Mary Hehuat

Uit B&G Wiki
Mary Hehuat (Bron: collectie Beeld en Geluid)

NaamMary Hehuat
GeborenDjokjakarta, 18 december 1941
GestorvenBreda, 16 februari 2021
Functiesregisseur
Bekend vanMedelanders Nederlanders, Werken aan werk, Tussen Oost en West, Waar ik geboren ben
Periode actief1975-2021
Werkt samen metMaartje van der Heyden, Yvonne de Kok

Mary Hehuat in de media
Oeuvre van Mary Hehuat

Een jazzmuzikant die filmt of een filmer die jazz speelt

Opleiding

In de jaren zestig volgt Mary Hehuat een opleiding aan de de afdeling Filmische Vormgeving van de Academie St. Joost te Breda. Hij studeert af met Een dag van een meisje. Hij is ook voor de camera te zien, bijvoorbeeld in de hoofdrol van Kamer met uitzicht van Jan Gruyaert en in bijna alle eindexamenfilms van 1967. In diezelfde jaren zet hij zijn eerste stappen als jazzmuzikant.

Films over de Zuid-Molukse gemeenschap

In 1975 maakt Hehuat Tussen Oost en West over de problematiek van de Zuid-Molukkers in Nederland, zo'n 40.000 personen, die terug willen, maar niet kunnen en voortdurend in botsing komen met de westerse maatschappij. Hij heeft, met zijn echtgenote Maartje van der Heijden, ruim een jaar gefilmd op verschillende plaatsen in Nederland waar de Zuid-Molukkers in eigen wijken wonen, vooral in Breda (waar de filmer zelf woont) en in Assen. Door zijn afkomst, zelf Zuid-Molukken, is Hehuat in staat een ander beeld te schetsen van de moeilijke omstandigheden waarin de Molukse gemeenschap in Nederland verkeert. Centraal in Tussen Oost en West staat de familie Latumaerissa. Vader is een oud-KNIL-militair, moeder een religieuze vrouw met heimwee. De kinderen, van wie twee schoolgaand, twee werkend, hebben allen een taalachterstand. De film is gesubsidieerd door het ministerie van CRM, maar dat heeft zich gedistantieerd van de inhoud. Het is in de ogen van het ministerie te veel een politieke film. Een Molukker dringt in de film onder meer aan op “hardere acties”, “nog erger dan die van de Palestijnen”. Hehuat en Van der Heyden hebben de titel van de film 'Geef mij de Molukkers maar' moeten veranderen in het neutralere 'Tussen Oost en West', maar mochten verder alsnog hun gang gaan.

Na een aantal jaar te werken voor verschillende Nederlandse omroepen en het Duitse WDR krijgt Hehuat in 1985 de opdracht van Feduco voor een 8-delige serie over de geschiedenis van de Molukkers vanaf 1945, Sedjarah Kesabaran - De geschiedenis van het geduld. De serie wordt uitgezonden binnen de reeks Medelanders Nederlanders en zowel in het Nederlands als in het Maleis vertaald. Vanuit de Molukse gemeenschap is er kritiek op Sedjarah Kesabaran, vooral omdat voornamelijk vertegenwoordigers van de Badan Persatuan aan het woord kwamen. Zelf geeft Hehuat toe zich vertild te hebben aan de serie. Hij is buiten de Molukse woonwijken opgegroeid en heeft zich verkeken op de sociale controle die er heerst. Ook het gebrek aan technische kennis en technische mogelijkheden speelden volgens Hehuat een rol, waardoor niet alle kanten evenwichtig konden worden belicht. Henk Baard, de coördinator bij Feduco, verklaart daarbij dat het vanwege de beperkte zendtijd niet mogelijk is om alle Molukse groeperingen aan het woord te laten. Hehuat hoopt dat de Nederlandse Molukkers met deze serie de ‘koloniale bladzijde’ eindelijk omslaan en zich meer naar de toekomst gaan richten.

