EO: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19: Regel 19:
De beeldmerken van de verschillende omroeporganisaties op Nederland 1, 2 en 3 zijn terug te leiden tot de jaren twintig van de vorige eeuw wanneer verschillende maatschappelijke groepen de betekenis van de radio voor hun beweging inzien.  In Nederland wordt het omroepbestel opgedeeld in een drietal zuilen waarin de protestants-christelijke, katholieken en socialisten hun achterban trachten te ontwikkelen ontdaan van invloeden vanuit andere levensbeschouwelijke stromingen. De situatie van beslotenheid is vooral aanwezig in het radiobestel. Als de radio-omroepen in 1951 ook zendtijd krijgen op televisie met slechts één net worden de grenzen tussen de zuilen vager en komt er meer openheid. Christenen die zich niet kunnen vinden in de in hun ogen meer 'populaire' programmering van de [[KRO]] en [[NCRV]], beginnen te praten over de vorming van een eigen omroep. In 1967 ontstaan binnen de [[NCRV]] geluiden om vanuit de stichting ''DEO'' (GOD), wekelijks drie uur radiozendtijd en één uur televisiezendtijd onder eigen beheer te maken, om zo de NCRV-programma's een kritisch tegenwicht te bieden. Aangezien het zendgemachtigden niet is toegestaan zendtijd aan 'derden' af te staan, is het aan DEO om op eigen initiatief door te gaan. DEO verandert in stichting ''De Evangelische Omroep'' en vanaf 1970 zendt de EO haar eerste programma’s uit.  
De beeldmerken van de verschillende omroeporganisaties op Nederland 1, 2 en 3 zijn terug te leiden tot de jaren twintig van de vorige eeuw wanneer verschillende maatschappelijke groepen de betekenis van de radio voor hun beweging inzien.  In Nederland wordt het omroepbestel opgedeeld in een drietal zuilen waarin de protestants-christelijke, katholieken en socialisten hun achterban trachten te ontwikkelen ontdaan van invloeden vanuit andere levensbeschouwelijke stromingen. De situatie van beslotenheid is vooral aanwezig in het radiobestel. Als de radio-omroepen in 1951 ook zendtijd krijgen op televisie met slechts één net worden de grenzen tussen de zuilen vager en komt er meer openheid. Christenen die zich niet kunnen vinden in de in hun ogen meer 'populaire' programmering van de [[KRO]] en [[NCRV]], beginnen te praten over de vorming van een eigen omroep. In 1967 ontstaan binnen de [[NCRV]] geluiden om vanuit de stichting ''DEO'' (GOD), wekelijks drie uur radiozendtijd en één uur televisiezendtijd onder eigen beheer te maken, om zo de NCRV-programma's een kritisch tegenwicht te bieden. Aangezien het zendgemachtigden niet is toegestaan zendtijd aan 'derden' af te staan, is het aan DEO om op eigen initiatief door te gaan. DEO verandert in stichting ''De Evangelische Omroep'' en vanaf 1970 zendt de EO haar eerste programma’s uit.  


Basis van de toelating van de EO is de ''Omroepwet van 1969'' die voorschrijft dat nieuwe zendgemachtigden toe mogen treden tot het publieke bestel wanneer deze een stroming in de samenleving vertegenwoordigt en een voldoende ledenaanhang bezit. Het ledenaantal is vervolgens bepalend voor een indeling in een A, B, C en aspirant-status die de zendtijd bepaald. De EO krijgt toegang tot het bestel met een ledenaantal van 15.000. Vanaf de toetreding stijgt het ledenaantal van de EO gestaag met in 1972 de C- en in 1983 de B-status tot resultaat. De Omroepwet van 1969 heeft indirect tot gevolg dat er een grote concurrentie ontstaat tussen omroepen onderling. Er was sprake van ‘vertrossing’ waarbij informatieve programma’s het moeilijk hebben ten opzichte van amusementsprogramma’s.  
Basis van de toelating van de EO is de ''Omroepwet van 1969'' die voorschrijft dat nieuwe zendgemachtigden toe mogen treden tot het publieke bestel wanneer deze een stroming in de samenleving vertegenwoordigt en een voldoende ledenaanhang bezit. Het ledenaantal is vervolgens bepalend voor een indeling in een A, B, C en aspirant-status die de zendtijd bepaald. De EO krijgt toegang tot het bestel met een ledenaantal van 15.000. Vanaf de toetreding stijgt het ledenaantal van de EO gestaag met in 1972 de C- en in 1983 de B-status tot resultaat. De Omroepwet van 1969 heeft indirect tot gevolg dat er een grote concurrentie ontstaat tussen omroepen onderling. Er is sprake van ‘vertrossing’ waarbij informatieve programma’s het moeilijk hebben ten opzichte van amusementsprogramma’s.  


