Harry Heuts: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Harry Heuts treedt in 1936, na een cursus radiotechniek, als monteur in dienst bij het NatLab van Philips. In de werkplaats helpt hij de academici met hun experimenten en hier komt hij voor het eesrt in aanraking met het medium televisie waarmee sinds 1938 geexperimenteerd werd. Met zijn collega [[Willem van Vlerken]] en [[Freek Kerkhof]] werkt Heuts aan de bouw van een televisie-demonstratiewagen die in de Jaarbeurs in Utrecht voor het eerst aan het publiek getoond zal worden. In 1939 worden er twee reportagewagens gereed gemaakt, één zal met [[Erik de Vries]] naar Polen vertrekken, de andere gaat naar Denemarken. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt de wagen in Polen vernietigd, De Vries weet te ontkomen, en de wagen uit Denemarken wordt op tijd teruggeroepen naar Eindhoven. De oorlog legt alle ontwikkelingen op het gebied van televisie stil. Heuts en zijn collega's werken deze jaren wel aan radar en hoogte detectie. Ook testen ze de actieradius, oftewel het bereik en de sterkte van het televisiesignaal. | Harry Heuts treedt in 1936, na een cursus radiotechniek, als monteur in dienst bij het NatLab van Philips. In de werkplaats helpt hij de academici met hun experimenten en hier komt hij voor het eesrt in aanraking met het medium televisie waarmee sinds 1938 geexperimenteerd werd. Met zijn collega [[Willem van Vlerken]] en [[Freek Kerkhof]] werkt Heuts aan de bouw van een televisie-demonstratiewagen die in de Jaarbeurs in Utrecht voor het eerst aan het publiek getoond zal worden. In 1939 worden er twee reportagewagens gereed gemaakt, één zal met [[Erik de Vries]] naar Polen vertrekken, de andere gaat naar Denemarken. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt de wagen in Polen vernietigd, De Vries weet te ontkomen, en de wagen uit Denemarken wordt op tijd teruggeroepen naar Eindhoven. De oorlog legt alle ontwikkelingen op het gebied van televisie stil. Heuts en zijn collega's werken deze jaren wel aan radar en hoogte detectie. Ook testen ze de actieradius, oftewel het bereik en de sterkte van het televisiesignaal. | ||
In 1947 start Philips onder leiding van De Vries (camera en regie), [[Piet | In 1947 start Philips onder leiding van De Vries (camera en regie), [[Piet Beishuizen]] (programmaleider) en [[Jan Castelijns]] (producer) met experimentele televisieuitzendingen. Naast Heuts zijn de volgende technici betrokken bij deze uitzendingen: [[Wil van Vlerken]], Van der Spank, [[Jo Vermulst]] en [[Cor Mutsaerts]] (lichttechniek). [[Henk Boom]] is een van de cameramannen. | ||
Philips is er veel aan gelegen om te starten met nationale televisie, maar de omroepverenigingen staan niet te springen en de overheid is huiverig voor de aanzienlijke investeringen in naoorlogse schaarste. Philips zal daarom meebetalen aan de start van de landelijke uitzendingen. Philips levert de apparatuur en daarbij ook een tiental medewerkers. Heuts en collega's worden voor de duur van één jaar uitgeleend aan de Nederlandse Televisie Stichting. De omroepverenigingen leveren ook mensen aan voor de techniek, [[Pieter de Vlaam]], [[Wim Rotermundt]] en [[André van de Water]] komen van de NRU. Gezamenlijk werken ze dag en nacht door om Studio Irene klaar te maken voor de eerste uitzending die gepland staat op 2 oktober 1951. Heuts herinnert zich dat een ingenieur van Philips langs komt en de scharnieren van de deuren in het Irenekerkje smeert, alles moet die eerste uitzending goed gaan. | Philips is er veel aan gelegen om te starten met nationale televisie, maar de omroepverenigingen staan niet te springen en de overheid is huiverig voor de aanzienlijke investeringen in naoorlogse schaarste. Philips zal daarom meebetalen aan de start van de landelijke uitzendingen. Philips levert de apparatuur en daarbij ook een tiental medewerkers. Heuts en collega's worden voor de duur van één jaar uitgeleend aan de Nederlandse Televisie Stichting. De omroepverenigingen leveren ook mensen aan voor de techniek, [[Pieter de Vlaam]], [[Wim Rotermundt]] en [[André van de Water]] komen van de NRU. Gezamenlijk werken ze dag en nacht door om Studio Irene klaar te maken voor de eerste uitzending die gepland staat op 2 oktober 1951. Heuts herinnert zich dat een ingenieur van Philips langs komt en de scharnieren van de deuren in het Irenekerkje smeert, alles moet die eerste uitzending goed gaan. |
Huidige versie van 4 okt 2021 om 10:50
Naam | Harry Heuts |
Geboren | , |
Functies | televisietechnicus, geluidstechnicus, reportagetechnicus, hoofdtechnicus reportage, technisch productieleider Buitendienst, stafmedewerker NOS-DTP |
Bekend van | Philips Experimentele Televisie, De eerste Nederlandse televisieuitzending |
Periode actief | 1936-1989 |
Werkt samen met | Erik de Vries, Wil van Vlerken, Jo Cornelissen, Pieter de Vlaam |
Harry Heuts in de media |
Harry Heuts treedt in 1936, na een cursus radiotechniek, als monteur in dienst bij het NatLab van Philips. In de werkplaats helpt hij de academici met hun experimenten en hier komt hij voor het eesrt in aanraking met het medium televisie waarmee sinds 1938 geexperimenteerd werd. Met zijn collega Willem van Vlerken en Freek Kerkhof werkt Heuts aan de bouw van een televisie-demonstratiewagen die in de Jaarbeurs in Utrecht voor het eerst aan het publiek getoond zal worden. In 1939 worden er twee reportagewagens gereed gemaakt, één zal met Erik de Vries naar Polen vertrekken, de andere gaat naar Denemarken. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt de wagen in Polen vernietigd, De Vries weet te ontkomen, en de wagen uit Denemarken wordt op tijd teruggeroepen naar Eindhoven. De oorlog legt alle ontwikkelingen op het gebied van televisie stil. Heuts en zijn collega's werken deze jaren wel aan radar en hoogte detectie. Ook testen ze de actieradius, oftewel het bereik en de sterkte van het televisiesignaal.
