Tegencapaciteit
Tegencapaciteit Een tegencapaciteit is een essentieel onderdeel van vele soorten zendantennes. Eenvoudig gezegd bestaat het doel van de tegencapaciteit eruit dat het door de antenne uitgestraalde vermogen als het ware gespiegeld wordt door een goede geleider, waardoor de afstraling veel sterker wordt. Dat betekent dat het signaal beter te ontvangen is door veraf gelegen ontvangers. Enkele voorbeelden: de ground-plane antenne. Een verticaal geplaatste staaf van een kwart golflengte is verbonden met de centrale geleider van de coax kabel die van de zender komt. De mantel van de kabel is verbonden met een aantal schuin of dwars geplaatste staafjes, de radialen, aan de voet van de antenne. Deze radialen fungeren dan als een soort aarde als tegenhanger van het stralende antennedeel. Ieder type antenne heeft een bijpassend systeem van tegencapaciteit. Bij de antenne van Radio Kootwijk liggen draden een paar decimeter onder het maaiveld. Deze zijn geplaats omdat de zandgrond op de Veluwe geen goede geleider is. Wanneer daarentegen een antenne op een schip is geplaatst werkt het water als ideale tegencapaciteit. Gebruikt men een lange draad als zendantenne dan legt men een of meer draden in de grond onder de antenne. Een hoge vochtigheid van de bodem kan ook al zorgen voor een goede afstraling. Bij plaatsing van een mobilofoonzender in een auto fungeert de gehele of een deel van de carosserie als tegencapaciteit. Tenminste wanneer de carosserie niet geheel uit kunststof bestaat.