgevers en boekhandelaren. Uniek daarbij is de scope van het supply chain management van uitgever tot boekverkoper. Ook was hij de initiatiefnemer van de ontwikkeling van printing on demand en de invoering van de RFID chip voor interne logistieke doeleinden en als beveiligings-chip voor de boekhandel.