De programmering van de EO is in die jaren niet in lijn met de ‘vertroste’ programmering van andere zenders. De EO brengt een orthodox geluid in een tijd waarin Nederland sterk ontkerkelijkt. Zendtijd wordt besteed aan kerkelijke zang en preken, informatieve programma’s over het creationisme en natuurfilms die de wonderen van Gods schepping tonen. In 1975 wordt de eerste jongerendag georganiseerd waarbij jongeren door middel van muziek, dans en preken samen het christendom vieren. Het groeit uit tot een jaarlijks evenement dat groter en groter wordt. Het tekent de groei van de leden en de aandacht die de EO geeft aan jongeren en kinderen. In het programma ''[[De kinderkrant]]'' kunnen kinderen voor het eerst via televisie kennis maken met Bijbelse verhalen.  
De programmering van de EO is in die jaren niet in lijn met de ‘vertroste’ programmering van andere zenders. De EO brengt een orthodox geluid in een tijd waarin Nederland sterk ontkerkelijkt. Zendtijd wordt besteed aan kerkelijke zang en preken, informatieve programma’s over het creationisme en natuurfilms die de wonderen van Gods schepping tonen. In 1975 wordt de eerste jongerendag georganiseerd waarbij jongeren door middel van muziek, dans en preken samen het christendom vieren. Het groeit uit tot een jaarlijks evenement dat groter en groter wordt. Het tekent de groei van de leden en de aandacht die de EO geeft aan jongeren en kinderen. In het programma ''[[De kinderkrant]]'' kunnen kinderen voor het eerst via televisie kennis maken met Bijbelse verhalen.  

Versie van 27 aug 2010 09:15

EO logo (2003)

NaamEvangelische Omroep
Oprichting21 april 1967
VoorzitterAd de Boer
Leden439.293 (1 april 2009)
Huidige ZendersNederland 1, Nederland 2, Nederland 3, Radio 1, Radio 2, 3FM Radio 4, Radio 5
Omroep StatusA-status
Aanvullende informatieTelevisievormgeving
Externe infoofficiële site

De beeldmerken van de verschillende omroeporganisaties op Nederland 1, 2 en 3 zijn terug te leiden tot de jaren twintig van de vorige eeuw wanneer verschillende maatschappelijke groepen de betekenis van de radio voor hun beweging inzien. In Nederland wordt het omroepbestel opgedeeld in een drietal zuilen waarin de protestants-christelijke, katholieken en socialisten hun achterban trachten te ontwikkelen ontdaan van invloeden vanuit andere levensbeschouwelijke stromingen. De situatie van beslotenheid is vooral aanwezig in het radiobestel. Als de radio-omroepen in 1951 ook zendtijd krijgen op televisie met slechts één net worden de grenzen tussen de zuilen vager en komt er meer openheid. Christenen die zich niet kunnen vinden in de in hun ogen meer 'populaire' programmering van de KRO en NCRV, beginnen te praten over de vorming van een eigen omroep. In 1967 ontstaan binnen de NCRV geluiden om vanuit de stichting DEO (GOD), wekelijks drie uur radiozendtijd en één uur televisiezendtijd onder eigen beheer te maken, om zo de NCRV-programma's een kritisch tegenwicht te bieden. Aangezien het zendgemachtigden niet is toegestaan zendtijd aan 'derden' af te staan, is het aan DEO om op eigen initiatief door te gaan. DEO verandert in stichting De Evangelische Omroep en vanaf 1970 zendt de EO haar eerste programma’s uit.