In 1987 filmt hij Op weg naar huis over de 300 bewoners van Kamp Lunetten, die daar tot het einde willen blijven wonen. De Nederlandse overheid wil dit kamp sluiten, om af te rekenen met armoedige huisvesting. De documentaire bevat interviews hierover met oudere en jongere Zuid-Molukkers. Hehuat plaatst de ervaringen van de bewoners in historisch perspectief en probeert zoveel mogelijk meningen uit de kleine gemeenschap de ruimte te geven. Deze bewoners weigeren te vertrekken omdat ze daarmee hun zogeheten KNIL-rechten zouden opgeven en omdat ze hun cultuur willen behouden. Het kamp wordt door velen namelijk beschouwd als hun kampong, waar ze zich weinig van de Nederlandse leefgewoonten hoeven aan te trekken. Lunetten heeft voor hen daarom een symboolfunctie. Het verlaten van het tijdelijke kamp en opgaan in de Nederlandse samenleving zou betekenen om de hoop voor een vrij RMS te laten varen. Ouderen beschouwen het vertrek van jongeren uit het kamp als verraad aan de RMS-gedachte. Sommige kampbewoners willen er simpelweg blijven omdat het veel voordeliger is dan de huurprijs voor een nieuwe rijtjeswoning van de Vughtse Woningstichting.

Er is tijdens het filmen een zekere achterdocht richting Hehuat en zijn werk te merken; een filmer zal wel voor de overheid werken. Van verdeeldheid onder de Molukse gelederen wordt dan ook nauwelijks gesproken. Hehuat verwijst er in de film echter wel even naar. Er zijn bijvoorbeeld twee kampraden, instituten die het gezag binnen de gemeenschap vormen, terwijl er in de interviews gesproken wordt over dé kampraad. ‘We durven elkaar niet meer in de ogen te kijken’, zegt een Molukker in de film.

Een jaar later volgt Molukkers in de stad: Een dubbelleven, over twee jonge Molukkers die buiten hun woonwijk proberen hun weg te vinden.

In 1989 maakt hij ook de gedramatiseerde documentaire Tjandu, over het drugsgebruik binnen de Molukse samenleving. Een ex-verslaafde en een moeder van een verslaafde vertellen in interviews hoe het is om te moeten leven volgens de normen en waarden van de maatschappij, in het bijzonder de Molukse.

In 1990 maakt Hehuat het drieluik Waar ik geboren ben over Molukkers die gebruik hebben gemaakt van de Repatriëringsregeling die in 1975 door Indonesië in het leven is geroepen. Hehuat is de eerste Molukse cineast die toestemming heeft om een film over hen te maken. Het is een onderwerp waarover veel vooroordelen bestaan en waarover niet of nauwelijks wordt gesproken in de Molukse gemeenschap. Hehuat wil zaken met zijn werk bespreekbaar maken zonder zelf een positie in te nemen.

Al deze documentaires vertellen de geschiedenis van Molukkers in Nederland, maar niet alle meningen en uitspraken blijven bewaard voor toekomstige generaties. Sommigen willen niet meewerken aan een documentaire, anderen willen wel vertellen, maar durven niet alles voor de camera te zeggen.

Ander werk

In 1976 doet hij muziek en camera voor een film over epilepsie, gemaakt door Maartje van der Heyden.

Gracias A Dios is een reportage over een hulpproject van ZOA-Vluchtelingenzorg voor de Miskito in Honduras, in de oostelijke provincie Gracias a Dios. Leden van deze Indiaanse bevolkingsgroep worden opgeleid tot gezondheidsleiders. De film geeft aandacht aan de primitieve en onhygiënische leefomstandigheden in het geïsoleerde moerasgebied waar ze leven.

In de jaren 90 maakt Hehuat verschillende reportages voor ''Werken aan werk''. Hij maakt deze met Yvonne de Kok.

In 1991 maakt Hehuat met Yvonne de Kok een documentaire over jongens en meisjes die kiezen voor een carrière in het leger.

Trivia

Naast filmmaker is en blijft Hehuat zijn hele loopbaan optreden als jazzmuzikant. Hij speelt bas in het trio Mary Hehuat. Met dit trio begeleidt hij Yvonne de Kok, met wie hij ook geregeld samenwerkt als filmmaker. Hij opent in Antwerpen het jazzcafé Hopper.