Fading

Uit B&G Wiki

Fading is het Engelse woord voor langzaam verdwijnen, afnemen in sterkte. Trommelremmen hebben er soms last van wanneer ze te heet worden. De remmen werken dan minder goed. Vooral op lange hellingen gevaarlijk.

Ook in de wereld van communicatie is het begrip fading bekend. Wanneer een radiostation ontvangen wordt kan het gebeuren dat de signaalsterkte afneemt of juist versterkt wordt. Dit geeft een zeer onrustig geluid dat onprettig is om te beluisteren. De oorzaak ligt bij de wijze waarop het signaal bij de ontvanger komt, de propagatie.

Stations in de korte golf en middengolf hebben hier vooral mee te maken. Een bekend voorbeeld in de jaren zestig en zeventig is Radio Luxemburg op 208 meter golflengte. Dit commerciële station zond muziek uit voor jongeren. De studio stond in Londen en de banden werden ’s avonds tot drie uur in de ochtend uitgezonden vanuit Luxemburg omdat daar geen verbod bestond op commerciële radio.

Aan het eind van de jaren 1920 meent men dat de oorzaak van fading gezocht moet worden in ruimte. In het blad Radio Wereld, weekblad voor Nederlandse Radio-Amateurs en Luisteraars, verschijnt een artikel over deze storingen: "De nieuwste hypothese zegt, dat fading teweeg wordt gebracht door seinen, die van andere hemellichamen uitgaan, en dan ook nog van buitenaardse intelligente wezens. Hoewel gesteld wordt dat enkelen met deze theorie in hun schik zijn wordt snel met deze opvatting afgerekend en gesteld dat deze enthousiastelingen zich blij maken met een dode mus. Het zijn eerder zwaartekrachtgolven of magnetische invloeden van deze hemellichamen die verstorend werken, zo meent men te kunnen zeggen. Latere inzichten hebben de waarheid boven tafel gebracht zodat de oorzaak van fading heden bekend is.

Fading ontstaat wanneer het signaal via verschillende routes naar de ontvanger komt. Het zendersignaal gaat via een reflecterende laag hoog in de atmosfeer naar de ontvanger. Deze reflecterende laag verandert nogal eens van eigenschappen waardoor het signaal zwakker of sterker wordt gereflecteerd. Wanneer de afstand niet te groot is gaat het signaal ook rechtstreeks langs de aarde naar de ontvanger. De twee paden komen dus samen op de plaats waar de ontvanger staat. Doordat de signalen een andere weg hebben afgelegd komen ze niet precies op dezelfde tijd aan, soms versterken ze elkaar en soms verzwakken ze elkaar. Dat is interferentie. De radio zal nu een sterk wisselende ontvangst hebben, vaak met vervormd geluid.