Fokke Duetz
Naam | Fokke Duetz |
Geboren | Ambarawa (Indonesië), 10 februari 1910 |
Gestorven | Bussum, 2 oktober 1989 |
Functies | Decorontwerper |
Bekend van | decors van Pension Hommeles, Saint Germain des Prés, Maigret |
Periode actief | 1955 - 1975 |
Werkt samen met | Peter Zwart, Peter Koen, Willy van Hemert, Walter van der Kamp |
Gallery | Gallery |
Fokke Duetz in de media Oeuvre Fokke Duetz |
Fokke Duetz is opgeleid in de Schildersklasse van de Haagse Academie en van 1930 (of 1929)-1933 aan de Kunst Gewerbe Schule in München. Daar krijgt hij les van prof. Pretorius. Hij volgt ook het vak theatergeschiedenis want hij wil theaterontwerper worden. Hij doet enige ervaring op met decorontwerp als assistent van Karel Bruckner in Den Haag. Voor de oorlog werkt hij kort in de reclame, maar dat bevalt hem niet.
In 1953 wordt Duetz decorontwerper bij het Cinetone aan de Duivedrechtsekade. In dienst van dat bedrijf is hij art-director voor een aantal Nederlandse films. Zo werkt hij samen met Jaap Penraat aan een serie zogenoemde Triangle films die op de Amerikaanse televisie vertoont worden onder de titel Secret File USA. Dit zijn films van een half uur over een Amerikaanse spion (gespeeld door Robert Alda) die door heel Europa boeven vangt, diplomaten beschermt en spionnen ontmaskert. Ze maken zesentwinting afleveringen in zesentwintig weken onder regie van Arthur Dreyfuss. De regisseur zegt grinnikend tegen een journalist van het Vrije Volk (18-3-1954); " Nog nooit een art-director gezien zonder moeilijkheden. Nou heb ik er twee, hebben wij dus dubbele moeilijkheden". Duetz en zijn oudste zoon figuren in enkele afleveringen.
De producent van één van die films Karel van Lochem introduceert Duetz bij de televisie en regelt een gesprek met Arie van der Dool en Peter Zwart. Mogelijk kennen Zwart en Duetz elkaar al eerder via Toonder Studio's en/of Cinetone waar zij beide werken begin jaren vijftig. Het klikt tussen Zwart en Duetz hoewel ze in veel opzichten elkaars tegengestelden zijn. Duetz treedt in mei 1955 in dienst bij de NTS als decorontwerper. Duetz die de filmwereld gewend is, schrikt in eerste instantie als hij Studio Vitus en Studio Irene ziet met al die grijs-grauwe schotten op die kleine vloertjes. Maar juist in die beperking ziet hij een uitdaging.
Duetz en Peter Zwart zijn enkele jaren de enige twee decorontwerpers bij de NTS en werken regelamtig samen aan uitzendingen. Hun namen prijken elke uitzending op de aftitelrol en ook in de televisierecensies worden ze bijna altijd genoemd. De uitzendingen waren nooit vlekkeloos en op de acteurs was altijd veel aan te merken, maar de decors waren dan in ieder geval prachtig is de teneur van de televisierecensenten in de jaren vijftig.
Mies Bouwman beschrijft in de Telegraaf (2-3-1956) hoe de twee ontwerpers te werk gaan. Van alle bestaande praktikabels, wanden, trappen en andere grote decorstukken zijn miniaturen gemaakt. Zwart en Duetz gaan eerst zitten puzzelen met die blokjes, tekenen dan een plattegrond, een vooraanzicht en een aantal shots voor de regisseur. Maar naast de wensen van de regisseur moeten ze ook rekening houden met de beperkte ruimte in Studio Irene en Studio Vitus, bewegingsmogelijkheden voor acteurs, cameramensen en microfoons. Ze steken zelf ook de mouwen uit de handen als het nodig is, zo schilderen ze zelf de achterdoeken.
Eind 1956 is Peter Zwart is vanwege een maagbloeding enkele maanden aan het ziekbed gebonden, waardoor Duetz er alleen voor staat. In een interview in de Telegraaf (23-1-1957) is te lezen dat hij voor minstens vier televisiespelen per week een decor moet verzorgen, vaak met meerdere sets. Het is dus toveren op de beschikbare 170 vierkante meter studioruimte. Maar, zegt hij: " Juist het puzzelen maakt dit werk zo plezierig en interessant."
De regisseurs worden steeds ambitieuzer. Voor de televisiebewerking van Jane Eyre door Peter Koen in 1958 zijn maar liefst veertien sets nodig. Deze enorme productie moet in een dag opgebouwd worden in Studio Vitus en de naast gelegen Studio 3 door een ploeg van veertien bouwers. Duetz goochelt met de ruimte: hij plaatst de schouwen op wieltjes, verzint draaiende boekenkasten, wanden en panelen met afneembare gordijnen en draperieen. De changementen moeten plaats vinden tijdens de filminlassen van enkele minuten.
De eerste drie jaar bij de NTS ontwerpt Duetz naar schatting een kleine 2.000 decors (De Telegraaf, 7-5-1958). Dat het werk van de decorontwerpers, inmiddels versterkt met Cor Hermeler bij publiek en critici in de smaak valt blijkt ook uit het juryrapport van de eerste 'TV Oscars', een prijs ingesteld door Erik de Vries en het Prins Bernhardfonds. De jury is van mening dat de decroontwerpers "vaak met eenvoudige hulpmiddelen, suggestieve, geestige en artistiek voortreffelijke toneelomgevingen weten te scheppen" (Het vrije volk, 4-10-1958).
Het werk eist zijn tol aan de decorontwerpers. Begin 1959 hebben zowel Duetz en Zwart te veel hooi op hun vork genomen en zijn met ziekteverlof. Het wordt duidelijk dat uitbreiding van de afdeling nodig is. Naast Hermeler en Jan van der Does komen ook Massimo Götz, Hans Chr. van Langeveld en Roland de Groot erbij. De decorontwerpers en regisseurs beginnen in deze periode steeds meer met kleur te werken. Niet dat die kleuren op televisie te zien zijn, maar voor de acteurs en de bouwers zijn de grijsbruine decors niet erg inspirerend. Het idee is dat vrolijke kleuren het spel van de acteurs positief kunnen beinvloeden.
Vanaf 1964 groeit de afdeling opnieuw heel sterk, net als de NTS als geheel. Met de schaalvergroting verdwijnen op den duur ook de persoonlijke relaties met regisseurs en decorbouwers. In de beginjaren helpen Duetz en Zwart mee met het bouwen en schilderen en kennen ze iedereen bij naam. In de jaren zeventig is dat onmogelijk. Daarnaast wordt de organisatie steeds bureaucratischer, iets waar de decorontwerpers van het eerste uur lastig aan kunnen wennen. Zwart en Duetz zijn beide niet erg geinteresseerd in managementtaken, overleg en procesbeheersing en laten die taken grotendeels over aan Jan van der Does die daar meer plezier in heeft.
Na zijn pensionering in maart 1975 blijft Duetz een paar jaar als free-lancer werkzaam voor de NOS en ontwerpt hij per jaar nog zo'n tien decors voor uiteenlopende televisieprogramma's. Als hij niet aan een decor werkt is hij aan het schilderen. Het archief met decorschetsen van Duetz wordt beheerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en (een selectie) is te bekijken in de Gallery.