In 1947 start Philips onder leiding van De Vries (camera en regie), Piet Beishuizen (programmaleider) en Jan Castelijns (producer) met experimentele televisieuitzendingen. Naast Heuts zijn de volgende technici betrokken bij deze uitzendingen: Wil van Vlerken, Van der Spank, Jo Vermulst en Cor Mutsaerts (lichttechniek). Henk Boom is een van de cameramannen.
Philips is er veel aan gelegen om te starten met nationale televisie, maar de omroepverenigingen staan niet te springen en de overheid is huiverig voor de aanzienlijke investeringen in naoorlogse schaarste. Philips zal daarom meebetalen aan de start van de landelijke uitzendingen. Philips levert de apparatuur en daarbij ook een tiental medewerkers. Heuts en collega's worden voor de duur van één jaar uitgeleend aan de Nederlandse Televisie Stichting. De omroepverenigingen leveren ook mensen aan voor de techniek, Pieter de Vlaam, Wim Rotermundt en André van de Water komen van de NRU. Gezamenlijk werken ze dag en nacht door om Studio Irene klaar te maken voor de eerste uitzending die gepland staat op 2 oktober 1951. Heuts herinnert zich dat een ingenieur van Philips langs komt en de scharnieren van de deuren in het Irenekerkje smeert, alles moet die eerste uitzending goed gaan.
Heuts wordt aanvankelijk ingezet om in de regieruimte de faders van de microfoons te bedienen. Van de Water, een geroutineerd radiotechnicus doet de instarts van langspeelplaten met muziek en geluidseffecten. Naarmate de uitzendingen vorderen, neemt Heuts wat meer afstand van het maken van de programma's. De kleine studio is bomvol met mensen, techniek, kabels en decors. Het geluid laat Heuts geheel over aan Van de Water. Op verzoek van studiochef en opnameleider Henk Maas en de cameramensen verzint Heuts een oplossing voor de intercoms met snoeren. Hij bouwt een zendertje met kleine actieradius en vraagt van Philips gehoorapparaatjes die hij daarop afstelt, zo wordt voortaan tussen de regieruimte en de vloer gecommuniceerd via draadloze zendertjes.
Vervolgens onstaat steeds meer de wens om ook buiten de studio opnames te maken. De hoeveelheid uitzendingen trekt een zware wissel op de NTS medewerkers, maar vooral van decorontwerper Peter Zwart die elke paar dagen een nieuw decor in het piepkleine studio'tje gereed moet hebben. Heuts, Van Vlerken en Jo Cornelissen halen een door henzelf gebouwde reportagewagen op uit Eindhoven en zo konden de eerste reportages gemaakt gaan worden die Zwart wat meer tijd zou gaan geven om decors op- en af te bouwen in de studio. Er volgen vele reportages, naar Artis, Blaricum en de Bonte dinsdagavondtrein. Mee met de reportages gaan ook Jan Gabel, Wim Göbel en Oscar Sillem, manusjes van alles die allemaal zeer technisch onderlegd zijn om de straalverbindingen aan te leggen, de kabels en electra te leggen, camera's in te stellen en allerlei onvoorziene problemen op te lossen. Naast de reportagewagen werd een extra busje aangeschaft voor het vervoer van extra materiaal en personeel.
Heuts en zijn Philips-collega's zijn voor één jaar uitgeleend aan de NTS. Heuts wil graag bij de televisie blijven en krijgt van hoofd NTS Technische Dienst Cees Mol een aanbod om hoofdtechnicus reportage te worden.
Er volgen jaren van hard werken en de NTS groeit snel. Er ontstaan twee, exponentieel groeiende diensten; de Technische Dienst onder leiding van Mol en de Programma Dienst onder leiding van Arie van den Dool. Daardoor ontstaan ook doublures en er wordt ook wel langs elkaar heen gewerkt. Werkte iedereen in de pioniersjaren samen, nu vallen de cameramensen en belichters op de vloer ineens onder een andere afdeling dan de technici. Heuts noemt het een 'zigzaggend samenwerken' en stelt dat deze indeling in de praktijk tot strubbelingen leidde.
Bronnen
In 1991 is Harry Heuts geïnterviewd in het kader van de Oral History van de omroep