Jan Hin: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 19: | Regel 19: | ||
===Studio Joris Ivens=== | |||
Ivens moedigt Hin aan om vooral door te gaan met filmen. Hin vertrekt vervolgens voor korte tijd naar Parijs in de hoop meer ervaring op te kunnen doen. In 1929 wordt Hin assistent bij Joris Ivens voor de film ''[[Wij bouwen]]''. Hin krijgt al snel de opdracht zelfstandig een onderdeel van de film te verzorgen. Dit wordt ''[[Impressies uit een Steenhouwerij]]'', dat niet in de definitieve versie van ''[[Wij Bouwen]]'' is opgenomen, maar apart door de Filmliga is vertoond. | Ivens moedigt Hin aan om vooral door te gaan met filmen. Hin vertrekt vervolgens voor korte tijd naar Parijs in de hoop meer ervaring op te kunnen doen. In 1929 wordt Hin assistent bij Joris Ivens voor de film ''[[Wij bouwen]]''. Hin krijgt al snel de opdracht zelfstandig een onderdeel van de film te verzorgen. Dit wordt ''[[Impressies uit een Steenhouwerij]]'', dat niet in de definitieve versie van ''[[Wij Bouwen]]'' is opgenomen, maar apart door de Filmliga is vertoond. | ||
Regel 26: | Regel 26: | ||
===Hinfilm=== | |||
Eind 1930 krijgt [[Hinfilm]], Hins eigen filmbedrijf, de opdracht een film te maken naar aanleiding van de veertigste verjaardag van de encycliek ‘Rerum Nova¬rum’, het in mei 1891 door Paus Leo XIII uitgevaardigde stuk, waarin de kapitalistische uitbuiting wordt veroordeeld. In 1932 gaat de RKWV-film in het Rembrandt Theater te Utrecht in première. Omdat het jubileum van ‘Rerum Novarum’ allang achter de rug is, besluit Hin de titel in ''[[Kentering]]'' te veranderen. De symboliek van deze titel ontgaat niemand: zoals de encycliek ‘Rerum Novarum’ een kentering in het leven van de arbeiders teweeg heeft gebracht, moet de film een kentering in de Nederlandse katholieke filmproductie teweegbrengen. De film ontvangt gunstige kritieken, niet alleen in de katholieke pers, maar ook in Filmliga-kringen. Deze buitenlandse contacten brengen Hinfilm weinig financiële winst, maar vergroten wel de internationale naamsbekendheid van Jan Hin. | Eind 1930 krijgt [[Hinfilm]], Hins eigen filmbedrijf, de opdracht een film te maken naar aanleiding van de veertigste verjaardag van de encycliek ‘Rerum Nova¬rum’, het in mei 1891 door Paus Leo XIII uitgevaardigde stuk, waarin de kapitalistische uitbuiting wordt veroordeeld. In 1932 gaat de RKWV-film in het Rembrandt Theater te Utrecht in première. Omdat het jubileum van ‘Rerum Novarum’ allang achter de rug is, besluit Hin de titel in ''[[Kentering]]'' te veranderen. De symboliek van deze titel ontgaat niemand: zoals de encycliek ‘Rerum Novarum’ een kentering in het leven van de arbeiders teweeg heeft gebracht, moet de film een kentering in de Nederlandse katholieke filmproductie teweegbrengen. De film ontvangt gunstige kritieken, niet alleen in de katholieke pers, maar ook in Filmliga-kringen. Deze buitenlandse contacten brengen Hinfilm weinig financiële winst, maar vergroten wel de internationale naamsbekendheid van Jan Hin. | ||
Regel 35: | Regel 35: | ||
===Multifilm en de NWF=== | |||
[[J.C. Mol]], de directeur van [[Multifilm]], biedt Hin na deze film een contract aan. Mol is ervan overtuigd dat Jan Hins reputatie in katholieke kringen garant staat voor opdrachten uit die hoek, maar dat valt tegen. Het uitblijven van opdrachten uit katholieke hoek dwingt Jan Hin te kiezen voor een baan in de kousenfabriek van zijn vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakt Jan Hin betrokken bij Werkgemeenschap van de Cinetone studio’s onder leiding van [[Theo Güsten]]. In 1942 worden de studio’s door de Duitsers overgenomen. | [[J.C. Mol]], de directeur van [[Multifilm]], biedt Hin na deze film een contract aan. Mol is ervan overtuigd dat Jan Hins reputatie in katholieke kringen garant staat voor opdrachten uit die hoek, maar dat valt tegen. Het uitblijven van opdrachten uit katholieke hoek dwingt Jan Hin te kiezen voor een baan in de kousenfabriek van zijn vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakt Jan Hin betrokken bij Werkgemeenschap van de Cinetone studio’s onder leiding van [[Theo Güsten]]. In 1942 worden de studio’s door de Duitsers overgenomen. | ||
