Jan van der Does
Naam | Jan van der Does |
Geboren | Onbekend, 10 november 1931 |
Functies | grafisch ontwerper, decorontwerper, omroepbestuurder |
Bekend van | decors van Zo is het toevallig ook nog 's een keer, Johnny en Rijk, Mies en scène |
Periode actief | vanaf 1954 |
Werkt samen met | Peter Zwart, Cor Hermeler |
Trivia | ontwerpt het verkeersbord "Stilte TV studio" |
Gallery | Gallery |
Externe info | Vormvanvermaak.nl |
Jan van der Does in de media Oeuvre Jan van der Does |
Grafisch ontwerper bij de televisie
Na een studie aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (richting reclame) en Kunstnijverheidsschool in Amsterdam (richting grafisch ontwerp) en wat korte praktijkervaring, solliciteert Jan van der Does bij de NTS. Daar wordt hij in 1954 in dienst genomen als ontwerper op de afdeling van Peter Zwart. De Afdeling Ontwerp bestaat dan nog alleen uit Zwart, zijn assistenten Jac Hey, Jan Pet, Peter van Midden en Cor Hermeler. Van der Does en Hermeler krijgen samen een kleine werkkamer toegewezen in een in een hoekhuis vlak bij Studio Irene in Bussum. Peter Zwart en zijn latere collega decorontwerper Fokke Duetz hebben in het zelfde pand hun gezamenlijk kantoor.
Van der Does en Cor Hermeler houden zich bezig met grafisch ontwerp voor televisie: titelkaarten, illustraties, maquettes, special effects, animaties en titelrollen met aftiteling voor programma's. In 1956 is er voor het eerst sprake van een onderverdeling in de ontwerpgroep tussen 'titels' en 'decor'. De grafici en de decorontwerpers zijn inmiddels verhuist naar de oude Ambachtsschool achter Studio Irene. De grafische afdeling wordt in 1956 uitgebreid met Hans Moolenaar en niet lang daarna volgen Ger van Essen en Ton Holst. Cor Hermeler maakt dan de overstap naar decorontwerp terwijl Van der Does de leiding over het groepje grafisch ontwerpers op zich neemt.
In een kranteninterview in de Gooi en Eemlander van 7 april 1956 vertelt Van der Does over zijn werkzaamheden. Zo maakt hij van houten schijfjes en chocoladeblikken vliegende schotels die aan nylon draadjes door de studio zweven. Dit ter aankleding van een voordracht van een professor over ruimtevaart. De journalist vertelt erbij dat het er op het scherm prachtig uitzag: de camera kon de snelheid van de vliegende schotels niet goed registeren waardoor de kijkers thuis een witte staart achter de schotels zag.
Van der Does bouwt soms ingewikkelde mechanieken (van meccano) om het televisiebeeld te laten bewegen, maar hij gebruikt ook hele gewone attributen zoals ballons. Bijvoorbeeld voor de 'leader' van Pipo de Clown (bekijk de hier de foto's). Eveneens met behulp van een ballon tovert hij het hoofd van Tante Hannie uit een uit elkaar spattend paasei. Verder verklapt Van der Does in het kranteninterview dat de woest golvende zee op het scherm opgewekt wordt door met een rietje in een klein aquarium met melk te blazen en dat het langzaam leger wordende kopje koffie uit het AVRO-pauzebeeld uit niets anders bestaat dan beschilderd karton en een simpel papieren schuifje.
De afdeling maakt de special effects en animaties op verzoek van de regisseur. Maar deze moet er wel financiële ruimte voor hebben. Animaties die meerdere malen vertoont moet worden, zoals het angstaanjagende titelfilmpje voor de serie Morgen gebeurt het, worden soms op film opgenomen. Dat is een dure aangelegenheid en kost veel voorbereidingstijd: de film moet dan immers ontwikkeld worden. Daarom wil kan of kan niet elke regisseur filmrollen in zijn of haar programma gebruiken en worden veel animaties live voor de camera tot stand gebracht.
Het met de hand kalligraferen van titelrollen behoort ook tot de taken van de grafici. Deze lange stroken papier gebruikt men niet alleen voor de aftiteling. Tijdens muziekprogramma's en shows draait de toneelmeester bijvoorbeeld geïllustreerde rollen af voor de camera zodat daarachter het changement kan plaats vinden. Maar vooral de aftitelrollen nemen veel tijd in beslag. Tijdens een werkbezoek aan de BBC in Londen in 1961 maakt Van der Does kennis met vele nieuwe trucages en tijdsbesparende apparatuur, zoals de Masseeley hotpress, een kleine drukpers die bij de BCC gebruikt wordt voor het zetten van titelrollen. De NTS schaft er ook een aan.
