Peter Brouwer

Uit B&G Wiki

Peter Brouwer is de zoon van de enthousiaste amateurfilmer Klaas Brouwer (1911-1998). In een paar van diens films, Autorit (rond 1958) en Hoe Brave Bison een paard kreeg (rond 1958) figureert zijn zoon Peter. Later maakt Peter Brouwer een 16mm-(amateur)speelfilmpje, ’n Wolkje in de thee (1970), waarin zijn vader een rol speelt.


Eerste films

Peter Brouwer begint als middelbare scholier te filmen en maakt op 17-jarige leeftijd een kort speelfilmpje, Een feestdag, over een gedetineerde die terugkeert in de maatschappij. Deze film komt onder de aandacht van het Nationaal Bureau voor Reclassering, dat hem wil inzetten als voorlichting over de activiteiten van de reclassering. Omdat het 8mm-filmpje daar niet geschikt voor is roept het Bureau de hulp in van filmmaker Nico Crama die ervaring heeft met professioneel filmen én, als filmdocent op het Haags Montessori Lyceum, met filmende jongeren. Onder begeleiding van Crama als producent wordt er door Peter Brouwer een getrouwe remake van Een feestdag op 16mm-film gemaakt, die in september 1967 als Socutera-programma op de Nederlandse televisie wordt vertoond. Eerder dat jaar wint Brouwer met zijn 8mm-film Free Formula de gedeelde hoofdprijs voor de beste film van een middelbare scholier op het studentenfilmfestival Cinestud ‘67.

Na de middelbare school waagt Brouwer zich toch niet aan het filmvak, maar gaat psychologie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Inmiddels heeft hij de Haarlemse beeldende kunstenaar Gerrit van Dijk leren kennen en samen maken zij 8mm-documentaire films over sociale onderwerpen als de krakersbeweging in Haarlem, Krakers film (1970), en de dreigende afbraak van een Haarlemse volksbuurt, Een rozentuin heb ik je nooit beloofd… (1970). Uit diezelfde tijd dateert ook een kleurige filmimpressie van het Popfestival te Kralingen onder de titel Poptoday (1970). Samen met Gerrit van Dijk maakt Peter Brouwer de korte animatiefilm It’s good in heaven (1971), hetgeen Brouwers belangstelling voor de animatiefilm aanwakkert. Een jaar later ontstaat de eerste 35mm-animatiefilm van het duo Peter Brouwer/Gerrit van Dijk die in bioscopen kan worden vertoond en de aandacht trekt op nationale en internationale filmfestivals: Butterfly R.I.P. 1975. Producent van deze film is Brouwers filmmentor Nico Crama.


Professioneel filmmaker

Brouwer geeft zijn studie psychologie op en begint van film zijn beroep te maken. De mini-film Butterfly R.I.P. 1975 (1972) leidt tot een verdere samenwerking tussen Brouwer, Van Dijk en Crama, onder meer resulterend in de meermaals bekroonde animatiefilm CubeMENcube (1975). Vervolgens produceren Van Dijk en Brouwer samen de erotische animatiefilm Quod libet (1977). Zes jaar later leidt de samenwerking tussen dit tweetal tot de epische animatiefilm A good turn daily (1983), een ‘sleutelfilm’ in het oeuvre van Gerrit van Dijk, dat hen een Gouden Kalf op de Nederlandse Filmdagen (nu: Nederlands Film Festival) oplevert.

Om zijn brood in de filmwereld te kunnen verdienen is Peter Brouwer voornamelijk actief op het gebied van productie. Hij pakt daarbij alles aan en om zijn films vertoond te krijgen begint hij zich te interesseren voor de distributie en voor de manier waarop de filmwereld zich organiseert. Zo wordt Brouwer één van de grondleggers van de Vereniging ‘Holland Animation’, een begripsnaam die van hem afkomstig is. Later volgt hij Crama op als voorzitter van deze vereniging.

Bij Nico Crama ontmoet Peter Brouwer in 1975 de Nederlands-Canadese studente Sylvia Steinert die dan tijdelijk op zoek is naar filmproductiewerk in Nederland. Ruim een half jaar werkt zij voor Brouwer om voor korte tijd terug te keren naar Montreal om haar studie af te ronden. Daarna komt zij voorgoed terug naar Amsterdam en sindsdien zijn Peter Brouwer en Sylvia Steinert onafscheidelijk aan elkaar verbonden in leven en werk.

Met zijn eigen productiebedrijf Peter Brouwer Audio-Visual Productions pakt Brouwer, in nauwe samenwerking met Steinert, alles aan. Op het gebied van de door de overheid gesubsidieerde animatiefilms produceert hij onder meer de silhouettenfilm Jorinde en Joringel (1978) van Niek Reus en Te land, ter zee en in de lucht (1980) – bekroond met een Zilveren Beer op het Filmfestival Berlijn - en Het treinhuisje (1981) van de gelauwerde animatiefilmer Paul Driessen. Daarnaast produceert Brouwer ook (korte) speelfilms, zoals Een been om op te staan (1979), het filmdebuut van de actrice Renée Soutendijk. Samen met zijn goede vriend, geluidsspecialist Mart van den Busken, maakt hij zelf een poëtische film over het Vondelpark, onder te titel Symptoms – In an Amsterdam Park (1980).


Film en televisie

Op een gegeven moment komen Peter Brouwer en Sylvia Steinert tot de conclusie dat er van de korte film in Nederland nauwelijks te (over)leven valt en beginnen beiden naar een vaste baan uit te kijken in de film- en televisieproductie. Via Cinecentrum, waar Peter Brouwer de productie verzorgt van de avondvullende documentaire Juliana in zeventig bewogen jaren (1979) en een korte periode bij het opdrachtfilmbedrijf Carillon Producers komt Brouwer bij Joop van den Ende Filmprodukties terecht. Hij treedt op als productie coördinator bij De boezemvriend, een speelfilm met André van Duin in de hoofdrol, en De zwarte ruiter, onder regie van Wim Verstappen. Na deze bescheiden speelfilmproductie stapt hij over naar het grote televisiewerk bij Joop van den Ende Productions, waarvan het kantoor in Badhoevedorp en de studio’s in Aalsmeer zijn gevestigd. Daar wordt hij medeverantwoordelijk voor grote showprogramma’s als de 1-2-3-show (1983-1985) met Rudi Carrell en Ted de Braak, de Showbizzquiz (1985) met Ron Brandsteder, Wedden dat...? (1985) met Jos Brink, de Surprise show (1988) met Henny Huisman.

Brouwer speelt ook een sleutelrol bij de coproductie en uitwerking van de eerste Nederlandse soapserie Goede tijden, slechte tijden die vanaf 1 oktober 1990 wordt uitgezonden. Steinert staat inmiddels aan het hoofd van de televisieafdeling van Joop van den Ende TV Produkties. Van adjunct-directeur wordt Brouwer uiteindelijk president van de internationale afdeling van het snel groeiende imperium van Joop van den Ende, totdat hij in overleg en samen met Steinert besluit om op 1 augustus 1997 met vervroegd pensioen te gaan om na een periode van zeer intensief werken te genieten van de rest van het leven, buiten de wereld van film en televisie.


Gepensioneerd

Na de beëindiging van hun film- en televisiewerkzaamheden zetten Brouwer en Steinert hun expertise en enthousiasme in bij hun vrijwilligerswerk op verschillende maatschappelijke terreinen. Hiervoor worden zij in 2013 beiden onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.