Jongens onder mekaar
| Periode | 1998 |
| Beschikbaar in archief | Beeld en Geluid |
| Genre | Documentaire |
| Decennia | 1990-1999 |
| Lengte | 49'38 |
| Medium | televisie |
Beschrijving
Deze documentaire uit de serie ‘Werelden’ gaat over de vriendschap tussen mannen. ‘Jongens onder mekaar’ brengt verschillende soorten vriendschappen in beeld. Er wordt daarbij gekeken naar hoe deze vriendschappen zijn ontstaan en of ze stand zouden houden als de gezamenlijke hobby is verdwenen. De rode draad in de documentaire is de vriendschap, deze wordt toegelicht door de psycholoog Nico van Oosten.
Als eerste wordt een groep mannen in beeld gebracht die regelmatig met elkaar gaan vogels kijken. Met deze hobby is de vriendschap begonnen, toch zouden ze zich niet kunnen voorstellen dat de vriendschap over is wanneer er van een gezamenlijke hobby geen sprake meer is.
Psycholoog Nico van Oosten is van mening dat de vriendschap tussen mannen vooral gaat om acceptatie en vertrouwen. Voor mannen is het echter belangrijk dat ze iets met elkaar te doen hebben, een gezamenlijke bezigheid. Dit geldt voor vrouwen veel minder.
Naast de groep vrienden die samen vogels kijken, worden er voorbeelden aangehaald van vriendschappen binnen een Solex-club, gehandicapte vrienden die elkaar al vanaf de basisschool kennen, een hechte vriendschap tussen een Nederlandse man en een Turkse man en mannen die samen schaken.
Henk Westbroek is echter van mening dat vriendschap een illusie is, dit wordt hem gevraagd naar aanleiding van zijn bekende nummer: Vriendschap is een illusie. Hij zegt dat de vriendschappen komen en gaan, het is maar net of de behoefte er aan is.
Al met al wordt de conclusie getrokken door verschillende vrienden en de psycholoog Nico van Oosten: een vriendschap is niet omdat het leuk is, maar ondanks alles wat we hebben meegemaakt zijn we vrienden.
Makers
Samenstelling en regie: Yvonne Feller
Camera: Albert van der Wildt en Willem Hesusius
Geluid: Hugo Helmond en Arnold Vogel
Montage: Peter Middendorp
Productie: Yvonne Feller, Jurgen van Uden en Guuske de Vree
Eindredactie: Wessel v.d. Hammen