Terugkijkend noemt Van der Does deze experimentele periode van de televisie "een juweel van een omstandigheid". De ervaring van alle betrokkenen is beperkt en de voorbereidingstijd voor programma's vaak kort. Omdat het een kleine groep mensen is die zich met televisie bezig houden, loopt men gemakkelijk bij elkaar binnen en probeert samen oplossingen te zoeken voor de vragen van regisseurs. Niemand weet hoe het moet, maar iedereen is zeer enthousiast en spant zich buitengewoon in om er het beste van te maken. Het gaat informeel en spelenderwijs, maar wel onder tijdsdruk. Volgens Van der Does waren dit de omstandigheden voor "een vlekkeloze productiegang".
Decorontwerper
In 1959 maakt Van der Does de overstap naar decorontwerp. Ger van Essen neemt zijn plaats in als chef van de grafici. In 1960 verhuizen de grafici en decorontwerpers naar de Emmastraat in Hilversum. Tussen 1959 en 1965 groeit de ontwerpgroep enorm. Er is geen tijd voor scholing, de nieuwe ontwerpers leren het vak in de praktijk en van elkaar.
Het ontwerpen van een decor in de kleine televisiestudio's is moeilijk, want een televisiedecor moet vooral ruimte suggeren. Met de juiste belichting, een tactisch ontwerp (bijvoorbeeld door het verbergen van de naad tussen de vloer en de rondhorizon) en de vertekening van de cameralens lukt het soms om een naturalistisch decor met diepte neer te zetten. In een interview in het tijdschrift Draadloos van 14 september 1961 vertelt Van der Does dat abstracte decors zijn voorkeur hebben, want zo zegt hij: "Je moet dan voor honderd procent creatief werken."
Een van de programma's waar Van der Does het meest trots op is, is de televisie-opera Alceste van componist en tekstschrijver Ton de Leeuw. Het werk wordt ingestuurd naar de Prix Italia in de zomer van 1963, maar valt niet in de prijzen. De opera onder regie van Leen Timp wordt gecompleteerd door etsen van Anton Heyboer, lichteffecten van Joop Enkelaar. Het decor van Van der Does bestaat uit een naadloze ruimte met een podium met vier verschillende niveaus en acht driehoeken. Daarachter staat een stalen kolom, opgebouwd uit stalen pijpen van verschillende diameters en op de voorgrond staat een vergelijkbare kolom. Onder de driehoekige delen van het podium wordt licht geprojecteerd.
Rond 1964 begint Phillips in Eindhoven met experimenteren met kleurentelevisie. Peter Zwart is intensief betrokken bij deze experimenten en enkele decorontwerpers, waaronder Van der Does krijgen in 1968 een cursus. Een van de eerste decor van Van der Does die in kleur wordt uitgezonden is voor een televisiebewerking van Bredero's Lucele, een coproductie van de NTS en Holland Festival. Van te voren onderzoeken Van der Does en kostuumontwerper Ellen de Zwart uitgebreid welke stoffen en kleuren het best overkomen. Een extra uitdaging vorm het feit dat het decor met de voorstelling meereist en dus in meerdere theaters dienst moet doen.
chef van de Afdeling Decorontwerp
Officieel is Peter Zwart chef van de Hoofdafdeling Ontwerp waaronder de Afdeling Decorontwerp en de Afdeling Grafisch Ontwerp vallen. Maar Van der Does neemt al sinds begin jaren zestig enkele organisatorische taken op zich. Zo zoekt hij, in overleg met collega-ontwerpers, een oplossing voor de overbelasting van de ontwerpers. Er worden assistenten gezocht die technische tekeningen maken op basis van de ontwerpen en die het bouwproces kunnen begeleiden. Zwart is na 1964 veel afwezig vanwege zijn onderzoek naar kleurentelevisie bij Philips in Waalre. Zijn adjunct Fokke Duetz neemt de leiding dan van hem over, maar hij bedankt uiteindelijk voor een leiderschapspositie. Daarna wordt Van der Does chef. Zo gaat hij zich vanaf 1967 intensief bezig houden met het reguleren van de decor-productiegang, de reorganisatie van de NOS en de verhuizing naar de nieuwbouw op het mediapark.
