Michiel van Erp

Uit B&G Wiki
Versie door Kimenaig (overleg | bijdragen) op 22 nov 2017 om 15:45
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De vijf leefregels van Michiel van Erp: 1. Treed mensen tegemoet met een open vizier. 2. Omring jezelf met de juiste mensen. 3. Zorg dat je niet inkakt. 4. Soms moet je jezelf uitspreken. 5. Neem als je uitgaat zo min mogelijk mee.

Marijn van der Jagt noteert ze aan het begin van de zomer van 2009 in Vrij Nederland. Het gesprek vindt plaats in het kader van zijn nieuwste documentaire Angst, een film die is samengesteld uit de portretten van zes Amsterdammers met een angststoornis. ‘’Er zit niet één vraag meer van mij in’’, bekent de documentairemaker over de film, in een interview voor de Volkskrant. Die vragen komen van René van ’t Erve, van Erp’s partner in het productiebedrijf De Familie, die zorg draagt voor de research en het scenario van de film. Het is een aanpak die de documentairemaker dwingt om een stap verder te zetten. En dat betekent: een stap voorbij het compliment van onder meer regisseur Kees Hin, oud cameraman van Bert Haanstra, die op de vraag: ‘Wie is de opvolger van Haanstra?’ antwoordt: ‘Michiel van Erp. Ik vind dat hij er best iets van gemaakt heeft.’

Op het tienjarig bestaan van de Dutch Directors Guild mag Michiel van Erp zijn favoriete film laten zien. Het wordt The Burger & the King: the Live & Cuisine of Elvis Presley in regie van James Marsh. Als gast in Radio Kunststof wordt hem gevraagd naar zijn favoriete documentaire. Kerstmis in Floradorp van regisseur René Roelofs, antwoordt Van Erp. Het zijn klip en klare antwoorden uit de mond van een maker die door zijn ouders als twijfelkont wordt getypeerd in een interview met volkskrantredacteur Cornald Maas, tevens boezemvriend van Van Erp.’’Vroeger al, als ik met een schaal gebakjes rondging, kon hij niet kiezen. Dan zei ik: 'Michiel, ik tel tot drie, dan ga ik verder.'’, en: ‘’Toen hij de Citotoets had gemaakt, zei de juf: 'Hij kan er nog niet mee naar de lts!' Alles verprutst, omdat hij niet kon kiezen.’’, zo illustreert zijn moeder.

Michiel van Erp groeit op in Eindhoven. Zijn ouders hebben een muziekwinkel en vader is daarnaast nog muziekleraar en dirigent. Hij studeert later, net als één van zijn twee broers, Industriele Vormgeving aan de TU in Delft.“Ik studeerde af bij een bedrijf in Ede, op een onzinnig onderwerp, een kabelaftakklem. Dat is een klem die je onder je huis stopt en gebruikt om stroom af te tappen.”, zegt Van Erp in een interview met het studentenblad van de TU Delft. Meer succes heeft hij als acteur bij de ‘Delftse Komedie’, het studententoneel. Als hij wordt aangenomen bij een jeugdtheater in Den Haag wordt het scriptieschrijven avondarbeid. Begin 1988 studeert hij af.

Vanaf 1991 werkt hij voor een aantal series bij VPRO jeugdtelevisie. Tussen 1996 en 2003 maakt hij voor de VARA een serie documentaires onder de titel Lang leve…. Bekend uit deze serie is Lang leve de vereniging, waarin Van Erp het verenigingsleven in Nederland uitlicht. In deze jaren is Van Erp ook als regisseur werkzaam bij theatergezelschap 'Mug met de Gouden Tand'. Naast de regie voor producties als Mexico, the paradise in me, Tourist en later in 2005 De barak, speelt hij als eenzame homo naast een alleenstaande moeder (Joan Nederhof), een zingende Turkse barkeeper (Marcel Musters) en Frank Houtappels als eigenwijze barhanger in de succesvolle voorstelling Mug Inn. In 2003 regisseert Van Erp het acteursgezelschap voor de VPRO serie De koekoeksclub. In deze zevendelige serie spelen de acteurs op locatie samen met niet-acteurs in een reële setting. De afleveringen – waaronder een aflevering in een ziekenhuis op het moment dat SARS net is uitgebroken - worden één week voor uitzending bedacht en opgenomen.

