Ageeth Scherphuis

Uit B&G Wiki
Ageeth Scherphuis in 1956

NaamAlberta Geertruida Scherphuis
GeborenZaandam, 30 maart 1933
GestorvenAmsterdam, 16 april 2012
Functiesomroeper, presentator, programmamaker, redacteur
Bekend vanAVRO, Scala, Varen is fijner dan je denkt, Ot...en hoe zit het nou met Sien?, Schip van de Week
Periode actief1956-1988
Werkt samen metMies Bouwman, Godard Kal, Teddy Scholten, Joop van Tijn
TriviaTrivia
GalleryGallery

Ageeth Scherphuis in de media
Oeuvre van Ageeth Scherphuis

De interesse voor journalistiek zit er bij Ageeth Scherphuis al vroeg in. Ze schrijft het toe aan een zekere zin voor avontuur. Haar gedrevenheid leidt ertoe dat zij verslaggeefster wordt bij een krant in een tijd waarin zo’n beroep voor een vrouw nog zeer ongebruikelijk is. Via dit werk komt ze toevallig ook bij de televisie terecht waar ze landelijke bekendheid krijgt als één van de eerste omroepsters. In zowel haar journalistieke als haar mediacarrière heeft ze meerdere malen aandacht besteed aan de positie van vrouwen.

Aanvankelijk gaat Ageeth Scherphuis naar het Zaans lyceum, maar ze blijft zitten in de derde klas. Haar ouders voeren een straf beleid: als een meisje blijft zitten dan gaat ze naar een meisjesschool. Haar middelbare school rondt ze met plezier af op de mms in Bergen. Daarna gaat ze een jaar in Frankrijk en Engeland werken. Bij terugkomst in Nederland doet ze de Hogere Hotelvakschool, waarna ze in een hotel in Bergen gaat werken. Dit werk bevalt haar niet.

Haar fascinatie voor journalistiek leidt tot een sollicitatie bij de Zaanse krant De Typhoon. De hoofdredacteur vindt dat een vrouw geen journalist kan zijn. De enige optie voor haar is redactiesecretaresse worden. Ze beschouwt het als een voet tussen de deur. Wanneer ze op een ochtend alleen op de redactie is, wordt er door iemand gebeld dat er een nieuw haantje op de kerktoren wordt gezet. Scherphuis ziet haar kans schoon en gaat gelijk op pad. Haar hoogtevrees overwinnend beklimt ze de kerktoren. Haar wapperende rokken trekken de aandacht van voorbijgangers die vervolgens de krant bellen. Tegen de tijd dat de stadsredacteur bij de kerk is, heeft Scherphuis haar interview al afgenomen. De hoofdredacteur laat haar het stuk schrijven. Scherphuis wordt één van de eerste vrouwelijke verslaggeefsters in Nederland.

Wanneer de AVRO in de krant een oproep plaatst voor een nieuwe omroepster als opvolger van de zwangere Mies Bouwman, wordt Scherphuis als verslaggever door haar hoofdredacteur naar de screentests gestuurd. De omroepsters van het piepjonge medium televisie worden gezien als prinsessen in een soort sprookje, en dus interessant voor een krantenartikel. Scherphuis valt op tussen de tweehonderd zenuwachtige kandidates omdat ze zelf meer met haar verslag bezig is dan het omroepen zelf. De screentest verloopt voor haar dan ook goed. Het is eigenlijk niet de bedoeling geweest dat zij ook de baan zou krijgen, maar op 12 september 1956 verschijnt ze voor het eerst op het scherm als omroepster. Twee keer per week roept ze om in Bussum, eerst vanuit Studio Irene en later vanuit Studio Vitus. Net als haar collega’s Tanja Koen, Verti Dixon, Hannie Lips en Karin Kraaykamp wordt Scherphuis een landelijke beroemdheid. Ondertussen blijft ze voor de krant werken. Het omroepen neemt immers niet zoveel tijd in beslag en echt inhoudelijk is het werk ook niet. Wel vindt ze het interessant om de experimenten met kleurentelevisie mee te maken bij Philips. In een speciale uitzending verschijnt Scherphuis als eerste omroepster in kleur op de buis.