Met de groei van de NTS is de afstand tussen decorontwerp en decoruitvoering groter geworden en in decorbouw is in toenemende mate sprake van arbeidsdeling. De decorontwerpers moeten als eindverantwoordelijk voor het resultaat zodoende naast het creatieve werk, ook min of meer optreden als producent. Daarbij moeten ze rekening houden met de regisseur, het budget van de omroep, de calculator van decorbouw en de verschillende vakgroepen ressorterend onder decorbouw. Het is een complex vak en dat dwingt volgens Van der Does tot een strakke planning. Alle betrokkenen dienen zich aan het vaste schema van ontwerpbesprekingen te houden om problemen in de productiegang te voorkomen.
Voor de Hoofdafdeling Ontwerp is een plaats gereserveerd in het Hoofdgebouw op het in Mediapark dat in aanbouw is. Bij de besprekingen over die verhuizing en de inrichting van de ruimte is in eerste instantie niemand van de ontwerpgroep uitgenodigd. Pas een jaar later, in mei 1971, wordt Van der Does bij deze besprekingen betrokken. Samen met architect Van der Zee werkt hij aan de indeling van de twee bouwlagen voor de Hoofdafdeling Ontwerp. De afdeling krijgt aparte ruimtes voor maquettebouw, de lichtdrukkerij, een fotostudio, een experimenteerstudio en een trucagekamer voor animatie.
Begin jaren zeventig start de NOS een grote reorganisatie onder leiding van organisatie-deskundige drs. Bout. De Dienst Programma Faciliteiten krijgt een nieuwe organisatiestructuur, een systeem van rode en groene ringen. Binnen elke ring wordt er een zogeheten 'primus interparis' gekozen die als 'eerste onder gelijken' verantwoordelijk is voor de communicatie met andere ringen. De reorganisatie en vooral het functieonderzoek naar de nieuwe functies duren lang en de medewerkers zijn niet van mening dat de werksistuatie verbetert. De afdeling Decorontwerp komt als eerste vakgroep in protest. Na enkele verhitte gesprekken tussen de ontwerpers en de leiding in januari en februari van 1974 besluit Van der Does terug te treden als chef. "In de gegeven situatie en onder de huidige condities kan hij de gegeven verantwoordelijkheid niet dragen", staat in de brief van Arie van den Dool, hoofd DPF aan alle medewerkers van de dienst.
Na 1975
Van der Does keert niet meer terug als chef, maar hij blijft wel met enige regelmaat decors ontwerpen. Hij ontwerpt in 1976 nog een prachtig abstracte set voor Het fenomeen, een stuk over kunstvervalser Han van Meekeren. Het decor bestaat uit buizen die de contouren van een ruimte aangeven. Tussen de buizen is een doek gespannen waarop de schilderijen geprojecteerd worden. Naast decorontwerp houdt hij zich bezig met de uitstraling van de NOS naar buiten. Hij doet een onderzoek naar de huisstijl en ontwerpt bijvoorbeeld de NOS-stands voor de Firato. In 1976 is Van der Does betrokken bij de organisatie van het door de NOS en Stichting Film en Wetenschap gehouden International TV Design Colloquium '76 in Utrecht.
In 1975 start Van der Does met lesgeven aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Als hoogleraar overdrachtstechnieken en vormleer geeft hij studenten les in het toepassen van visuele middelen om bouwkundige ontwerpen te verbeelden en herkenbaar over te dragen.
In juni en juli 2010 is een deel van het omvangrijke oeuvre van Van der Does tentoongesteld in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. In de tentoonstelling zijn de decors uitgelicht die Van der Does heeft ontworpen voor de voor televisie geregistreerde theaterstukken. Gelijktijdig is ook het vrije werk van de ontwerper te zien in het Mediacentrum op het Mediapark. Documentatie (beleidsstukken, besprekingsverslagen,etc) uit zijn prive-archief is te zien in de Tijdlijn '50 jaar tv-decor'.
Ontwerparchief
Van der Does bewaarde veel van zijn decorschetsen, maar ook foto's en documentatie van zijn periode als chef van de Afdeling Decorontwerp. Meer informatie en beeldmateriaal uit dit archiefis te vinden op Vormvanvermaak.nl