Dame la Mano
Periode | 2003 |
Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 2000-2009 |
Medium | film (bioscoop) |
Beschrijving
Dame la Mano is een documentaire van Heddy Honingmann. De film volgt enkele Cubaanse immigranten die leven in een latino wijk in New York. Belangrijke thema's zijn passie en muziek, en dan met name de rumba. We leren wat deze dans betekend voor de Cubaanse bannelingen. Ondertussen zien we hoe ze hard werken om te overleven in de Amerikaanse maatschappij. De muziek en de dans houdt hun hierbij staande.
Bindende factor van de personen die gevolgd worden is dat ze allen op zondagavond samenkomen in het danscafe La Esquina Habanera. De documentaire sluit af met een optreden in deze club.
Makers
Regie: Heddy Honigman, Ester Gould
Research: Heddy Honigman, Karim Noack, Ester Gould
Camera: Gregor Meerman, Sandro Ligtenberg
Montage: Mario Steenbergen
Geluid: Piotr van Dijk, Hugo Dijkstal, Rik Meijer
Muziek: Raíces Habaneras, Karim Noack, Lisandro y su Tratado
Productie: Pieter van Huystee, John Appel, Hetty Krapels, Flavio Fontes, Tânia Cypriano
Eindredactie VPRO: Wim Schepens
Achtergrondinformatie
Dame la Mano is de titel van een Cubaanse compositie. In de film word het stuk gespeeld door een van de personages. Letterlijk vertaalt betekent het “geef mij je hand”.
De documentaire ging in november 2003 in Nederland in première tijdens het IDFA-Festival, waar de film werd geselecteerd voor de Joris Ivens Competitie. Een maand eerder al was de internationale première in het Museum of Modern Art New York.
Tijdens het Nederlands Film Festival in 2004 kreeg de film een Gouden Kalf voor beste geluid(Piotr van Dijk). Verdere onderscheidingen waren: 'Beste Documentaire' op het Thessaloniki Film Festival, 'Best Documentary' tijdens het Channel Islands Filmfestival in 2004 en 'Best Musical Film' op het Tiburon International Filmfestival in 2005.
Naast de onderscheidingen waren er ook lovende woorden in de pers. Er werd gesproken van een swingende en boeiende documentaire. Gawie Keyser bijvoorbeeld noemt in de Groene Amsterdammer de statische camera een perfecte stijlkeuze om de dansende personages in beeld te brengen en beschrijft de eindscene als een schitterend gefotografeerde avond in een nachtclub. Maar er waren ook kritische noten. Ronald Ockhuysen van Cinema.nl spreekt van Honingmann's minste. De documentaire ontbeert volgens hem de noodzakelijkheid en magische eigenschap die wel te vinden was in haar vorige films.
Daarnaast onderstreept Dame la Mano volgens Ockhuysen de stelling dat Nederlandse documentairemakers hun onderwerpen bij voorkeur over de grenzen zoeken. Die trend was in 2004 goed zichtbaar een leidde tot enige discussie. Op het IDFA draaiden dat jaar meerdere Nederlandse producties die zich in het buitenland afspeelden, onder andere in Jenin, Siena, Georgie en Guatamala. Ockhuysen ondervroeg tijdens het IDFA ook Kees Ryninks, hoofd documentaire van het Filmfonds, hierover: Met die reislust zou het wel wat minder kunnen. Soms voel ik me net een duur reisbureau.
In het geval van Honingmann was haar onderwerp echter meer toevalligheid dan een moedwillige beslissing. In een televisie interview tijdens het IDFA vertelt ze hoe ze via de vrouw van een kennis geïntroduceerd werd met La Esquina Habanera. Over deze ervaring zegt ze:Ik wist niet wat ik zag. Voor het eerst in mijn leven zag ik mensen dansen op de rumba en de rumba spelen. De vrouw die Honingmann inwijdde tot de rumba heeft zelf een belangrijke plek in de film. Ze danst hierin de flamingo vertelt over haar ziekte, kanker, en hoe ze hiermee omgaat.
In hetzelfde interview vertelt Honingmann over de structuur van de film. Het was in het vliegtuig op de terugweg dat ik de structuur van de film zag, het zou mooi zijn om alle personages in de film te ontmoeten en te horen over hun Cuba en heimwee. (...) dan is het niet alleen een film over dans. Het is een film over die mensen, die aan het dansen zijn.
Over de humor en de verassing die haar films typeren zegt ze ten slotte: Mensen kennen mijn films. Ik probeer altijd een lachje te vinden waar je hem niet verwacht (...) daar waar je treurnis verwacht maar waar mensen toch weten te overleven.