Kantoor Later
Periode | 2004 |
Beschikbaar in archief | beeld en geluid |
Genre | Documentaire |
Decennia | 2000-2009 |
Medium | televisie |
Externe info | homepage Dokwerk |
Beschrijving
Kantoor later is één van de afleveringen van het programma Dokwerk. In deze aflevering staat Gerda Later centraal. Zij is een van de laatste advocaten die zich nog fulltime inzet voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Deze asielzoekers dreigen het land uitgezet te worden. Gerda Later is hun laatste kans om nog in Nederland te kunnen blijven. Veel advocaten voor uitgeprocedeerde asielzoekers zijn na de immigratiewet van 2001 gestopt, met als gevolg dat Gerda Later veel zaken behandelt en dat ze nauwelijks tijd heeft voor een privéleven. Ondanks dat het kantoor een cliëntenstop heeft ingevoerd, blijven de asielzoekers met dossiers binnenstromen. Op haar kantoor wordt Gerda Later bijgestaan door haar secretaresse Petra. Later wordt gevolgd tijdens haar juridisch werk thuis en op haar kantoor. Aan de orde komen onder andere de behandeling van zaken van asielzoekers door Gerda Later, de dagelijkse gang van zaken op het kantoor, het drukke bestaan van Gerda Later, gesprekken met asielzoekers met juridische problemen, de organisatie van het kantoor en het verloop van rechtszittingen.
Makers
Eindredactie Thomas Doebele, Maarten Schmidt
Regie Britta Hosman
Productie Ilse van Huisstede
Research Hellen van Schelven
Camera Rob Smits, Bernd Wouthuysen, Kees Brouwer, Stefano Bertacchini, Wiro Felix
Geluid Martijn van Haalen, Mike van der Sluijs, Benny Jansen, Mark Witte, Jillis Schriel, Wouter Veldhuis
Montage en mixage Rob Smits
VPRO.
Achtergrondinformatie
Vier dagen voor de televisieuitzending wordt de film vertoond in het Louis Hartloopercomplex in Utrecht. Na afloop van de vertoning discussieert Gerda Later met verschillende gasten en direct betrokkenen over het asielrecht.
Op 1 april 2001 treedt een nieuwe vreemdelingenwet in werking. De belangrijkste veranderingen hedden betrekking op de asielprocedure. De wijzigingen zijn het invoeren van een vergunning voor een bepaalde tijd, indien nodig na drie jaar gevolgd door een vergunning voor een onbepaalde tijd. Ook wordt de bezwaarfase afgeschaft. Het invoeren van hoger beroep moet bij de Raad van State. Een meeromvattende afwijzende beschikking kan worden ingevoerd. Tevens kan worden bepaald dat verdere opvang wordt onthouden en dat de afgewezen asielzoeker Nederland moet verlaten. Tenslotte is het mogelijk om in bepaalde situaties de beslistermijn op een asielverzoek te verlengen met een jaar.