Al gauw wil Scherphuis meer inhoudelijk werk doen bij de televisie. Het is in die tijd echter niet zo gebruikelijk dat een omroepster meer doet dan omroepen. Uiteindelijk mag ze aan een kinderprogramma meewerken, Varen is fijner dan je denkt, waarin ze een omroepster speelt. Af en toe mag ze een programma presenteren maar ze moet nog een paar jaar wachten op een eigen inhoudelijk programma. Aanvankelijk lijkt dit in 1964 te gaan gebeuren in de vorm van een magazine bij de VPRO, maar Scherphuis durft de overstap uiteindelijk niet aan. Ze blijft bij de AVRO en gaat TV-magazine presenteren. In 1966 maakt ze de overstap naar de NTS waar ze samen met Philip Bloemendal het programma Monitor presenteert. Later volgen Scala, Kunstgrepen en Uit de kunst.

De omroepwereld is in de jaren zestig nog altijd een mannenwereld. De positie van vrouwen is slecht. Ze zijn ondervertegenwoordigd en mogen doorgaans slechts een paar functies vervullen, zoals omroepster of secretaresse. Er wordt een bijeenkomst belegd van alle vrouwen die bij de televisie werken om manieren te bedenken hoe ze aan meer inhoudelijke banen kunnen komen. Scherphuis wil heel graag programmamaker worden. Er komt beweging in de zaak wanneer er vrouwen toetreden tot de Raad van Beheer van de NOS. In 1973 is Scherphuis betrokken bij het programma Vrouwen gaan voor. In 1975, het internationaal jaar van de vrouw, start Ot...en hoe zit het nou met Sien?, een programma dat de moderne vrouw via de televisie bewust wil maken van kwesties over seksualiteit, de voor- en nadelen van parttime werken, gelijke lonen en het recht op abortus. Het woord feminisme durven ze in de studio niet uit te spreken, dus noemen ze het een politiek vrouwenprogramma. Ageeth is zeven jaar bij dit programma betrokken als redacteur en presentator. Van 1979 tot 1983 is ze ook betrokken bij het vrouwenopinieblad Serpentine.

In 1982 gaat Scherphuis als redacteur werken bij opinieweekblad Vrij Nederland. Daarnaast zet ze haar televisiewerk voort. In 1983-1984 presenteert ze VARA’s filmprogramma Uitkijk. In de jaren tachtig is ze vooral actief bij het Humanistisch Verbond waar ze als redacteur en interviewer meewerkt aan actueel praatprogramma Kwartslag. Eind jaren tachtig heeft ze opeens genoeg van televisie en richt ze zich volledig op haar werk bij Vrij Nederland. Daar heeft ze het gevoel dat ze zeggenschap heeft over haar werk in tegenstelling tot haar televisiewerk waar het over zoveel schijven gaat dat er maar een schaduw van haar oorspronkelijke idee overblijft.

In 1998 bereikt ze de pensioengerechtigde leeftijd, maar ze wil nog lang niet stoppen met schrijven. Ze sluit meteen met Vrij Nederland een contract als freelancer. Aanvankelijk schrijft ze nog maandelijks, maar in de loop der jaren bouwt ze het toch af. Eén van haar laatste stukken is voor het jubileumnummer, een interview met Ada van Randwijk, de vrouw van de stichter van Vrij Nederland.

In 2007 heeft Scherphuis in radioprogramma OVT één seizoen een column over haar belevenissen in de mediawereld. Ze kijkt terug op haar mediacarrière als een tijd waarin ze met name heeft genoten van de samenwerking met een team. Het schrijven heeft altijd haar voorkeur genoten, maar ze geeft toe dat ze het een eenzaam beroep heeft gevonden. In de laatste jaren van haar leven doet ze alleen nog dingen die ze leuk vindt en geniet ze van haar grootmoederschap.