Philip Bloemendal
Naam | Philip Bloemendal |
Geboren | Den Haag, 25 juni 1918 |
Gestorven | Amersfoort, 22 februari 1999 |
Functies | commentator, nieuwspresentator, redacteur, directeur Polygoon |
Bekend van | Polygoon bioscoopjournaal, Walvis in zicht, Thuis, Monitor, Radio Herrijzend Nederland en Wereldomroep |
Periode actief | 1946-1986 |
Werkt samen met | Anton Koolhaas, Brand Dirk Ochse, Kees Stip, Piet Buis |
Externe info | Stichting Philip Bloemendal Fonds |
Philip Bloemendal in de media Oeuvre van Philip Bloemendal |
Dé stem van het naoorlogse Nederland, zo herinneren de meeste Nederlanders zich commentator en nieuwslezer Philip Bloemendal. Zijn karakteristieke timbre is onlosmakelijk verbonden met het filmproductiebedrijf Polygoon en het daaruit voortgekomen bioscoopjournaal.
Jeugd, opleiding en eerste werkervaring
Philip Bloemendals wieg staat in Scheveningen, waar hij als zoon van Joods orthodoxe ouders de eerste vijf jaren van zijn leven doorbrengt. Zijn vader Louis Bloemendal is eigenaar van een koosjere slagerij. Het gezin verhuist in 1924 naar Zandvoort. Vader Louis begint er een nieuwe slagerij, maar amper een maand na de opening overlijdt hij aan tuberculose. Hij wordt slechts 32 jaar oud. Bloemendals moeder Rebecka, voorheen werkzaam als onderwijzeres, zet de slagerij voort.
Bloemendal haalt zijn HBS-A diploma in Haarlem. Hij treedt in dienst bij textielhandel Jaap van Kollum in Amsterdam. Hier doet hij een opleiding tot mode-adviseur en haalt hij zijn textielbrevet. In 1937 gaat hij aan de slag bij de textielhandel van S.I. de Vries, eveneens in Amsterdam. In 1938 onderbreekt Bloemendal zijn textielcarrière voor de dienstplicht. Daarna keert hij terug bij S.I. de Vries en komt hij in contact met collega Martha Bakker, met wie hij na de Tweede Wereldoorlog zal trouwen.
Tijdens de oorlog
In 1942 dwingt de Duits bezetter het gezin zich te vestigen in de Joodse getto in Amsterdam. De Joodse Raad krijgt de opdracht om alle Joden in de gemeenschap te registreren. De voorzitter van de Joodse Raad vraagt Bloemendals broer Harry om hem te assisteren. Als de Nazi’s in Amsterdam alle geregistreerde Joden oppakken om naar concentratiekampen te deporteren, staan Bloemendal en zijn broer Harry niet op de lijst. Hun moeder en tante worden tijdens een razzia afgevoerd naar Auschwitz, waar zij sterven. Ook broer Harry overleeft de oorlog niet; hij wordt in 1944 door een NSB-er op straat herkent en verraden. Bloemendal duikt onder in Amsterdam, Velp en Enkhuizen. Hij is ee van de weinigen uit zijn familie die de Duitse bezetting overleeft.
Radio Herrijzend Nederland
Na de bevrijding zet Bloemendal zijn werk bij S.I. de Vries voort. In die tijd leest zijn vrouw een krantenadvertentie waarin Radio Herrijzend Nederland een omroeper vraagt. Ze spoort haar man aan om te solliciteren “omdat hij zo’n mooie, lieve stem had.”[1]. Bloemendal wordt aangenomen, maar houdt zijn baan bij S.I. de Vries in eerste instantie aan. Een half jaar lang reist hij op en neer: ‘s ochtends werkt hij in Amsterdam, ’s avonds in Hilversum.
Bloemendal heeft weinig ervaring met het omroepvak en moet de fijne kneepjes ervan in de praktijk leren. Wel oefent hij in zijn jeugd al met het aankondigen van muziekstukken in huiselijke kring. Ook tijdens de oorlog luistert hij aandachtig naar het stemgeluid van de Engelse en Canadese radio-omroepers. Na de bevrijding kan hij dit nog jarenlang feilloos nadoen.
