Kees van Iersel
Naam | Cornelis Joannes Gertrudis Joseph van Iersel |
Geboren | Oisterwijk, 1912 |
Gestorven | onbekend,, 6 juli 1998 |
Functies | regisseur |
Bekend van | Zesde etage, Bijna twintig, Merijntje Gijzens jeugd |
Periode actief | 1955-1962, 1974-1977 |
Werkt samen met | Leen Timp, Guus Hermus |
Kees van Iersel in de media Oeuvre Kees van Iersel |
Kees van Iersel is een van de belangrijkste vernieuwers van acteerstijl en repertoire in het Nederlandse theater. Ook is hij de inspirator voor Nederlandse schijvers om toneelstukken voor zijn gezelschap te schrijven. Van iersel heeft een duidelijke visie en is daarom een autoritair toneelleider. Daarnaast heeft hij met name in de jaren ’50 een belangrijke rol gespeeld voor het Nederlands televisiedrama. Bij het grote publiek is vooral het drama Merijntje Gijzens jeugd uit 1975 bekend.
Oorspronkelijk werkt Kees van Iersel in de leerfabriek bij zijn vader. Al tijdens de crisisjaren regisseert hij dertig amateurs uit de fabriek van zijn vader. De opvoering van De groene tafel in 1933 in den Bosch van het dansgezelschap van de Duitse theatervernieuwer en choreograaf Kurt Jooss opent Van Iersel de ogen. In 1939 wordt hij toegelaten op de Toneelschool in Amsterdam.
Hij wil geen acteur, maar regisseur worden. Vandaar dat hij eerst het vak van toneelspeler wil leren alvorens de stap naar de regie te wagen. Hij verblijft een tijdlang bij het gezelschap van Albert van Dalsum, August Defresne en Jo Sternheim in Amsterdam. Vervolgens is hij oprichter en artistiek leider van toneelgroep Theater in Arnhem. Hij vertrekt vanwege ziekte en artistieke meningsverschillen. Regisseur Leen Timp haalt hem in 1955 naar de VARA.
In de zeven jaar van zijn VARA-periode creërt hij belangwekkend en grensverleggend televisiedrama. In 1958 maakt hij een driedelige dramaserie over het leven van huurder in een pension: Zesde etage. Eveneens in 1958 een monoloog, voorgedragen door Ellen Vogel in De reis van de groene schaduwen en Het huis van Mungo King.
In 1959 maakt hij een voor de televisie gecomponeerde elektronische opera op teksten van Belcampo In 1961 regisseert Van Iersel Bijna twintig, een door Manuel van Loggem geschreven drama. Aan het eind vergrijpt de neurotische jongen, gespeeld door Ton Kuyl zich aan het meisje, gespeeld door Femke Boersma. De kreten van de ‘verkrachting’ dreunen na in de dagbladen. De ‘realistische’ beelden van een de eerste, wellicht de eerste geweldscène op de Nederlandse televisie doorbreken een taboe.
Het vaak absurdistische werk van toneelschrijver Harold Pinter inspireert tot de tv-bewerking van De huisbewaarder. De teksten zijn bewerkt door Gerard van het Reve en de rollen worden gespeeld door Guus Hermus, Henk van Ulsen en Maxim Hamel. Een van de laatste productie die Van Iersel voor de VARA maakt is [[Het verraderlijke hart] van Edgar Allan Poe.
In 1962 vertrekt Van Iersel vertrekt naar de Toneelgroep Studio in Amsterdam als artistiek leider. Hij is uitgekeken op de studiovloer in Hilversum. Bij Studio werkt hij eveneens zeven jaar met veel inzet en plezier. De voorstelling 0 =0 is de eerste maal dat iemand naakt op het toneel te zien valt. Enkele Studio-producties komen ook op het televisiescherm, onder meer een aantal eenakters en De Wijze Kater. Tussen 1970 en 1973 werkt hij enige tijd in België (Gent) als regisseur.
In 1974 brengt van Iersel “Dagboek van een gek” op het toneel en wordt door de VARA benaderd voor Merijntje Gijzen. Deze dramaserie in elf delen naar de romancyclus van A.M. de Jong trekt veel kijkers. In 1977 volgt de tv-bewerking van A. Alberts De vergaderzaal met een fraaie hoofdrol van Paul Steenbergen.
Na zijn pensioengerechtigde leeftijd in 1978 wordt het stil rond Van Iersel.
Prijzen en onderscheidingen
Televisieprijs 1962 van het Prins Bernhard Fonds.