Erik Klaas de Vries
Naam | Erik Klaas de Vries |
Geboren | Amsterdam, 5 juni 1912 |
Gestorven | Amsterdam, 20 april 2004 |
Functies | Omroeppionier, regisseur |
Bekend van | PET, De Toverspiegel, Pension Hommeles, Mies en scène |
Periode actief | 1938-1990 |
Werkt samen met | Jaap de Vries, Bert Garthoff, Max de Haas, Annie M.G. Schmidt, D.A. de Korte, Mies Bouwman |
Trivia | Een van de oprichters van TELEAC. |
Media | |
Erik de Vries in de media Oeuvre Erik de Vries |
Naast Philipsemployé Freek Kerkhof (mechanische aftasting) is Erik de Vries een van de belangrijkste pioniers van de Nederlandse televisie. Hij verricht als eerste experimenten en demonstraties met televisieopnamen. Na de officiële start van de televisie in 1951 is hij de eerste regisseur van de NTS; Hij is de nestor van de Nederlandse televisie, hij was al vroeg docent regie en ook een van de initiatiefnemers van de educatieve omroep TELEAC. De Vries is ook de initiatiefnemer van de door het Prins Bernhard Fonds ingestelde Televisieprijs.
Jeugd en eerste experimenten
De Vries is zoon van de bekende Amsterdamse plaatselijke politicus Klaas de Vries. Dertig jaar lang heeft De Vries sr. zitting in de gemeenteraad voor de Vrijzinnig Democratische Bond. De moeder van Erik de Vries is onderwijzeres. Als fervent radio-amateur gaat hij na de HBS als 18-jarige jongen in november 1930 bij het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) van Philips werken. In Eindhoven bouwt hij zenders op alle golflengten tussen 20 centimeter en 20 meter. Met de voor tv geschikte zender (PF1PH) doet hij in 1931 al proeven op het dak van het Philips-centrum aan de Herengracht. Later wordt de zender overgebracht naar een hoger standpunt, het torentje van het Carlton Hotel in Amsterdam. Als Philips in 1935 begint met televisie-experimenten is De Vries er van het begin af aan bij betrokken. De eerste Nederlander die voor de televisiecamera verschijnt is juffrouw Speenhof van de Philipsadministratie. Er volgen nog kleinere proefdemonstraties in Eindhoven en Groningen.
Van Boedapest tot Batavia
Op de voorjaarbeurs van Utrecht in maart 1938 wordt het grote publiek voor het eerst geconfronteerd met het nieuwe fenomeen. Op de benedenverdieping van hal 3 is een studio gebouwd voorzien van een glazen wand. Tienduizenden maken op die manier kennis met elektronische televisie. Kopstukken uit de toneelwereld en kleinkunst, zoals Fien de la Mar, Wim Kan en Corry Vonk debuteren voor de televisiecamera. De demonstraties vinden elke dag plaats tussen 10 en 12 en 2 en 4 uur. Elk optreden duurt slechts 4 à 5 minuten.
Deze televisiedemonstraties dienen om de naamsbekendheid van Philips als verkoper van radio’s te vergroten. Philips gaat ook op tournee met een reportagewagen door Philips karvaan genoemd. De Vries trekt naar Brussel, Boedapest, Belgrado en Boekarest. Door de inval op 1 december 1939 in Warschau ,waar een van de twee karavaan demonstratie geeft. Deze karavaan wordt daarbij vernietigd . De Vries in Zagreb in 1939 en kon op tijd terug komen via de middelandse zee, Philips besluit de tv-activiteiten (voorlopig) stop te zetten en De Vries vertrekt als fotograaf naar de Balkan.