Polygoon
Het filmbedrijf Polygoon-Profilti erkent Bloemendals stemtalent en vraagt hem kort na zijn aanstelling bij Radio Herrijzend Nederland om het commentaar te verzorgen bij de bioscoopjournaals van het Wereldnieuws over het proces tegen de Duitse oorlogsmisdadigers in Neurenberg. De samenwerking tussen Bloemendal en de filmfabriek blijkt een succes. Al snel krijgt Bloemendal een aanbod om als commentator en assistent-redacteur voor het bioscoopjournaal aan de slag te gaan. Vanaf zijn aanstelling bij Polygoon in 1946 tot aan zijn afscheid veertig jaar later zet Bloemendal met zijn unieke stem de toon voor de journaals en filmproducties van het Polygoon. Hij houdt zich niet alleen bezig met het commentaar van het journaal, maar is ook verantwoordelijk voor het schrijven van deze teksten. Schrijver Anton Koolhaas, lid van de redactiecommissie, begeleidt hem bij het leren van zijn nieuwe vak.
Humor
“Daar gaan weer 80.000 pakjes margarine” merkt Bloemendal droog op als in de film Walvis in zicht (1946) een walvis wordt geharpoeneerd. De overheid hoopt als opdrachtgever van deze Polygoon-productie dat deze film over de walvisvangst in het Zuidpoolgebied de nationale trots onder de Nederlanders zal doen opkrikken. In de naoorlogse periode van wederopbouw moet een positieve boodschap het getraumatiseerde volk een hernieuwd gevoel van eenheid, rust en vertrouwen geven. Het Polygoon biedt daarom in zijn bioscoopjournaals en filmproducties altijd ruimte voor een positieve kwinkslag, zonder lichtvoetig met de serieuze onderwerpen om te springen. Bloemendal’s scherpe teksten en grapjes leveren hier een grote bijdrage aan. Humor wordt voor hem een handelsmerk, naast zijn gevoel voor taal en spreekvaardigheid.
Alle facetten van de filmproductie
Bloemendal krijgt ook snel affiniteit met de productionele kanten van het filmvak; hij ontwikkelt een goed oog voor cameravoering en leert monteren. In 1952 wordt hij hoofdredacteur. Vanaf dat moment houdt hij zich met alle facetten van de filmproductie bezig. Hij is verantwoordelijk voor het uitzoeken van de onderwerpen, het delegeren van cameramensen, de montage van de filmbeelden en voor het begeleidende commentaar. Daarnaast krijgt hij ook al gauw de leiding over de niet-productie gerelateerde zaken als het personeelsbeleid van Polygoon. In 1981 wordt hij benoemd tot directeur van het bedrijf.
Twee rollen en een geintje
Polygoon maakt wekelijks twee verschillende journaals: het Neerlands Nieuws en het Wereldnieuws. De middelen om te filmen zijn beperkt. “Twee rollen en een geintje”, geeft Bloemendal de cameralieden mee. Ze mogen maar twee filmrollen gebruiken en er moet een visueel grapje in zitten, waar Bloemendal in het commentaar naar kan verwijzen. Ellen Mieke Olman, die ook bij Polygoon werkt en met wie hij na zijn scheiding in 1977 trouwt, vertelt: “Een keer zaten we ruw materiaal over het carnaval te bekijken. Opeens liep de optocht op z’n kop door het beeld. De cameraman bleek de film per ongeluk twee keer te hebben belicht. Nog voor Philip een opmerking kon maken zei de cameraman: ‘Goed hè, Philip, nu kun jij in je commentaar zeggen: heel het Zuiden stond op zijn kop!’ Zo is het ook in het journaal terecht gekomen.” [2] Hoewel streng en veeleisend, heeft Bloemendal grote waardering en respect voor zijn collega’s in het veld, onder wie Piet Kaart, Cees Kerkhof, Jan van Meerten en Joop Burcksen.
