Éénlamp hf-generator: verschil tussen versies

Uit B&G Wiki
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
De gebruikte buis, een zogenaamde dubbelroosterlamp wordt echter schaars en ook gedraagt hij zich bij hoge frequenties niet helemaal zoals gewenst wordt. Een ander nadeel is dat wanneer de bouwer met zijnde hand in de buurt van een spoel komt, het opgewekte signaal wordt beïnvloed, een ongewenst bijverschijnsel.
De gebruikte buis, een zogenaamde dubbelroosterlamp wordt echter schaars en ook gedraagt hij zich bij hoge frequenties niet helemaal zoals gewenst wordt. Een ander nadeel is dat wanneer de bouwer met zijnde hand in de buurt van een spoel komt, het opgewekte signaal wordt beïnvloed, een ongewenst bijverschijnsel.
    
    
Daarom gaat men op zoek naar een handiger oplossing. Die wordt gevonden in een apparaat uit de oertijd, een zogenaamde éénspoelgenerator gebaseerd op de Colpitts schakeling. De firma ARIM gebruikt in die tijd de zogenaamde Colpitts schakeling als hoogfrequent generator in [[superheterodyne]] ontvangers. Het object heeft nummer 2324.
Daarom gaat men op zoek naar een handiger oplossing. Die wordt gevonden in een apparaat uit de oertijd, een zogenaamde éénspoelgenerator gebaseerd op de [[Colpitts oscillator]].  


Op basis van deze schakeling construeert het RE lab (zie [[Jan Corver]])een ‘betrouwbare éénspoelgenerator’. Het apparaat is opgebouwd op een houten plank met een pertinax front. Ter controle kan een 1 mA-meter worden aangesloten om de [[rooster]]stroom in de gebruikte lamp te meten.
Op basis van deze schakeling construeert het RE lab (zie [[Jan Corver]])een ‘betrouwbare [[éénspoelgenerator]].
Dit door RE lab gebouwd apparaat heeft nummer 2344


[[Category:Techniek|Eenlamp hf-generator]]
[[Category:Techniek|Eenlamp hf-generator]]

Versie van 15 jul 2013 09:04

Voor de vooroorlogse radio-amateur is beschikbaarheid van een apparaat dat een stabiel hoogfrequent signaal kan opwekken om een zelfgebouwde radio af te regelen een belangrijke voorwaarde om een goed resultaat te verkrijgen. Veel amateurs bouwen hun eigen hoogfrequent generator.

Een belangrijke element is, naast de buis, de insteek- honingraatspoel. Een voorbeeld van een veel gebruikte generator is de Numans Roosensteingenerator. Per frequentiegebied is een bepaalde spoel nodig. Veel amateurs hebben er na 1930 wel een aantal ‘op de plank’ liggen omdat ze tegen die tijd bijna niet meer gebruikt worden in de bouw van radiotoestellen. Voor een generator met verschillende frequenties zijn ze nog wel te gebruiken. De gebruikte buis, een zogenaamde dubbelroosterlamp wordt echter schaars en ook gedraagt hij zich bij hoge frequenties niet helemaal zoals gewenst wordt. Een ander nadeel is dat wanneer de bouwer met zijnde hand in de buurt van een spoel komt, het opgewekte signaal wordt beïnvloed, een ongewenst bijverschijnsel.

Daarom gaat men op zoek naar een handiger oplossing. Die wordt gevonden in een apparaat uit de oertijd, een zogenaamde éénspoelgenerator gebaseerd op de Colpitts oscillator.

Op basis van deze schakeling construeert het RE lab (zie Jan Corver)een ‘betrouwbare éénspoelgenerator’.