Basis van de toelating van de EO is de Omroepwet van 1969 die voorschrijft dat nieuwe zendgemachtigden toe mogen treden tot het publieke bestel wanneer deze een stroming in de samenleving vertegenwoordigt en een voldoende ledenaanhang bezit. Het ledenaantal is vervolgens bepalend voor een indeling in een A, B, C en aspirant-status die de zendtijd bepaald. De EO krijgt toegang tot het bestel met een ledenaantal van 15.000. Vanaf de toetreding stijgt het ledenaantal van de EO gestaag met in 1972 de C- en in 1983 de B-status tot resultaat. De Omroepwet van 1969 heeft indirect tot gevolg dat er een grote concurrentie ontstaat tussen omroepen onderling. Er is sprake van ‘vertrossing’ waarbij informatieve programma’s het moeilijk hebben ten opzichte van amusementsprogramma’s.

De programmering van de EO is in die jaren niet in lijn met de ‘vertroste’ programmering van andere zenders. De EO brengt een orthodox geluid in een tijd waarin Nederland sterk ontkerkelijkt. Zendtijd wordt besteed aan kerkelijke zang en preken, informatieve programma’s over het creationisme en natuurfilms die de wonderen van Gods schepping tonen. In 1975 wordt de eerste jongerendag georganiseerd waarbij jongeren door middel van muziek, dans en preken samen het christendom vieren. Het groeit uit tot een jaarlijks evenement dat groter en groter wordt. Het tekent de groei van de leden en de aandacht die de EO geeft aan jongeren en kinderen. In het programma De kinderkrant kunnen kinderen voor het eerst via televisie kennis maken met Bijbelse verhalen.

In de jaren ’90 gaat de Evangelische Omroep een andere koers varen. De orthodoxe programmering versus de secularisatie in Nederland heeft gezorgd voor een grote kloof tussen christenen en niet christenen. Besloten wordt om naast programma’s voor de christelijke achterban, meer evangeliserende programma’s te maken gericht op het niet christelijke publiek. Deze verandering van strategie vindt plaats met de komst van commerciële zenders. De publieke omroep krijgt de beschikking over drie netten en krijgt commerciële concurrentie. Het ledenaantal van de EO stijgt in die periode fors. Op 1 mei 1992 verkrijgt het met 550.000 leden de A status.

De nieuwe status zorgt voor een steun in de rug en een nieuwe smoel. Van muurbloempje verandert de EO in een van de beter scorende omroepen. Naast orthodoxe programma’s die de kritische achterban tevreden stelt, neemt de EO risico’s met programma’s die in dialoog gaan met niet christenen. Andries Knevel praat in Het elfde uur met gelovigen en niet gelovigen over de samenleving en problemen die zich daarin afspelen. Gehoopt wordt dat door de toenadering meer mensen zicht tot God zullen richten. Ook jongeren worden gezocht zoals in Jong dat zich ontwikkelt tot een van de best bekeken programma’s van de omroep. Jong staat midden in de belevingswereld van jongeren. Meer dan een miljoen kijkers zien hoe de presentator kort na de Nieuwjaarsbrand in Volendam, optrekt met een aantal jongeren die slachtoffer of getuige zijn van de ramp in het café. Het marktaandeel van de EO stijgt mede door dit soort programma’s en ook kijken er meer niet-kerkelijke mensen.

De EO heeft in 2009 zo’n 440.000 leden waarmee het de derde omroep van Nederland is. Het huidige bestel is horizontaal geprogrammeerd waarbij de EO niet meer kan vasthouden aan het vertrouwde Ned2 maar haar programma’s verspreid ziet over alle drie de netten. In het nieuwe programmeringmodel moet Nederland 1 het nieuwe kijkcijferkanon worden, Nederland 2 een net voor verdieping en Nederland 3 gericht op jongeren. Deze nieuwe programmering heeft een positief effect op het marktaandeel van de publieke zenders. In 2008 scoren de EO-programma’s Onverwacht bezoek, Het familiediner en Knevel & Van den Brink goede kijkcijfers op Nederland 1. Op Nederland 2 zijn Blauw bloed en Ik mis je goed bekeken EO-programma’s. Op Nederland 3 blijkt vooral 40 dagen zonder seks een opvallend goed scorend programma.