Regel 44: | Regel 44: | ||
===Laatste jaren=== | |||
Na Boerenkrediet komt Hin tot de conclusie dat hij als filmer, en vooral als ‘katholiek filmer’, zijn gezin niet kan onderhouden. Hij heeft inmiddels vijf dochters en vijf zonen. Daarom gaat hij weer in de kousenfabriek werken. Toch voelt Jan Hin zich vooral filmmaker. Van het nieuwe medium televisie moet hij niets hebben. Regelmatig worden er in de woning aan de Haarlemse Regentesselaan filmvertoningen gegeven. In de doorgang tussen de voor- en de achterkamer staat een 35mm projector opgesteld. De achterkamer staat vol filmblikken. Multifilm-collega’s [[Hattum Hoving]], [[Wim Gerdes]], [[Frans Dupont]], [[Herman van der Horst]] en [[Dick Laan]] behoren tot de regelmatige bezoekers van de rijkelijk met jenever besprenkelde filmvertoningen. | Na Boerenkrediet komt Hin tot de conclusie dat hij als filmer, en vooral als ‘katholiek filmer’, zijn gezin niet kan onderhouden. Hij heeft inmiddels vijf dochters en vijf zonen. Daarom gaat hij weer in de kousenfabriek werken. Toch voelt Jan Hin zich vooral filmmaker. Van het nieuwe medium televisie moet hij niets hebben. Regelmatig worden er in de woning aan de Haarlemse Regentesselaan filmvertoningen gegeven. In de doorgang tussen de voor- en de achterkamer staat een 35mm projector opgesteld. De achterkamer staat vol filmblikken. Multifilm-collega’s [[Hattum Hoving]], [[Wim Gerdes]], [[Frans Dupont]], [[Herman van der Horst]] en [[Dick Laan]] behoren tot de regelmatige bezoekers van de rijkelijk met jenever besprenkelde filmvertoningen. | ||
Op maandagmorgen 29 juli 1957 vertrekt Jan Hin naar de fabriek. Tegen het einde van de ochtend keert hij weer terug. Hij voelt zich niet lekker. Een prop in de kransslagader blijkt fataal voor hem. Jan Hin wordt begraven op het kerkhof van de parochiekerk van de familie, de Onze Lieve Vrouwe Kerk in Overveen. | Op maandagmorgen 29 juli 1957 vertrekt Jan Hin naar de fabriek. Tegen het einde van de ochtend keert hij weer terug. Hij voelt zich niet lekker. Een prop in de kransslagader blijkt fataal voor hem. Jan Hin wordt begraven op het kerkhof van de parochiekerk van de familie, de Onze Lieve Vrouwe Kerk in Overveen. | ||
[[Category:Personen|Hin, Jan]][[Category:Regisseur|Hin, Jan]] |
Huidige versie van 12 nov 2015 om 11:33
Naam | Johannes Jozef Antonius Hin |
Geboren | Haarlem, 3 januari 1899 |
Gestorven | Haarlem, 29 juli 1957 |
Functies | regisseur |
Bekend van | Kentering |
Periode actief | 1929-1949 |
Werkt samen met | Kees Strooband, Mannus Franken, Jo de Haas, Dick Laan, Hattum Hoving, Lou Lichtveld, John Fernhout |
Externe info | Stichting Jan Hin |
Jan Hin is het vijfde kind in een gezin van twaalf kinderen uit het huwelijk van Cornelis Nicolaas Hin en Sophia Helena Francisca Bogaard. C.N. Hin is handelaar in handschoenen, kousen en sokken. Jan Hin groeit op in een autoritair, streng-katholiek milieu. Terwijl de twee oudsten - Cees en Floor – als leiding in de kousenfabriek werken, moeten Jan en zijn andere broers een toekomst voor zichzelf uitstippelen. Jans jongere broer Toon voelt zich zo gebrandmerkt als ‘mislukkeling’ dat hij naar Canada vlucht. Jan vertoont zelf ook tekenen van vluchtgedrag. Hij verblijft namelijk regelmatig voor langere tijd in het buitenland, waaronder in Brussel. In 1927 treedt hij toe als broeder in het net gestichte Benedictijnerklooster Schotenhof nabij Antwerpen. Zijn kloosternaam is Ansgar Hin.
