Resonantie
Resoneren, re- soneren, uit het Latijn vertaald, weer meeklinken, meetrillen. Resonantie is een vorm van zelfversterking. Het simpelste voorbeeld is de weerklank die te horen is in de badkamer. De betegelde wanden weerkaatsen het stemgeluid maar veel belangrijker is de inhoud, de afmetingen van de ruimte. Wanneer de stem een bepaalde toonhoogte bereikt gaat de hele ruimte meeklinken. Hij is dan in resonantie.
Een lange dunne stok die men aan het ondereind vast houdt kan, door hem met een bepaalde frequentie heen en weer te schudden, in resonantie geraken. Dit gebeurt wanneer de hand met de resonantiefrequentie van de stok beweegt. De stok gaat meteen veel meer meebewegen. Hij is in resonantie met de frequentie waarmee u de stok heen en weer schudt.
Wanneer een afgestemde kring in resonantie is met de frequentie van het signaal dat er aan wordt toegevoerd zal de kring het signaal versterken. Deze eigenschap wordt gebruikt in ontvangers om de juiste zender te kunnen horen zonder allerlei bijgeluiden. Een antenne is op zijn best wanneer hij zó lang is gemaakt dat hij in resonantie is met het signaal dat hij moet oppikken. De ideale lengte kan een kwart golflengte zijn of een veelvoud daarvan. Een antenne die een radiosignaal met een golflengte van ongeveer drie meter moet opvangen is ongeveer 75 centimeter lang. Dat is een kwart golflengte. Deze antennes vinden we op onze draagbare radio’s die FM stations ontvangen in het frequentiegebied van 87 tot 108 megahertz. Onze mobiele telefoon werkt met nog hogere frequenties, dus kortere golven. De antenne van de telefoon is dan ook maar een paar centimeter lang. Lekker makkelijk.