Antenne

Uit B&G Wiki

Zonder antenne geen ontvangst

De antenne dient om radio- en televisie- en andere communicatiesignalen op te pikken die door zenders zijn uitgestraald. Vroeger maakte men gebruik van lange draden die het zwakke signaal naar de ontvanger voerden. De voortschrijdende techniek maakt het gebruik van kleinere antennes mogelijk. Er zijn antennes in diverse uitvoeringen. De meest eenvoudige is nog steeds een draad die in de kamer langs het plafond gespannen kan worden. Die worden echter niet meer gezien tegenwoordig. Een andere eenvoudige antenne is de sprietantenne zoals die op de auto en schepen te vinden is. Dan hebben we de “hark”, met de soortnaam Yagi antenne, dat is een antenne met allemaal dwarsstaafjes, verder hebben we de satellietschotel, een raamantenne, de fietswielantenne, de in de radio ingebouwde ferrietantenne, de loop-antenne, de log periodische antenne en dan de actieve antenne. Zie ook fase gestuurde antenne.

techniek

Om zo gevoelig mogelijk te zijn voor een bepaald signaal is het belangrijk dat de antenne bepaalde afmetingen heeft. Kenners zeggen dat de antenne in resonantie moet zijn met de frequentie van het signaal. Een draadantenne is goed wanneer de lengte een kwart golflengte, of een veelvoud daarvan is van de draaggolf. Voor een spriet geldt dit ook. Is de mogelijkheid om voldoende lengte te realiseren beperkt of zelfs afwezig dan kan een antenne-verlengspoel uitkomst bieden. De lengte van de antenne wordt hierdoor vergroot maar door een deel ervan als een spoel uit te voeren wordt ruimte bespaard. Sommige antennes zijn rondom even gevoelig, zoals de sprietantenne die verticaal staat. Een yagi antenne, die een grote voor-achterverhouding heeft, is daardoor zeer richtinggevoelig en een draadantenne is net als de ferrietantenne het gevoeligst wanneer hij dwars staat op de richting van waar het signaal vandaan komt. Een raamantenne is een draadantenne die in een spoelvorm is gewikkeld. De gevoeligheid van de antenne, de zogenaamde antennewinst wordt uitgedrukt in de term decibel (dBd).

De actieve antenne is voorzien van een aan de antenne bevestigd versterkertje dat het antennesignaal al versterkt voor het de kabel naar de ontvanger ingaat.

Omgekeerd kan de antenne ook dienen om een signaal uit te stralen. Daarvoor geldt nog meer dat de antenne-afmetingen goed dienen te zijn afgestemd op het uit te zenden signaal. Bij zenders heeft men namelijk rekening te houden met staande golven.

bijzonder

Het zal na het bovenstaande vreemd klinken maar het is mogelijk met een ondergrondse antenne ontvangst te hebben en goed signaal uit te zenden. In het begin van de twintigste eeuw worden proeven gedaan met een ondergrondse antenne. Een in die dagen vooraanstaand Engelse radio-amateur (call sign eg 6PG-SK) experimenteert in 1925 met een draad van 20 meter die vijfenzeventig centimeter onder een tuinpad begraven ligt. Hij monteert de draad op glazen isolatoren, dekt de draad af met halfronde dakpannen en vult de uitgegraven sleuf weer met zand. De antenne ligt zo in een luchtkoker onder het tuinpad. De resultaten zijn verrassend. Signalen in de korte golf, onder 1000 meter golflengte worden goed opgevangen, er zijn weinig stoorsignalen en hij merkt op dat het signaal standvastiger is dan dat van een luchtdraadantenne. Naarmate de golflengte toeneemt verzwakt het opgevangen signaal. Boven de 1000 meter golflengte is geen ontvangst meer mogelijk. De signalen die ontvangen worden komen uit heel Europa, Amerika, Azië en Australië. Ook het zenden via deze ondergrondse antenne levert bevredigende signalen op. In zijn beschrijving van de experimenten spreekt de Engelse amateur zijn dank uit aan onder anderen de Nederlandse amateurs die hem in zijn proefnemingen hebben bijgestaan.