Glijspoelontvanger

Uit B&G Wiki
Versie door Kdvries (overleg | bijdragen) op 19 apr 2016 om 16:11
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
[[Image:|center|thumb|250px|]]
NaamGlijspoelontvanger
Vervaardigd door
In gebruik vanaf
In gebruik tot
Gewicht
Beeld en Geluid archiefnummer2978

Een uitermate eenvoudige ontvanger is de kristalontvanger met glijspoel. Het betreft hier een zelfbouw kristalontvanger uit het tijdperk van ca. 1915-1920. De opzet is uiterst simpel. Een cilinderspoel met een verschuifbaar kortsluit-contact voor de afstemming en een zelfgebouwde kristal-detector. Een variabele condensator ontbreekt.

Om de afgestemde kring op de gewenste frequentie af te stemmen wordt het glijcontact over de spoel geschoven. Hierdoor verandert de capaciteit van de kring en dus de resonantiefrequentie. Wanneer een hoogfrequent signaal wordt ontvangen zorgt het kristal voor de detectie.. Het gedetecteerde signaal is met een koptelefoon te beluisteren. Het geheel is in een keurig kistje met klapdeksel en een neerklapbare voorwand gebouwd.

Tot de toepassing van de radiolamp bestaat de amateur-ontvanger doorgaans uit deze glijspoelontvanger.

In 1918 beschrijft Jan Corver in het augustusnummer van het blad ‘Radio Nieuws’ hoe zo’n glijspoelontvanger geschikt gemaakt kan worden voor lampontvangst. Het schema wordt bekend als het “Augustus-schema”. Belangrijk is dat het schema voorziet in terugkoppeling. Het door de lamp versterkte signaal wordt weer teruggevoerd naar de ingang van de lamp. Zo ontstaat een grote versterking. De gevoeligheid van deze constructie is al gauw vele tientallen malen groter dan het systeem met alleen een kristal. De ontvanger is nu in staat om met een relatief kleine antenne ( maar die is nog altijd tientallen meters lang en hoog boven het dak uitgespannen) ook niet al te sterke stations op grote afstand te ontvangen. Idzerda zendt uit op een golflengte van ca. 1000 meter (300 kHz). Voor de glijspoelontvangers is dit eigenlijk een erg korte golf. De bediening door het verschuiven van de glijcontacten om de afstemming en terugkoppeling te regelen is lastig en gaat gepaard met veel krakende bijgeluiden. Met de toepassing van de nieuwe honingraatspoel komt hier verbetering in. Door het plaatsen van de voor het gewenste golfbereik geschikte spoelen en wanneer voor de afstemming ook nog de variabele condensator wordt toegepast is het afstemmen een stuk eenvoudiger geworden. Toch blijft enige handigheid nodig. De gewenste terugkoppeling wordt verkregen door de afstand van de spoelen tot elkaar te variëren.