Ontvangtoestel

Naam	NSF O8
Vervaardigd door	Nederlandse Seintoestellen Fabriek in Hilversum
In gebruik vanaf	1922
In gebruik tot
Gewicht	enkele kilo's

Wanneer Idzerda aan het begin van de twintigste eeuw in Den Haag begint met het uitzenden van omroepprogramma’s, verschijnen bij de luisteraars de eerste omroepontvangers. In het begin bouwen veel radio-amateurs hun eigen ontvanger. Jan Corver beschrijft in het januarinummer van 1920 van het maandblad Radio Nieuws een door hem zelf gebouwd toestel. Deze beschrijving wordt door veel radio-amateurs als leidraad gebruikt voor de bouw van hun eigen radio. In de ontvangers is de honingraatspoel een belangrijk onderdeel. Als de vraag naar omroepontvangers groeit begint de Nederlandse Seintoestellen Fabriek, NSF, met de bouw van een omroeptoestel, een “stevig Hollands maaksel” en “een sieraad in huis”. Het is dan 1922.

In de collectie van Beeld & Geluid bevindt zich het waarschijnlijk enige overgebleven exemplaar van deze eerste fabrieksmatig gebouwde omroepontvanger met het typenummer NSF 08. De radio is gebouwd in en op een eikenhouten kast, met de honingraatspoelen aan de voorzijde. Het is een zogenaamde secondaire ontvanger, dat wil zeggen dat de detectorlamp wordt vooraf gegaan door twee afgestemde kringen. Het bereik loopt van 250 tot 3000 meter golflengte.

Het apparaat is te koop voor het bedrag van 215 gulden, een flink bedrag in die tijd. In de prijs is alleen de spoelenset inbegrepen. Voor andere benodigdheden zoals de lamp, de batterij voor de anodespanning, de accu en de koptelefoon moet apart betaald worden. Hierbij komt dan ook nog de aanleg van een dakantenne en een goede aardleiding. Op deze manier wordt het een vrij kostbare geschiedenis. Vooral met het oog op de salarissen van toen, zodat deze ontvanger niet voor ieder binnen bereik was. Toch speelt deze radio een belangrijke rol bij het tot stand komen van onze omroep.