Piekvoltmeter
Geluidsregistratie door het zelf snijden van grammofoonplaten is in de jaren ’30 en ’40 een hobbyactiviteit van een groep bemiddelde radioamateurs. Een probleem waar men tegen aan loopt is het optreden van harde geluidspieken. Zo’n geluidspiek geeft zo’n grote uitslag van de snijnaald dat deze de groefwand zou kunnen doorbreken, een ongewenste gebeurtenis. Het is dus belangrijk dat de amateur zich een beeld verschaft van de bewegingen die de naald zal maken. Om dit te realiseren maakt de amateur gebruik van een piekvoltmeter. Deze meet de piekwaarden van het audiosignaal dat aan de snijnaald moet worden toegevoerd.
Het apparaat is opgebouwd rond een radiolamp waar het audiosignaal in de vorm van een wisselspanning aan het stuurrooster wordt toegevoerd. In combinatie met een condensator en een weerstand geeft de lamp een duidelijk signaal wanneer de piekspanning hoog is. Nu kan de amateur rekening houden met de kwaliteit van het signaal dat aan de snijnaald wordt toegevoerd en dit indien nodig verzwakt doorgeven. Het apparaat is opgebouwd uit onderdelen van consumentenradio’s op een houten plank, breadboarding. Nummer 2307.