In de tweede helft van de jaren twintig ontwikkelt Jan Hin een nieuwe passie: film. Hij wil zelf films maken, maar beseft dat dit lastig is zonder vakopleiding. In Antwerpen, Brussel en Parijs bezoekt hij bioscoopvoorstellingen en leest de belangrijkste filmboeken uit die tijd. Hin maakt vervolgens verschillende films. In 1929 toont hij aan Joris Ivens in Amsterdam zijn film Zeilen. Een paar dagen later krijgt Hin zijn film terug, met een begeleidende brief: ‘Ik maak U myn compliment voor de verschillende goede opnamen in deze film. Wat het monteeren betreft, dit “rammelt” nog erg. Ik hoop dat U het my niet euvel zult duiden wanneer ik kritiek uitoefen. Ik heb namelyk niet het essentieele van het zeilen gezien. Het is altyd nog een zeilboot die zeilt, maar niet “het zeilen”.
Studio Joris Ivens
Ivens moedigt Hin aan om vooral door te gaan met filmen. Hin vertrekt vervolgens voor korte tijd naar Parijs in de hoop meer ervaring op te kunnen doen. In 1929 wordt Hin assistent bij Joris Ivens voor de film Wij bouwen. Hin krijgt al snel de opdracht zelfstandig een onderdeel van de film te verzorgen. Dit wordt Impressies uit een Steenhouwerij, dat niet in de definitieve versie van Wij Bouwen is opgenomen, maar apart door de Filmliga is vertoond.
Ivens lanceert in het najaar van 1930 Studio Joris Ivens. Jan Hin is één van de medewerkers, samen met CAPI-em¬ployees als Helene van Dongen en Joop Huisken en freelancers Lou Lichtveld, en John Fernhout. Bij de studio hopen ze dat de naam van de maker van De Brug en Regen een garantie voor kwaliteit is bij potentiële opdrachtgevers. De samenwerking met Joris Ivens is van groot belang voor de ontwikkeling van Jan Hin als cineast. Ook het idee van een werkgemeenschap zoals de Studio Joris Ivens, waarin gezamenlijk aan een filmproductie gewerkt wordt, vindt Hin aantrekkelijk. Hij wil deze werkvorm het liefst aanwenden voor katholieke idealen. Ivens moedigt hem daarbij aan en brengt Hin in contact met de dichter Jan Engelman. Engelman zou, naast Joris Ivens, de belangrijkste raadsman van Jan Hin worden.
Hinfilm
Eind 1930 krijgt Hinfilm, Hins eigen filmbedrijf, de opdracht een film te maken naar aanleiding van de veertigste verjaardag van de encycliek ‘Rerum Nova¬rum’, het in mei 1891 door Paus Leo XIII uitgevaardigde stuk, waarin de kapitalistische uitbuiting wordt veroordeeld. In 1932 gaat de RKWV-film in het Rembrandt Theater te Utrecht in première. Omdat het jubileum van ‘Rerum Novarum’ allang achter de rug is, besluit Hin de titel in Kentering te veranderen. De symboliek van deze titel ontgaat niemand: zoals de encycliek ‘Rerum Novarum’ een kentering in het leven van de arbeiders teweeg heeft gebracht, moet de film een kentering in de Nederlandse katholieke filmproductie teweegbrengen. De film ontvangt gunstige kritieken, niet alleen in de katholieke pers, maar ook in Filmliga-kringen. Deze buitenlandse contacten brengen Hinfilm weinig financiële winst, maar vergroten wel de internationale naamsbekendheid van Jan Hin.
Bij Hinfilm hoopt men dat na het succes van Kentering de opdrachten zullen binnen stromen. Hinfilm staat ondanks enkele andere opdrachten het water aan de lippen. Jan Hin draagt de leiding over aan Kees Strooband en gaat werken bij de katholieke filmmaatschappij FIAT in Clichy, een voorstad van Parijs. Het werk in Parijs valt tegen en in 1934 keert Jan Hin samen met zijn vrouw uit Parijs terug. De vooruitzichten om in Nederland als zelfstandig filmer aan de slag te kunnen zijn ook niet veel belovend. Hin heeft wel bij FIAT Film de nodige ervaring op het gebied van de geluidsfilm opgedaan.