Ten tijde van de Duitse inval is De Vries niet in Nederland. Hij vlucht via Istanboel, Bagdad naar het – op dat moment nog vrije – Nederlands-Indië. Op 3 september 1940 bereikt hij Tandjong Priok. In de hoofdstad Batavia aangekomen zoekt de berooide De Vries – zijn geld staat op de bank in Nederland – een baan. Na een proefopname wordt hij omroeper bij de NIROM. Zijn collega’s zijn Jaap de Vries en Bert Garthof. De Vries wordt vervolgens door de Nederlandse ambassade in Australië benaderd om in Sydney radiowerk te komen verzorgen. Na rijp beraad besluit hij van dit aanbod af te zien. In april 1941 stopt De Vries met zijn werk voor de NIROM. Hij slaat aan het filmen (voor het eerst van zijn leven met een 35mm camera) en maakt in zeven maanden met de cineast Max de Haas drie propagandafilms van twintig minuten met vaderlandslievende strekking. In de naoorlogse kranten worden de films In Holland staat een huis, Ze hebben het niet gewild en De prijs van de vrijheid vaak als antifascistische en anti-Japan gekarakteriseerd. Erik de Vries in een reactie:
“De films waren er vooral om de bevolking bewust te maken van de Hollandse moeilijkheden, Er kwam geen Jap in voor. Het waren een soort opmonteringfilms tegen de Duitsers…Ik herinner me dat we in Bandoeng met eenvoudige middelen een Duits concentratiekamp hebben nagemaakt”.
Na de aanval van Japanse troepen op Pearl Harbour wordt De Vries onder de wapenen geroepen. De Japanse inval berooft hem echter van zijn vrijheid en De Vries komt met andere landgenoten in een interneringskamp terecht. Over de tweeënveertig maanden gevangschap in tien kampen verschijnt in 1980 een publicatie. Na een zware kampperiode keert de Vries terug naar zijn vaderland. In 1949 ontmoet hij zijn latere echtgenote Hans Snoek, de leidster van het door haar opgerichte Scapinoballet.
Omroeploopbaan
Terug in Nederland verzorgt hij tijdens de Philips Experimentele Periode (PET) gedurende drie jaar 264 avondvullende uitzendingen. De eerste uitzending vindt plaats op 18 maart 1948; de laatste is op 10 juli 1951. Als afsluiting van de periode in Eindhoven zingen Teddy Scholten en Greta Keller toepasselijk “Sag beim Abschied leise Servus”. Slechts een beperkt aantal mensen kan deze uitzendingen opvangen. Philips heeft slechts een paar honderd toestellen in de omgeving van Eindhoven uitgezet en de geselecteerden, veelal Philips-medewerkers, zijn verplicht deel te nemen aan een permanent luister- en kijkonderzoek.
Op 2 oktober 1951 is het eindelijk zover, ondanks het verzet tegen invoering van televisie in Nederland door met name minister-president Willem Drees. In een leegstaande kerk in het hartje van Bussum, omgedoopt tot Studio Irene, worden de eerste reguliere tv-uitzendingen verzorgd. Onder het toeziend oog van Erik de Vries houdt staatssecretaris J. Cals een toespraak gevolgd door het allereerste Nederlandse tv-spel. In De toverspiegel treden onder andere Hetty Blok, Ank van der Moer en Albert van Dalsum op.
Twee maal in de week wordt gedurende enkele avonduren landelijk uitgezonden. De Vries is als instructeur van regisseurs, onder andere Willy van Hemert en cameralieden bij elke uitzending betrokken. Het zijn niet alleen studio-opnamen; ook op locatie worden beelden geschoten, zoals reportages van Koninginnedagviering, Prinsjesdag, voetbalwedstrijden. De Vries blijft zijn werkzaamheden tot 1953 doen. De ironie van het lot wil, dat de omroepverenigingen geen gebruik meer maken van de omroeppionier: “Ik kon gaan. Televisie was meer dan ooit mijn kind – en dat werd zo uit mijn handen gegrist. Verschrikkelijk moment”.
Er rest De Vries slechts een gang langs de ‘kleine’ omroepen. Voor IKOR (kerkdiensten) en VPRO verricht hij vervolgens als freelancer enige werkzaamheden.
E 55: Een wandeling door Rotterdam
In 1955 ziet De Vries zijn kans schoon op de energiemanifestatie E55 in Rotterdam waar hij een soort commerciële televisie introduceert. Hij verzorgt twaalf gesponsorde programma’s per dag, afgesloten door korte reclamespots. Tussen elk programmaonderdeel van 10 minuten zit een pauze van 20 minuten, bestemd voor de tentoonstellingskrant. Elk matinee begint met een testplaat, gevolgd door de klok, getekende programma-aankondigingen, fanfare en dan – in beeld – omroepster Mies Bouwman.
