Rik van de Westelaken
| Naam | Hendrik Peter Johan van de Westelaken |
| Geboren | Vlaardingen, 22 april 1971 |
| Functies | nieuwslezer, verslaggever |
| Bekend van | NOS Journaal |
| Periode actief | 1999-heden |
Rik van de Westelaken in de media Oeuvre van Rik van de Westelaken | |
Rik van de Westelaken heeft van jongs af aan een fascinatie voor de media. Vanaf zijn zestiende werkt hij als vrijwilliger bij de lokale omroep in Uden. Hier maakt hij een jongerenprogramma en dit creatief proces vindt hij geweldig. Maar het wordt hem afgeraden om naar de School voor Journalistiek te gaan, omdat hij na een andere studie altijd nog journalist kan worden als hij dat wil. Na een jaar bestuurskunde aan de Universiteit Leiden stapt hij over naar communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
In Leiden werkt hij ook bij de lokale omroep en richt hij zich meer op de actualiteiten. Tijdens zijn studie aan de UvA doet hij onderzoek bij de lokale televisiezender AT5, naar hoe deze zender verslag deed van de verkiezingen. Bij het volgen van de journalisten bekruipt hem het gevoel dat hij dat werk eigenlijk ook wil doen. Na het onderzoek, loopt hij stage bij de AT5 redactie. In 1996, blijft hij na het einde van zijn stage aan als redacteur en verslaggever. Omdat het een kleine regionale omroep is, kan hij bij AT5 alle werkzaamheden van dichtbij meemaken. Op zijn 27e is hij eindredacteur en presentator van de nieuwsuitzendingen.
Na drie jaar bij AT5 solliciteert hij op een vacature voor verslaggever bij de NOS. Het is op dat moment niet een langverwachte droom om bij de NOS te werken. Hij ziet het eerder als een grote, logge organisatie. Maar na AT5 is dit tegelijkertijd een goede stap vooruit. Tegenwoordig ervaart hij de NOS als een veel opener en dynamischer organisatie dan het was toen hij er kwam. Na drie maanden als redacteur-verslaggever, reageert hij op een vacature voor presentatoren in de ochtend. Zo begint hij zijn presentatiecarrière bij het ''NOS journaal''.
Hij vindt dat een goede nieuwspresentator bovenal een goede journalist moet zijn. Nieuwsgierigheid, goede verbale vaardigheden en improvisatievermogen staan voorop. Tijdens de presentatiediensten heeft hij veel overleg met redacteuren, de regisseur en de eind- redacteur. Een deel van de teksten schrijft hij zelf, deels krijgt hij aangeleverd. Maar alles dat hij uitspreekt in de uitzending heeft hij eerst naar zichzelf toegeschreven. Belangrijk daarbij is dat hij alles begrijpt wat hij zegt, dus bijvoorbeeld geen ingewikkelde woorden die hij zelf nooit zou gebruiken. Daarbij is het in het begin moeilijk om de juiste toon te vinden bij de NOS, het nieuws dat hij daar brengt is internationaler en diverser dan bij AT5. Het presenteren moet hij zelf uitzoeken. Collega’s onderling geven elkaar weinig feedback, maar sinds 2007 is er een presentatiecoach die de presentatoren ondersteunt. “Naarmate je het werk langer doet, word je veel rustiger, natuurlijker, meer jezelf.”
Een voorbeeld als presentator ziet hij in Rob Trip. Hij vindt hem ook een goede interviewer. Als verslaggever vindt hij dat Wouter Kurpershoek zijn vak als geen ander verstaat. Met hen loopt hij in het begin mee en praat hij geregeld over het vak. Als verslaggever hebben de Vuurwerkramp Enschede en de Cafébrand Volendam diepe indruk op hem gemaakt. Hij is daar ter plekke en ziet de nasleep van deze rampen. Het zijn tegelijkertijd momenten waar hij op professioneel gebied veel van opsteekt. Dergelijke uitzendingen vergen veel improvisatievermogen.“Het rare is als je dan aan het werk bent, ben je de ogen en oren van de kijker. Pas op het moment dat je thuis bent en zelf beelden terug ziet, dan realiseer je ineens hoe heftig het was. Als het publiek het al lang en breed verwerkt heeft, dan pas begint bij jou het kwartje te vallen.”
Voor de NOS werkt hij ook aan andere projecten. Zo is hij betrokken bij het NOS jaaroverzicht en presenteert hij het Radio 1 journaal. De combinatie van radio en televisie vindt hij erg aansprekend. Bij radio is hij twee uur lang veel vrijer om interview te maken naar eigen inzicht. Bij televisie is daar minder ruimte voor, omdat de tijdsdruk hoger is. Buiten de NOS werkte hij mee aan de televisieprogramma’s ''3opReis'' en ''NieuwsLlink''. De NOS stelt strikte regels aan het ontplooien van andere activiteiten voor haar medewerkers. Zo zal hij tot zijn grote spijt nooit meedoen aan ''Wie is de mol'', een van zijn favoriete televisieprogramma’s. “Ze zijn dan bang dat ik de mol word. Dat zou mijn geloofwaardigheid aantasten.”
