Marcel van Dam

Uit B&G Wiki
Versie door Bvspall (overleg | bijdragen) op 23 jan 2009 om 12:24
Marcel van Dam

NaamMarcel Parcival Arthur van Dam
GeborenUtrecht, 30 januari 1938
Functies programmamaker, politicus, omroepbestuurder
Bekend vanGeachte ombudsman, De achterkant van het gelijk, Het Lagerhuis
Periode actief1969-2005
Triviawas Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (1981-1982)
Externe infoBiografie op parlementaire site

Marcel van Dam in de media
Oeuvre Marcel van Dam

Marcel van Dam heeft als programmamaker, voorzitter en programmadirecteur een grote stempel op de VARA gedrukt in de jaren ’80. Hij wordt gezien als drammerig en ongeduldig, maar ook als vlijmscherp. In de jaren ’60 werd hij het gezicht van de Nieuw Links beweging in de PvdA en vaak genoemd als kroonprins van Den Uyl. Uitspraak van Harry Mulisch over zijn vriend Marcel van Dam: “Ik ken weinig mensen wiens imago zo verschilt van wat ze werkelijk zijn.”

Marcel van Dam groeit op in een Utrechts gezin van negen kinderen. Vader is politierechercheur, moeder ‘een heilige’. Ondanks de streng beleden katholieke leer is het gezin harmonieus. Wanneer Marcels jongste en de broer boven hem komen te overlijden voelt hij zijn positie als een isolement, waaruit hij zich redt door zich breed te maken. In de arbeidersbuurt waar hij opgroeit leert hij zich als straatvechter staande te houden: “ik ben van nature agressief”. Op school leidt zijn ongeduldige houding tot lage cijfers voor gedrag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog valt het gezin uiteen. Vader weigert consequent joden te arresteren en gaat in het verzet. Het gezin moet de rest van de oorlog verspreid onderduiken.

Van Dam gaat in 1957 in Utrecht rechten en later sociologie studeren. In 1965 doet hij zijn doctoraalexamen. In zijn scriptie onderzoekt hij het verkiezingsgedrag. Op basis van deze studie presenteert hij in 1967 voor de televisie het eerste onderzoek waarbij een voorspelling van einduitslag wordt gegeven.Op 18-jarige leeftijd is Van Dam lid van de Katholieke Volkspartij geworden. Later ontworstelt Van Dam zich van de katholieke kerk, waar hij zich niet langer thuis voelt. Van Dam is twee jaar reserve-officier.

Marcel van Dam wordt in 1966 lid van de PvdA. Hij toont zich een politiek denker, die zich meer sterk maakt voor de grote visie dan voor de waan van de dag. Hij schrijft eind van dat jaar een artikel over de PvdA voor Vrij Nederland. Hij wordt opgenomen in de radicale vleugel van de PvdA, Nieuw Links en speelt een belangrijke rol in deze beweging. Van Dam verwijt ‘de politiek’ teveel op de korte termijn gericht te zijn. In het televisieprogramma Inburgeren (1967) wordt Van Dam als Nieuw Links-politicus voor de camera gehaald. Marcel van Dam kandideert zich voor partijsecretaris in het bestuur van de PvdA. Hij wordt niet gekozen. Intussen is Van Dam wetenschappelijk medewerker bij de Wiarda Beckmanstichting. Hij werkt twee jaar voor de WBS.

Alhoewel iedereen Van Dam van de televisie kent, zet hij zijn eerste stappen in zijn omroeploopbaan bij de radio. In de herfst van 1968 vraagt Tom Pauka aan Van Dam of hij misschien de Amerikaanse presidentsverkiezingen voor de microfoon wil verslaan. Twee maanden lang trekt Van Dam door de Verenigde Staten.

In 1969 wordt Van Dam benaderd door Tom Pauka, radioman en communicatiestrateeg bij de VARA, met de vraag of hij ombudsman wil worden. Het consumentenprogramma De Ombudsman is gebaseerd op een Zweeds initiatief. Van Dam eerste optreden is in Geachte ombudsman . In 1970 gaat het programma Ombudsman heten. Door het programma Ombudsman wordt Van Dam binnen de VARA een machtsfactor, omdat hij een bekende Nederlander met grote populariteit is geworden. Hij wordt vaak op straat aangesproken met “Ombudsman, u bent mijn laatste hoop!” of woorden van die strekking. Uiteindelijk wordt Van Dam een kroonprins van PvdA-partijleider Joop den Uyl.