In 1936 dreigt faillissement voor Hinfilm. Met behulp van vader C.N. Hin kan dit voorkomen worden. Er dient zich een nieuw project aan. Kees Bruynzeel, directeur van de gelijknamige fabriek heeft een klein zeewaardig jacht, ‘De Zeearend’, laten bouwen. Hiermee wil hij deelnemen aan zeilwedstrijden. Bruynzeel vraagt Hin of hij mee wil varen om een film van de reis te maken. De AVRO zendt de beelden van de reis regelmatig uit, waardoor Nederland in de ban raakt van De Zeearend. Nog voor Hin zijn film klaar heeft, publiceert marconist Charles Felger een boek over de reis: De 4000 mijl van de ‘Zeearend’. De foto’s in het boek zijn afkomstig van Jan Hin. In februari 1937 is de film over de oceaanreis van ‘De Zeearend’, getiteld 4000 Mijlen onder Zeil, eindelijk klaar. Het succes blijft echter uit, onder andere omdat het een zwijgende film is.
Multifilm en de NWF
J.C. Mol, de directeur van Multifilm, biedt Hin na deze film een contract aan. Mol is ervan overtuigd dat Jan Hins reputatie in katholieke kringen garant staat voor opdrachten uit die hoek, maar dat valt tegen. Het uitblijven van opdrachten uit katholieke hoek dwingt Jan Hin te kiezen voor een baan in de kousenfabriek van zijn vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakt Jan Hin betrokken bij Werkgemeenschap van de Cinetone studio’s onder leiding van Theo Güsten. In 1942 worden de studio’s door de Duitsers overgenomen.
Vlak na de bevrijding in mei 1945 wordt Hin lid van de Nederlandsche Werkgemeenschap voor Filmproductie (NWF), een filmgroep die is voortgekomen uit het kunstenaarsverzet tijdens de Duitse bezetting, met Multifilm in Haarlem als thuisbasis. Voor het lidmaatschap worden alleen filmmakers uitgenodigd met artistieke aspiraties. In 1947 stopt NWF. Net als andere organisaties die direct na de bevrijding vanuit de ‘Doorbraak’-gedachte waren ontstaan, merkt de NWF dat de steun voor haar doelen snel was weggeëbd.
De Nederlandse Bioscoop Bond (NBB) installeert een Culturele Adviescommissie. Deze moet korte films op hun geschiktheid als voorfilm keuren. Alle aangesloten exploitanten zijn verplicht elke maand één film uit het pakket te boeken. Jan Hin dingt mee met scenario’s over trawlvisserij en over het kustreddingswezen. Hij krijgt van de NBB de toezegging een film over het reddingswezen te maken. Samen met Hattum Hoving filmt Hin de activiteiten van reddingsboten. De film wordt bij Multifilm gemonteerd en van muziek en commentaar (gesproken door Huib Orizand) voorzien. Maar Reddingboot aan de Nederlandse Kust overtuigt niet. De film is te veel een aaneenschakeling van losse stukken. Toch krijgt het bij de première in 1949 de status van ‘aanbevolen’ film van de Culturele Adviescommissie. De belangstelling voor de film valt echter zwaar tegen. Terwijl Reddingboot aan de Nederlandse Kust nog niet af was, heeft Jan Hin al een nieuwe opdracht binnengehaald. Een film over het 50-jarig jubileum van de Centrale Coöperatieve Boerenleenbank, Boerenkrediet.
Laatste jaren
Na Boerenkrediet komt Hin tot de conclusie dat hij als filmer, en vooral als ‘katholiek filmer’, zijn gezin niet kan onderhouden. Hij heeft inmiddels vijf dochters en vijf zonen. Daarom gaat hij weer in de kousenfabriek werken. Toch voelt Jan Hin zich vooral filmmaker. Van het nieuwe medium televisie moet hij niets hebben. Regelmatig worden er in de woning aan de Haarlemse Regentesselaan filmvertoningen gegeven. In de doorgang tussen de voor- en de achterkamer staat een 35mm projector opgesteld. De achterkamer staat vol filmblikken. Multifilm-collega’s Hattum Hoving, Wim Gerdes, Frans Dupont, Herman van der Horst en Dick Laan behoren tot de regelmatige bezoekers van de rijkelijk met jenever besprenkelde filmvertoningen.
Op maandagmorgen 29 juli 1957 vertrekt Jan Hin naar de fabriek. Tegen het einde van de ochtend keert hij weer terug. Hij voelt zich niet lekker. Een prop in de kransslagader blijkt fataal voor hem. Jan Hin wordt begraven op het kerkhof van de parochiekerk van de familie, de Onze Lieve Vrouwe Kerk in Overveen.