Dick de Vilder
Naam | Dick de Vilder |
Geboren | , |
Functies | Cameraman, regisseur, presentator |
Bekend van | cameraman van het eerste uur |
Periode actief | 1951 - 1980 |
Werkt samen met | Erik de Vries, Frans Marks, Timo de Wit, Leen Timp |
Dick de Vilder werkte in de jaren veertig van de vorige eeuw als directie-secretaris voor de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (N.S.F.)-directie in Hilversum, later Philips Telecommunicatie. Hij schrijft daarnaast boeken en toneelstukken voor jong publiek die in regio het Gooi worden opgevoerd.
Als na de Tweede Wereldoorlog Philips de Experimentele Televisie-uitzending weer op wil pakken, werkt De Vilder daar aan mee als cameraman. In de zomer van 1951 wordt hij gevraagd te helpen met de voorbereidingen voor landelijke televisie als deel van de groep die door Philips tijdelijk gedetacheerd wordt bij de NTS. Tijdens de eerste uitzendingen heeft hij, net als de andere pioniers, vaak meerdere functies: naast eerste cameraman is hij ook floormanager en staat hij met enige regelmaat zelf voor de camera om programma's te presenteren of aan te kondigen. Nieuwe cameramensen, zoals Leen Timp leren het vak door eerst een paar maanden de dolly van De Vilder te duwen.
In een van de eerste AVRO-televisieuitzendingen leidt hij de rubriek Telemimiek. Een aantal bekende acteurs en actrices in de studio kregen van tv-kijkers, via de telefoon een stuk tekst uit een toneelstuk en moesten de titel van het stuk raden.
In 1953 verlaat hij de televisie om in de reclame te werken. Hij maakt enkele films voor Philips en schrijft scenario's voor reclamefilms.
In augustus 1957 keert De Vilder na enkele jaren afwezigheid weer terug, hij treedt toe tot de TV-sectie van de AVRO. Hij presenteert twee seizoenen het programma Mederiaan wat wordt beschreven als 'kaleideoscopisch' gevarieerd programma met reportages over film en cultuur. Daarnaast verzorgt hij enkele rubrieken in omroepblad De AVRO-bode.
In juni 1959 wordt De Vilder ontslagen. De AVRO beschuldigd hem ervan om informatie te hebben gegeven aan weekblad TV, een blad dat in omroepkringen als ongewenst wordt beschouwd omdat het hun monopolie op programmagegevens aantast, en zodoende het voortbestaan van de omroepgidsen bedreigt. Er is gelekt over aankomende AVRO programma's en hoewel De Vilder ontkent er iets mee te maken te hebben, maar zijn ontslag wordt niet teruggedraaid.
Eind 1959 keert De Vilder opnieuw terug bij de televisie, ditmaal als gastheer in een VPRO-televisierubriek die op de zaterdagavonden geprogrammeerd staat. In 1962 vervangt hij Mieke Verstraete als quizmaster van VPRO-programma Toer-is-me.
In 1960 is De Vilder betrokken bij een plan voor de oprichting van de Coöperatieve Vereniging CO-TV die zich inzet voor een tweede, commericieel televisienet. Het verzuilde omroepsysteem, waar de nogal conservatief ingestelde omroepverenigingen alle macht hebben, laat volgens voorstanders van commerciële televisie geen ruimte voor vernieuwing en creativiteit. De Vilder vind een medestander in Pieter de Ruwe, hoofdredacteur van het door de omroepen gewraakte weekblad TV. Ook programmamaker Wim Ibo zit in het bestuur van de CO-TV. De vereniging stelt dat met de opbrengt van kijkgeld in de toekomst een tweede net mogelijk zal worden, zeker als een deel van de zendtijd commericiël geëxploiteerd kan worden. Het plan krijgt geen navolging.
Ondertussen is De Vilder weer terug bij de reclame, als hoofd radio en televisie bij een groot reclame-bureau, blijft hij voorstander van reclame op het beeldscherm en de ether. Daarnaast heeft hij in 1966-67 de vaste televisierubriek 'Praten over kijken in het Algemeen Dagblad waar hij televisie-uitzendingen recenseert.,