Frank Rosen

Uit B&G Wiki

Frank Rosen is tussen 1969 en 1985 decorontwerper bij de Afdeling Decorontwerp van de NOS. Hij ontwerpt ongeveer 15 decors per jaar voor uiteenlopende genres; van kinderprogramma's tot grote shows en dramaproducties. Vanaf 1985 werkt hij als vrij kunstenaar.

Frank Rosen groeit op op het Stort Noord, een afgelegen plek aan de rand van Amersfoort, waar hij veel dieren boetseert en altijd aan het tekenen en schilderen is. Hij weet al vroeg dat hij kunstenaar worden, maar zijn ouders doen er alles aan om dat tegen te houden. Na het Gymnasium in Hilversum gaat hij naar het Nieuwe Lyceum, waar hij in de verte de bouw van het nieuwe NOS-compex kan volgen. Na de HBS gaat Rosen naar de kunstnijverheidsschool in Amsterdam (de latere Gerrit Rietveld Academie). Daar studeert hij van 1964 tot 1968. De leraren adviseren beeldhouwen, maar Rosen kiest voor grafiek en vrij schilderen.

Na het examen werkt hij een jaar op een reclamebureau waar hij decorontwerper Massimo Götz ontmoet. Daarna solliciteert hij gelijktijdig met Mia Schlosser bij de Afdeling Decorontwerp, waar beide in 1969 worden aangenomen door Jan van der Does. Ze krijgen een half jaar de tijd om het bedrijf te leren kennen en in alle vrijheid de mogelijkheden van de televisie en de televisietechniek te ontdekken.

Rosen figureert als Egyptische priester met Ibis-kap in Herodatus' De dief

Zoals bij meer beginnende decorontwerpers zijn z'n eerste opdrachten jeugdprogramma’s, zoals Pipo de Clown. Via de regisseursopleiding legt hij contact met regisseur Krijn ter Braak van de VPRO en die vraagt hem decors te ontwerpen voor een proefprogramma met Freek de Jonge, de dramaproductie Bint en De Pantserkrant. Daarna volgen een aantal Herodotus-vertellingen, zoals De dief en Periander, met regisseur Ruud van Hemert, waar Rosen zelf in figureert. Via Van Hemert wordt Rosen gevraagd voor het decor van De Fred Haché show, maar Rosen is naar eigen zeggen niet niet flexibel genoeg om met dit chaotische collectief van programmamakers te functioneren. Freek Biesiot neemt de klus van hem over.

Rosen is sterk maatschappelijk geëngageerd en werkt het liefst aan programma’s gewijd aan sociale misstanden en milieuproblematiek, zoals De brandnetelkoning (over de ontploffing bij chemische fabriek Duphar in Amsterdam) en Bloed (over kernenergie). Ook zijn betrokkenheid bij programma's over de Holocaust, zoals Esther en Zoon van het volk is vanwege zijn Joodse achtergrond zeer intensief.

Met veel plezier kijkt hij terug op Sil de strandjutter, een grote NCRV-productie waarvoor hij acht maanden op Terschelling vertoeft en als artdirector een aantal bijzondere actiescenes produceert. Zo regelt hij een oude reddingssloep en zestien paarden om de sloep het water in te trekken. Na drie maanden oefenen levert dat een perfecte scene op. Ook bijzonder veel werk zit in de scene waarin Sil (Jean Decleir) het meisje Lobke (Monique van de Ven) uit het water redt.

Het werk van een decorontwerper bij de NOS volgt normaal gesproken een patroon van zes weken. In de eerste week is de bespreking met de regisseur en maakt Rosen ontwerpschetsen. In de tweede week worden deze aangeboden en besproken. De derde week is voor het maken van de werktekeningen voor de bouw (vaak door een ontwerpassistent). In week vier wordt decorbouw voorbereid zodat ze in week vijf kunnen bouwen. In de zesde week staat het ontwerp als een uitgevoerd decor in de studio en zijn de opnames. In deze periode komen ook nieuwe opdrachten binnen, dus in week twee of drie start weer een nieuwe productiegang. Zo werkt een decorontwerper meestal aan meerdere producties tegelijk.

Naast decorontwerp voor televisieproducties krijgt Rosen de kans om aan een internationale film mee te werken: Seven Graves for Rogan van Mario Puzo. Daarnaast ontwerpt hij regelmatig decors en kostuums voor theater en ballet. Via een ballet-productie voor de KRO ontmoet Rosen eind jaren zestig voor het eerst Manja Siebrecht. Jaren later ontmoeten ze elkaar opnieuw en in 1977 treden ze in het huwelijk.

In 1984 komen er grote organisatorische veranderingen bij de NOS. Er worden bezuinigingen doorgevoerd en doelmatigheidonderzoeken verricht. De productiegang voor decors wordt steeds bureaucratischer en daardoor onoverzichtelijker. Op een dag staat een decor van Rosen door zo'n bureaucratische fout in plaats van in studio zes, heel ergens anders in Nederland. De opnames kunnen niet doorgaan en de maat is, wat Rosen betreft, vol. Via een ontslagprocedure neemt Rosen afscheid van een baan waar hij tot die tijd erg van genoten heeft.

Op zijn 38ste grijpt Rosen de mogelijkheid om te worden wat hij van kinds af aan wilde: kunstenaar. Rosen beeldhouwt portretten van Annie M.G. Schmidt, Jobs Wertheim en Henk van Ulsen. Hij maakt een serie beelden naar de verhalen van Schmidt, zoals een beeld van Dikkertje Dap in Artis en monumentale kunst. Daarnaast is hij kunstschilder en maakt hij zeefdrukken.

Manja Siebrecht sticht in 1987 het NKT theater. Siebrecht schrijft musicals en Rosen ontwerpt daarbij decors en kostuums. Zo maken ze samen tien verschillende voorstellingen die door jonge mensen worden opgevoerd. Voorstelling Tien is de veel reist naar Moskou en Toffe Tommie speelt tien weken op Broadway, New York. Het NKT theater stopt in 2004, waarna Rosen en Siebrecht naar Frankrijk verhuizen.