Na twee succesvolle documentaires, Vergeet mij niet, over de Zangeres zonder Naam en Op handen gedragen, over de periode tussen het overlijden van Prins Claus en zijn begrafenis, maakt Michiel van Erp opnieuw een serie voor de VARA: Op avontuur. In 2004, het jaar waarin hij samen met René van ’t Erve het film,- en televisieproductiebedrijf De Familie opricht, regisseert hij Het defilé, over het laatste defilé van Prins Bernhard en Een verloren hart. In hetzelfde jaar waarin hij zijn eerste portret maakt van een schrijfster, Connie Palmen: op zoek naar de heilige tijd, geeft zijn eerste eigen boek uit: Voor de Geraniums. In 2006 volgen drie filmproducties: de drama fictie Divina Gloria, De man achter de Toekan, een portret van hotelketendirecteur Gerrit van der Valk en de in de bioscoop uitgebrachte documentaire Pretpark Nederland, over de vrijetijdsbesteding van Nederlanders.

In Sylvia Kristel: Nu zoomt Michiel van Erp in op de actrice die er nu in 2007, na ziekte en zonder geld in slaagt om te genieten van een sober ingericht leven. Met Lernert Engelberts, bedenker en regisseur van de Hollandse soap in India Driving Miss Palmen en met I love Alaska te zien op het Nederlands Film Festival 2009, maakt hij daarnaast de documentaire Warme verhalen. Voor KRO’s Profiel portretteert Van Erp ook in dat jaar de Partij voor de Dieren.

In 2008 maakt Van Erp een televisiebewerking Smoeder, een toneelstuk geschreven door Maria Goos. In opdracht van Platform Nederland Bereikbaar maakt de documentairemaker File. Feitelijk betekent dat voor Van Erp twee maanden lang vier tot vijf dagen per week planmatig vastzitten in het woon-werkverkeer. Praktische gevolgen voor het draaien heeft de onderwerpkeuze ook: een bestelbusje biedt weinig manoeuvreruimte voor de camera’s met als gevolg dat de shots soms akelig close-up zijn. Om de bonte verzameling mensen uit de film bijeen te krijgen, zijn twee researchers vooraf aan de draaiperiode zo’n twee maanden op pad geweest. Hoewel het de intentie van het Platform was om aan te tonen dat iedereen zich in de file verveelt, ervaart Van Erp het totaal anders: ‘De mensen zijn juist hartstikke actief in de file’, vertelt hij in een interview met de Volkskrant in oktober 2008.

Na twee Profiel portretten, waaronder een portret van Charel Geerts in De Koning van de Wallen, maakt Van Erp op verzoek van de VARA met researchers Wytzia Soetenhorst en Manon van der Sluijs twee seizoenen lang de documentaireserie Welkom in Nederland. Twaalf afleveringen lang doen zij verslag van de pogingen van autochtone Nederlanders om de integratie van allochtone Nederlanders te bevorderen, van de Halal-frikadel tot een voetbalvereniging die kampt met een ledentekort en actief allochtone spelers aanwerft. Als hem in een interview voor webzine nieuwwij wordt of de serie hem nieuwe inzichten heeft gebracht, zegt Van Erp:‘’Het leven kan zo simpel zijn als je gewoon aan een ander vraagt hoe het gaat of vraagt waar hij mee bezig is. Het is typisch Nederlands om te denken: 'Ik moet die Turkse man uitleggen hoe het hier werkt', terwijl die man misschien wel helemaal geen problemen heeft met hoe het hier werkt.”

In juni 2009 verschijnt zijn de film Angst in de bioscoop. De aanloop is lastig geweest: de research, die het filmfonds subsidieert, levert een aantal hoofdpersonen op. Tegen de tijd dat het productiebudget eindelijk binnen is en het draaien kan beginnen, blijken er een paar al genezen. Opnieuw zoeken dus. Uiteindelijk wordt de film gemaakt met onder meer een vrouw die bang is in het donker, een vrouw die bang is dat anderen haar vies vinden en een man met een extreme vorm van hoogtevrees. De film wordt in drie bioscopen vertoond, maar al snel wordt dit aantal verhoogd naar acht. Distributeur Sara Höhner van Cinema Delicatessen zegt in een Volkskrantinterview dat er vooral angstlijders en professionals – waaronder ook hulpverleners van het Leger des Heils – naar de film komen kijken. Dit gegeven heeft een unieke vertoningvorm opgeleverd: in de planning staan bioscoopvertoningen met de aanwezigheid van een therapeut en groepsdiscussie na de vertoning. De deur blijft open, of het licht kan aanblijven op verzoek van de bioscoopbezoeker. Later dat jaar gaat de documentaire First division, Erwin Olaf in premiere op het NFF 2009.