Harry Vermeegen: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:
| catalogus = [[Harry Vermeegen in de media]]
| catalogus = [[Harry Vermeegen in de media]]
}}
}}
De carrière van Harry Vermeegen is doorspekt met hilarische, originele humor. Harry leeft voor zijn werk. Dat heeft ook zijn nadelen, want Harry kan moeilijk omgaan met kritiek. Met zijn persoonlijke interviewtechniek weet hij veel uit sporters te halen. Een voorbeeld van Harry's aanpak is het verslag van de FA Cup finale tussen Liverpool en Everton in 1986. Het programma toont niet alleen het toegangshek van Liverpool met het opschrift "You'll never walk alone", maar ook Harry in gesprek met een aankomende profvoetballer, die de schoenen moet poetsen. Sommige specialisten twijfelen aan zijn deskundigheid. Sportverslaggever [[Herman Kuiphof]] bijvoorbeeld ziet in Harry niet het prototype van de voetbalcommentator: ‘Vermeegen is een supporter, die soms voor de microfoon gaat staan’. Desondanks is er bij het grote publiek toch brede waardering voor zijn eigenzinnige stijl en afwijkend commentaar.
Voetbal was al vroeg een passie van Harry. Hij meldt zich aan bij De Meer en speelt daar samen met onder andere [[Louis van Gaal]]. Harry eindigt zijn voetbalcarrière in het vierde elftal. Terugblikkend herrinert hij zich: "We kregen een keer een hoekschop. Die bal kwam keihard op me af. Ik denk: 'die ga ik dus effe niet koppen'. Verloren we met 3-2. Nou, dan verliezen we maar. Ik ga niet met zo’n duffe kop rondlopen. Nee, ik was niet zo fanatiek."
Over de 4-jarige Handelsschool doet Harry zes jaar. Omtrent zijn toekomst bestaat geen onduidelijkheid; hij wil toneelspeler, cameraman of sportjournalist worden. Een leraar op school ziet iets in de opstellen van deze leerling. En omdat Harry idolaat is van sport, adviseert de docent hem sportjournalist te worden. In 1968 meldt Harry zich bij dagblad ''De Tijd''. Tijdens de zomerspelen van Mexico mag hij de foto’s archiveren en koffie halen voor de verslaggevers.
Harry wordt als leerling-verslaggever op de sportredactie ondergebracht bij [[Maarten de Vos]], een harde leermeester. Er werken journalisten, die later naam maken. Zo zijn [[Kees Jansma]], [[Eddy Poelmann]] (bekend van ''[[Studio Sport]]'' en [[Bert Nederlof]] (Voetbal International) verbonden aan de krant. Om verder ervaring op te doen wordt hij vervolgens voor drie jaar naar de regionale redactie in Haarlem gestuurd. Harry blijkt geen briljant schrijver; wel toont hij zijn goede neus voor ideeën. Ook heeft hij oog voor het gekke en de grap. Verder bezit hij de gave om met lastig te benaderen mensen in contact te komen. Uiteindelijk mag hij weer terug naar de sportredactie in Amsterdam. Na een jaar wordt Harry ontslagen met de mededeling: “Je wordt overal een ster behalve bij ''De Tijd''”.


[[Category:personen|Vermeegen, Harry]] [[Category:Programmamaker |Vermeegen, Harry]] [[Category:Verslaggever |Vermeegen, Harry]]
[[Category:personen|Vermeegen, Harry]] [[Category:Programmamaker |Vermeegen, Harry]] [[Category:Verslaggever |Vermeegen, Harry]]

Versie van 29 sep 2008 13:40


NaamHenricus Bernardus Johannes Maria Vermeegen
GeborenAmsterdam, 20 mei 1950
Functies programmamaker, verslaggever
Bekend vanTussen start en finish, Voetbal 80, Pisa, Verona, Die 2: Nieuw koeien, De regenjas
Periode actief1968-2000
Werkt samen metMart Smeets, Nico Steenbergen, Henk Spaan, Ferry de Groot
TriviaVerblijft sinds 2003 in de Verenigde Staten, is daar geopereerd aan een hersentumor

Harry Vermeegen in de media
Oeuvre Harry Vermeegen

De carrière van Harry Vermeegen is doorspekt met hilarische, originele humor. Harry leeft voor zijn werk. Dat heeft ook zijn nadelen, want Harry kan moeilijk omgaan met kritiek. Met zijn persoonlijke interviewtechniek weet hij veel uit sporters te halen. Een voorbeeld van Harry's aanpak is het verslag van de FA Cup finale tussen Liverpool en Everton in 1986. Het programma toont niet alleen het toegangshek van Liverpool met het opschrift "You'll never walk alone", maar ook Harry in gesprek met een aankomende profvoetballer, die de schoenen moet poetsen. Sommige specialisten twijfelen aan zijn deskundigheid. Sportverslaggever Herman Kuiphof bijvoorbeeld ziet in Harry niet het prototype van de voetbalcommentator: ‘Vermeegen is een supporter, die soms voor de microfoon gaat staan’. Desondanks is er bij het grote publiek toch brede waardering voor zijn eigenzinnige stijl en afwijkend commentaar.

Voetbal was al vroeg een passie van Harry. Hij meldt zich aan bij De Meer en speelt daar samen met onder andere Louis van Gaal. Harry eindigt zijn voetbalcarrière in het vierde elftal. Terugblikkend herrinert hij zich: "We kregen een keer een hoekschop. Die bal kwam keihard op me af. Ik denk: 'die ga ik dus effe niet koppen'. Verloren we met 3-2. Nou, dan verliezen we maar. Ik ga niet met zo’n duffe kop rondlopen. Nee, ik was niet zo fanatiek."

Over de 4-jarige Handelsschool doet Harry zes jaar. Omtrent zijn toekomst bestaat geen onduidelijkheid; hij wil toneelspeler, cameraman of sportjournalist worden. Een leraar op school ziet iets in de opstellen van deze leerling. En omdat Harry idolaat is van sport, adviseert de docent hem sportjournalist te worden. In 1968 meldt Harry zich bij dagblad De Tijd. Tijdens de zomerspelen van Mexico mag hij de foto’s archiveren en koffie halen voor de verslaggevers.

Harry wordt als leerling-verslaggever op de sportredactie ondergebracht bij Maarten de Vos, een harde leermeester. Er werken journalisten, die later naam maken. Zo zijn Kees Jansma, Eddy Poelmann (bekend van Studio Sport en Bert Nederlof (Voetbal International) verbonden aan de krant. Om verder ervaring op te doen wordt hij vervolgens voor drie jaar naar de regionale redactie in Haarlem gestuurd. Harry blijkt geen briljant schrijver; wel toont hij zijn goede neus voor ideeën. Ook heeft hij oog voor het gekke en de grap. Verder bezit hij de gave om met lastig te benaderen mensen in contact te komen. Uiteindelijk mag hij weer terug naar de sportredactie in Amsterdam. Na een jaar wordt Harry ontslagen met de mededeling: “Je wordt overal een ster behalve bij De Tijd”.