Het 1014 m² grote studiogebouw is een ontwerp van het Architectenbureau Broek en Bakema. De technische uitrusting en de beeldtechnici zijn afkomstig van Philips. De drie opgestelde camera’s zijn overigens van buitenlands fabrikaat (RCA). De verrichtingen in de studio zijn voor het publiek op het voormalige Ahoy-terrein te volgen op 450 Erres en Philips tv-toestellen. De ontvangers staan - onder een soort afdakje – in de open lucht opgesteld. Bovendien rijdt er een geïmproviseerde reportagewagen op het terrein rond. Wagen en studio staan door middel van een mobilofoon met elkaar in contact. Programmaleider Erik de Vries wordt geassisteerd door Ansje Swinkels, die als scriptgirl ervaring opdoet bij Marten Toonder. Mies Bouwman kondigt de optredende artiesten, zoals Willy Walden en Piet Muyselaar, Cees de Lange, Wim Kan, Jan de Cler en andere aan. Ook Joop Geesink is met zijn poppentheater Doggywood aanwezig. Koningin Juliana – in aanwezigheid van prins Bernhard – verricht de openingsceremonie. De NTS ziet af van deelname.
Weer terug op het oude nest
Daarna wordt De Vries voor een jaar door de Unesco naar Midden-en Zuid-Amerika gezonden. Tussen 1957-1959 regisseert De Vries de door Annie M.G. Schmidt geschreven successerie Pension Hommeles. Met drie camera’s voor zeven posities in het decor regisseert de nestor van de Nederlandse televisie deze 16-delige muzikale VARA-comedy. Ook verzorgt hij voor dezelfde omroepvereniging een seizoen lang de regie van Mies en scène.
Teleac
In juni 1961 lanceert De Vries bij D.A. de Korte, public-relationmedewerker van Philips, het idee om televisie als medium te gebruiken voor permanente educatiedoeleinden. De Korte, ook betrokken bij de ontwikkeling van schooltelevisie, schetst vervolgens de mogelijkheden in een nota. De in deze nota gebruikte term ‘technische cineac’ verwijst naar de succesformule van doorlopende voorstellingen in bioscopen. Naast De Vries, De Korte en C.J. van Dongen, hoofd afdeling Technische Ontwikkeling en Productiviteit van het ministerie van Economische Zaken, zijn ook directieleden van Unilever, Shell, AKU en Philips geïnteresseerd in het project.
Tijdens de eerste bespreking, waarbij ook NTS-voorzitter Emile Schüttenhelm aanwezig is, worden de idealen bijgesteld. Vervolgens wordt de ‘Werkcommissie Technische Televisie Cineac’ ingesteld. Erik de Vries is een van de commissieleden. In de daarop volgende jaren worden adviseurs benaderd en een locatie gezocht. De Technische Hogeschool stelt een voormalig ketelhuis ter beschikking en op 10 december 1963 wordt de Stichting Televisie Academie Teleac opgericht. De Stichting stelt zich tot doel ”tot bijzondere taak televisie dienstbaar te maken aan de didactische opgave, waartoe de versnelde dynamiek der huidige samenleving onze generatie oproept”. Met de NTS wordt een samenwerkingsverband gezocht en in 1965 gaan de uitzendingen van deze educatieve omroep van start. De plannen van Teleac sluiten aan bij de ideeën van De Vries:
“Dat mensen zich via de televisie kunnen ontwikkelen is mijn grote droom. Een universiteit zonder muren”. “Teleac is mijn kind. Ik heb het zo genoemd omdat ik een Televisie-cineac wilde…En dat moest je in een week drie keer draaien: ’s morgens, ’s middags en ’s avonds”.
Overig
De Vries is ook een tijdlang instructeuradviseur van de Beierse televisie in München. Ook staat hij aan de wieg van de lokale omroep in Amsterdam, het latere AT5.
In april 2008 verschijnt een boek van Sonja de Leeuw over het werk van Erik de Vries.
Prijzen en onderscheidingen
De zilveren penning van de Nieuwe Rotterdamse Courant op de energiemanifestatie E5 in Rotterdam (1955).
De Zilveren Nipkowschijf voor de ontwikkeling van tv in Nederland (1966).
De koperen cameraman (1976).
Een Gouden Beeld als Carrière Award (1997).