De meest slepende zaak voor Ombudsman Van Dam wordt de Exota-zaak. Deze kwestie over spontaan ontplofte limonadeflessen wordt op 19 december ’70 in het gelijknamige radioprogramma wereldkundig gemaakt. In de actualiteitenrubriek Achter het nieuws (1971) reageert Van Dam op het verwijt van de fabrikant, chantage uit te oefenen. In hetzelfde “Achter het nieuws” (1980) krijgt de Exota-affaire later opnieuw aandacht als er (gedurende zeer korte tijd) beslag is gelegd op VARA-gebouwen en de woning van Marcel van Dam. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat Van Dam een algemeen probleem (ontploffende flessen) niet als een Exota-probleem mag presenteren. In NOVA (1996) is er aandacht voor deze rechterlijke uitspraak, waarin ook bepaald wordt dat de VARA zeven miljoen gulden (schadevergoeding plus vanaf 1970 bijgetelde rente) moet betalen.

Marcel van Dam blijft tot 1973 ombudsman. Zijn rol als ombudsman versnelt Van Dam’s politieke loopbaan. Marcel van Dam combineert zijn politiek activiteit met divers televisiewerk. Tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977) wordt Van Dam staatssecretaris onder minister Gruyters van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Tijdens het eerste kabinet Van Agt (1977-1981) zit Van Dam als oppositielid in de Tweede Kamer. Hij keert na zijn kamerlidmaatschap terug op het department, als minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/Van Agt. Het kabinet Den Uyl/Van Agt is geen lang leven beschoren: het bestaat van september ’81 tot en met mei ’82. Van Dam neemt na zijn ministerschap zitting in de kamer.

Begin jaren tachtig wordt Van Dam medewerker van het programma De stand van zaken. Hij doet in De rooie haan een personage: de ongegeneerd rechtse VVD-er De Bruijn. In deze onzachtzinnige scherts laat hij zijn talent voor imitaties blijken. In De achterkant van het gelijk (1980) gaat presentator Marcel van Dam op Socratische wijze op zoek naar de grenzen van de ethiek. Een van de redactieleden is Van Dams vriend Hans van Mierlo, de D66-politicus. Voor dit programma wordt Van Dam al het eerste seizoen onderscheiden met de Nipkov-schijf (1981). Na dertien jaar Den Haag keert Van Dam definitief terug bij de VARA.

In 1986 stelt Van Dam zich kandidaat als voorzitter van de VARA. Zijn verkiezing verloopt niet probleemloos, omdat er weerstand is tegen de eis van Van Dam om een directe invloed op het programmabeleid te hebben. Van Dams eerste zorg is de sanering van de beroerde financiële situatie van de VARA. Als ‘turn around manager’ moet hij de VARA, vanouds een subsidiecultuur, rijp maken voor een bedrijfs-economische cultuur. Bovendien moet hij de traditie van sterk sociaal-democratisch bestuur herstellen, na een periode van zwak bestuur. Een ontslaggolf in onvermijdelijk. Er volgen reorganisaties en de knip gaat op de beurs. Deze reorganisatie vindt plaats in een stormachtige periode voor het Hilversums omroepbestel. Van Dam ziet de oorzaak van de crisis in het wegvallen van de verzuiling. Hij zet zich in voor een derde net en de verzelfstandiging van de NPS. Eventueel wil hij van de VARA een private omroep maken, met Veronica als eventuele partner.

Ondertussen moet de VARA weer kwaliteit voor een breed publiek gaan bieden. Daarvoor moet het af van het imago van ruzie en drammerigheid. Van Dam reist door het land om op VARA-symposia de nieuwe lijn te verdedigen. Hij slaagt erin zowel de programma’s als het omroepblad weer in de lift te krijgen. In die periode wordt de VARA de meest bekeken omroep. Ook realiseert hij concrete samenwerkingsverbanden, zoals het samengaan van Achter het nieuws en NOS-laat in NOVA. Naast zijn voorzitterschap neemt Van Dam ook de rol van programmadirecteur tijdelijk waar. In november 1995 draagt Van Dam het VARA-voorzitterschap over aan Vera Keur.

In zijn hoedanigheid van NOS bestuurder wordt Van Dam ook NOB-commissaris. Per 1 januari 1988 neemt hij zitting in het dagelijks bestuur van de publieke omroep. Voorts heeft Van Dam zitting in het bestuur van NOZEMA (kabel) en in de raad van toezicht van de STER.

Als programmamaker is hij na deze tijd vooral bekend van Het Lagerhuis, waarin Van Dam ook altijd de inleiding verzorgt. In 2005 stopt hij als programmamaker, al blijft hij op de achtergrond betrokken bij het door hem bedachte programma De Grootmeesters.

Prijzen en onderscheidingen

De Foresterprijs: de zachtmoedigste man van Nederland (1972).

De zilveren Nipkovschijf voor De achterkant van het gelijk (1981).

De Zilveren Reissmicrofoon voor het programma De stand van Zaken (1984).

Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.

Commandeur in de orde van Oranje Nassau.

Publicaties

Kijk op de Kiezer (met J. Beishuizen) (1967).

De ombudsman (samen met R. Moonen) (1971).

De opmars der dingen (1994) (bundel columns de Volkskrant)

De loop der dingen, (1997) (bundel columns de Volkskrant)

De vele gezichten van de waarheid (1998) (bundel columns de Volkskrant)