Hoogtepunt
Bloemendal levert tijdens zijn loopbaan als journalist een belangrijke bijdrage aan het in beeld brengen van de Nederlandse geschiedenis. Zo legt hij in 1948 de troonsaanvaarding van prinses Juliana vast en in 1980 die van haar dochter. Beatrix. Ook is hij betrokken bij de verslaglegging van de watersnoodramp in 1953, de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam in 1968 en het bezoek van de populaire popgroep The Beatles aan Nederland in 1964. Hoogtepunt in zijn carrière zijn de Olympische Zomerspelen in Mexico in 1968. Vier weken lang coördineert Bloemendal voor Polygoon de verslaggeving van de verschillende sportwedstrijden voor 22 landen.
De Monitor
Naast zijn werk voor Polygoon, werkt Bloemendal in de jaren 60 ook voor enkele televisieprogramma’s. Zo presenteert hij in de periode 1966 tot 1967 het NTS-filmprogramma Première en van 1966 tot 1968 het actualiteitenprogramma NTS Monitor. Bij dit programma maakt hij op 3 oktober 1966 zijn televisiedebuut. In mei 1968 eindigt zijn samenwerking met de Monitor enigszins abrupt nadat enkele kranten hem bekritiseren om een interview met Tweede-Kamerlid Haya van Someren-Downer over een uitzending van het VPRO-programma [Hoepla]]. Volgens De Telegraaf ging Bloemendal hierin ‘volledig buiten zijn boekje’, door met haar ‘te discussiëren alsof hij de advocaat van de tegenpartij is’ [3] Toch is de kritiek niet de reden dat Bloemendal opstapt. Hij zegt dat hij gewoon ‘moe van monitor’ is en bovendien ‘trouw aan het Polygoonjournaal’ waarvan hij het peil wilt handhaven.[4]
Overige werkzaamheden
Tijdens zijn actieve loopbaan leent Bloemendal diverse malen voor het inspreken van grote filmproducties, evenals voor diverse radiocommercials. Daarnaast verzorgt hij het commentaar voor tal van bedrijfsfilms. Voor de radio presenteert hij onder andere de programma’s Marimba en Radiorama. Ook is zijn stem jarenlang te horen als omroeper van de stations van de Amsterdamse metro. En in de jaren 90 rekruteert de Technische Universiteit Eindhoven en TNO hem vanwege zijn heldere uitspraak en uitstekende beheersing van de Nederlandse taal om zijn stem in te zetten voor een onderzoek naar de ideale computerstem.
Daarnaast zet Bloemendal zich ook in voor verschillende stichtingen en verenigingen. Zo is hij van 1967 tot 1976 bestuurslid van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers (NBF). Van 1972 tot 1980 is hij lid van het hoofdbestuur en dagelijks bestuur van de Nierstichting Nederland, waarvan hij later erelid wordt. Daarnaast is hij in de periode van 1972 tot 1982 voorzitter van de Jury Amateur Smalfilmdagen.
Stichting Philip Bloemendal Fonds
In 2001 richt Bloemendals weduwe Mieke Bloemendal-Olman de Stichting Philip Bloemendal Fonds op. Het doel is 'kwaliteitsbesef over effectief taalgebruik en communicatie in de media door te geven aan nieuwe generaties presentatoren.' Datzelfde jaar stelt de stichting de Philip Bloemendal Prijs in, een tweejaarlijkse stimuleringsprijs voor jong aankomend talent op het gebied van effectief taalgebruik en communicatie in de media.
Prijzen en onderscheidingen
Philip Bloemendal heeft enkele hoge onderscheidingen gekregen, waaronder:
- Officier in de Orde van Oranje Nassau
- Officier in de Kroonorde van België
- De ANWB Prijs (1962)
Bronnen
[1] Jelle Boonstra, ‘“Pas op voor Philip Bloemendal!”, Soudscapes info, maart 1999
[2] Ewout Lamé, “Twee rollen en een geintje”,, NRC.nl, 01-12-2006.
[3] ‘Wat bracht de TV’, De Telegraaf, 05-02-1968.
[4] Marti Smit, ‘Philip Bloemendal: Moe van de Monitor’, Het Parool 14-05-1968